D66 blij met Delfts onderzoek slavernijverleden

D66 Delft is blij dat het stadsbestuur groen licht heeft gegeven voor archiefonderzoek naar het Delfts slavernijverleden. Met extra subsidies maakt het College het mogelijk om ook echt invulling te geven aan het herdenkingsjaar afschaffing slavernij. Commissielid Brendan Analikwu: “Het onderzoek is een goede eerste stap in de richting van dialoog en voorlichting over de doorwerking in de levens van Delftenaren nu.”

Te weinig bekend

Met deelname aan de VOC én WIC is bekend dat Delft flink betrokken was bij slavenhandel. Maar we weten er nog te weinig van. Raadslid Heera Dijk: “Ook ik weet er nog te weinig van, terwijl het mijn geschiedenis ís. Ik stam af van de slaafgemaakten. Het zou veel meer in de geschiedenisboeken moeten worden beschreven.”

Doorwerking in het nu

Beter begrip van ons gedeelde verleden is nodig voor gelijke kansen in het heden. Patronen van stereotypering, discriminatie en institutioneel racisme komen voort uit het koloniale verleden en daarbij de slavenhandel. D66 wil werk maken van gelijke kansen voor iedereen in Delft. Daarvoor moeten we de doorwerking van het verleden in het nu begrijpen.”

Hogere inzet

Het is goed dat het stadsbestuur een manier heeft gevonden om onderzoek te laten verrichten door te schuiven binnen de werkzaamheden van het stadsarchief. Door deze constructie is de opzet te basaal wat D66 betreft: het gaat slechts om een “kort beperkt feitenrelaas”. In het voorjaar werden beelden geschetst van kosten van twee ton. Inmiddels is bekend dat het voor Delft om aanzienlijk lagere bedragen zou gaan wanneer een uitgebreider onderzoek wordt gekozen. “Wij zetten in op een uitgebreider onderzoek, omdat dit verleden een serieuze erkenning verdient”, aldus Analikwu.