Standplaatshouders verdienen een betrouwbare overheid

Zaterdagse markt in Arnhem Beeld: paulclps / Flickr

Houders van een seizoensstandplaats voor een marktkraam verdienen duidelijke regels. Dat vindt de fractie van D66. Daarom heeft de fractie samen met PvdA, PvdD, Arnhem Centraal en de ChristenUnie een motie ingediend voor een overgangstermijn voor nieuwe regels. Kramen hadden een standplaats voor het leven, maar de Raad van State was het daar niet mee eens. Daarom moest Arnhem de regels aanpassen.

Voor het leven

In 2016 hebben de toenmalige seizoensplaatshouders een vergunning voor het leven gekregen. Standplaatsen werden met voorrang aan de bestaande standplaatshouders gegeven. Die plaats zou pas weer vrij komen als de houder zou stoppen. De Raad van State besloot echter dat er steeds geloot moest worden over standplaatsen. Pas in 2019 is dat aan de standplaatshouders verteld. Zij hadden toen al flinke investeringen gedaan in hun kraam.

“Ook standplaatshouders moeten kunnen rekenen op een betrouwbare overheid”

Karlijn Steenvoort, beëdigd fractievolger D66 Arnhem

Overgangstermijn

“Standplaatshouders mogen niet de dupe worden van een verandering in de APV,” zegt zegt D66-fractievolger Karlijn Steenvoort. “Ook standplaatshouders moeten kunnen rekenen op een betrouwbare overheid.” De zittende standplaatshouders zijn te laat geïnformeerd over de wijziging van de regels. Daarom krijgen de bestaande houders een overgangstermijn van 15 jaar waarin ze niet aan de loting hoeven meedoen. Na de overgangstermijn vinden de partijen tien jaar een goede termijn voor de vergunningen. Daarna wordt geloot. Dit voorstel werd door de gemeenteraad unaniem aangenomen.

Kwaliteit

Een amendement van PvdD dat kwaliteitscriteria instelt voor de kramen werd gesteund door D66. Ook dat voorstel werd aangenomen. Zo moeten de kramen voldoen aan minimale eisen van duurzaamheid en goed passen in hun omgeving.