“Maak van 2023 herdenkingsjaar slavernij”

Delft als oude stad met een Verenigde Oost-Indische Compagnie (V.O.C) en West-Indische Compagnie (W.I.C.) en dus slavernijverleden heeft de verantwoordelijkheid om stil te staan bij de slavernijgeschiedenis. Oderwald over deze ongemakkelijk geschiedenis: “We hebben geen enkel beeld wat de rol van het stadsbestuur van Delft was in het slavernijverleden. D66 wil dat Delft zich actief inzet om met andere steden landelijk onderzoek te doen naar de rol van stadsbesturen bij de slavernij”. Het college heeft onlangs na vragen van de ChristenUnie aangegeven geen prioriteit te geven aan Delfts onderzoek naar de rol in de slavenhandel en slavernij in de Nederlandse koloniën gelet op de Delftse financiën.

De Delftse gemeenteraad maakte donderdagavond 23 september op initiatief van GroenLinks, ChristenUnie en D66 een stadswandeling onder leiding van cultuurhistorica en slavernij onderzoeker Nancy Jouwe. Om een beter beeld te hebben is het goed om ook naar de schaduwzijde van de Gouden Eeuw in Delft te kijken.

Net als in grotere steden kennen Delftenaren woede over het pijnlijke verleden. Vanuit de wijk Buitenhof zijn er ideeën om volgend jaar Keti Koti te organiseren. Op Keti Koti, ‘Ketenen gebroken’ in het Sranantongo, herdenken en vieren we dat Nederland de slavernij heeft afgeschaft. Pas als mensen gelijkwaardig worden behandeld, zijn ze echt vrij. In onze geschiedenis, maar ook in onze samenleving nu, komt nog veel te veel ongelijkheid voor. In bijzonder gedenkjaar kunnen we laten zien dat we eenieders pijn erkennen en daarbij stilstaan