Zoutwinning
Door de zoutwinning verandert de Groningse bodem in een gatenkaas. Het Staatstoezicht op de Mijnen adviseert dan ook geen nieuwe zoutwinning op te starten en waarschuwt in het ergste geval voor sinkholes in onze provincie.
Bij de gaswinning werden de risico’s voor de veiligheid van inwoners en hun leefomgeving jarenlang onderschat, met enorme gevolgen. Dat mag wat D66 betreft niet opnieuw gebeuren. De parallellen met de zoutwinning zijn zorgwekkend duidelijk: weer zien we een proces met langetermijngevolgen waarvan de volledige impact pas later zichtbaar wordt. De verhalen van inwoners over schade en overlast worden wederom niet gehoord. Bedrijven met financiële belangen ontkennen hun verantwoordelijkheid, terwijl de overheid opdraait voor de schade aan huizen. D66 is duidelijk: zout mag niet het nieuwe gas worden.
Hoewel de zoutwinning ook economische voordelen heeft voor onze provincie, mag de politiek haar ogen niet sluiten voor de negatieve gevolgen voor onze inwoners. Wat D66 betreft wordt er direct gestopt met alle nieuwe boringen en wordt er ingezet op alternatieve en toekomstbestendige manieren van bedrijfsvoering. Zonder uitstoot van giftige metalen in de Waddenzee, zonder bodemdaling en dus zonder schade aan de huizen en gezondheid van onze inwoners. Daarnaast wil D66 een actieve lobby richting de minister om de nieuwe Mijnbouwwet zo snel mogelijk in te voeren, met strenge eisen voor veiligheid en milieubescherming. Tot de komst van die nieuwe wet willen we dat het College van Gedeputeerde Staten alvast het standpunt ‘nee, tenzij’ uit gaat dragen wat betreft winningsactiviteiten in Groningen. Onze motie, die deze twee dingen aan het College vraagt, is door de Staten met grote meerderheid aangenomen.