Arnhem in the picture bij D66 in Europa: samen investeren in praktisch talent

LET OP: auteursrechten ontbreken. S.v.p. de auteursrechten invullen voor deze afbeelding before using it.

“Arnhem heeft alles in huis om een motor te worden van de energietransitie in Nederland én daarbuiten,” zegt D66-raadslid en lijsttrekker Joris Brandts. Hij slaat daarom de handen ineen met Europarlementariër Brigitte van den Berg (D66). Samen willen ze de Arnhemse technische beroepsopleidingen meer op de kaart zetten. Door samenwerking tussen ondernemers, onderwijsinstellingen en overheid in Arnhem én door praktische opleidingen meer een plek te geven in Europese programma’s. Van den Berg: “Zonder mbo’ers komt de energietransitie niet van de grond.”

Brug slaan tussen Arnhem en Brussel

Met bedrijven als TenneT, Alliander en initiatieven zoals CONNECTR en het Nationaal Expertisecentrum Netcongestie, speelt Arnhem een belangrijke rol in de overgang naar duurzame energie. Toch blijft die rol van Arnhem in het opleiden van talenten en werkgeverschap aan vakmensen in de energietransitie in Brussel en Den Haag vooralsnog onderbelicht. Voor de beide D66’ers reden om de samenwerking te zoeken en tot een gezamenlijk plan te komen, elk vanuit een eigen inzet.

D66 wil in Arnhem meer jongeren technisch opleiden

D66 Arnhem wil de komende jaren extra investeren in campussen en samenwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen. Brandts: “We willen dat Arnhem een proeftuin wordt voor innovatieve energieprojecten, waar mbo-studenten direct kunnen meewerken. Zo krijgen jongeren uit heel Oost-Nederland de kans om praktijkervaring op te doen én helpen we bedrijven aan nieuwe vakmensen.”

Meer middelen én waardering voor mbo’ers

Van den Berg ziet dezelfde uitdaging in heel Europa: “Wanneer we praten over de energietransitie, gaat het vaak over universiteiten en innovatie. Maar juist mbo’ers zijn de mensen die het werk écht doen – van het aanleggen van laadpalen tot het bouwen van slimme netwerken.” D66 Europa wil daarom dat meer Europese middelen terechtkomen bij beroepsopleidingen en praktijkprojecten, zoals in Arnhem. “We moeten deze unieke ecosystemen beter op de kaart zetten. Dat betekent meer Europese erkenning van vakopleidingen, meer stages via Erasmus+ en extra geld voor vakcentra en mbo-campussen.”

Samen investeren in praktisch talent

Brandts en Van den Berg spraken onder andere met het Arnhemse bedrijf ElaadNL over de keuzerichting laadinfrastructuur die ze speciaal voor het mbo hebben ontwikkeld. “Arnhem heeft een unieke positie om hier het verschil te maken,” besluit Van den Berg. “Laten we samen zorgen dat praktisch geschoolde jongeren de waardering en kansen krijgen die ze verdienen – in Nederland én in Europa.”