Terugblik Statencommissie 3 september 2025

Tijdens de eerste Statencommissie van het nieuwe politieke seizoen stonden naast het rapport van de Noordelijke Rekenkamer over de energiebesparingsplicht, ook de consultatie over een regionaal warmtebedrijf, de afhandeling van de motie over het onderzoek naar fietsbergen en Nij Begun / Staat van Groningen op de agenda.

Rondvraag

In de rondvraag voorafgaand aan de Statencommissie stelde de D66-fractie, mede namens een aantal andere fracties, vragen over het aangekondigde vertrek van gedeputeerde Moes naar Den Haag om minister van OCW te worden. Het getuigt wat D66 betreft niet van het nemen van de verantwoordelijkheid voor de samenwerking, de lopende dossiers en Groningen om na een effectieve diensttijd van 18 weken alweer te vertrekken. Aangezien gedeputeerde Moes de vrijheid voelt zo snel weer te kunnen vertrekken en de volgende verkiezingen slechts anderhalf jaar verwijderd, hoeft wat D66 betreft de vrijgekomen functie van gedeputeerde Moes niet worden ingevuld en kunnen zijn portefeuilles onder de andere gedeputeerden worden verdeeld.

Nij Begun / Staat van Groningen

Als D66 waarderen wij de erkenning van de problemen en enkele aangekondigde verbeteringen, zoals betere communicatie en extra rechtsbijstand. Maar dit is niet genoeg.

Uit de Staat van Groningen is lastig te halen wat er gedaan wordt en wat de stip op de horizon is. Als het aan D66 ligt, wordt dit document een volgzame monitor waar duidelijk is waar we stonden, waar we heen willen en hoe we daar komen.

De verantwoordelijke staatssecretaris zegt veel door de regio ingebrachte punten te delen, maar het kabinet heeft in haar reactie slechts enkele overgenomen. D66 wil weten waarom dat verschil er is. De staatssecretaris wil deze Staat van Groningen niet aangrijpen voor grote beleidswijzigingen. Onze fractie lijkt het juist goed als er wel beleidswijzigingen besproken worden in deze nieuwe cyclus.

Zoals ook in de globale analyse op de kabinetsreactie wordt benadrukt, is het voor ons van groot belang dat kennis, kunde én capaciteit voldoende aanwezig zijn. Goed om te lezen dat het Rijk dit wil gaan oppakken. D66 wil zo snel mogelijk meetbare actie zien, want verder gaan terwijl de nodige kennis, kunde en capaciteit onder de maat zijn, is wat ons betreft onacceptabel.

D66 is blij met de toegenomen aandacht voor jongeren. Een Nij Begun moet ook inderdaad een nieuw begin zijn. Voor D66 staat hierbij een herstel van vertrouwen voorop, samen met een goede start voor jongeren in het aardbevingsgebied. Een goede toekomst begint bij jongeren die weer goed in hun vel zitten. Daarvoor is het belangrijk dat het mentale welzijn van jongeren verbetert. D66 wil hier meer aandacht voor in de monitor. Onze fractie vraagt het College ook om bij het Rijk na te vragen hoe het haar verantwoordelijkheid op dit punt ziet en wat het Rijk bereid is te doen om het mentale welzijn van jongeren in het aardbevingsgebied te verbeteren.

Onderzoek fietsberg(en)

D66 is al lang een warmvoorstander van een Waddenberg in het Hogeland en een fietsberg in Veendam. Het is dan ook teleurstellend dat het College concludeert dat er geen rol is voor de provincie in dit dossier. Onze fractie wil dat het College juist denkt in kansen. D66 ziet de fietsbergen als een unieke kans om mensen uit te nodigen te gaan wandelen of te gaan fietsen in hun eigen leefomgeving, maar ook een kans om mensen van buiten de provincie te trekken om het Groninger landschap te gaan verkennen. Dit is een kans voor de vrijetijdseconomie . Wij concluderen dat de coalitie niet wil investeren in het Ommeland. Maar D66 ziet kansen voor niet 1, niet 2, maar wél 3 fietsbergen in Groningen! Wij kunnen gebruik maken van het vervuilde slib in de Eemshaven, daarmee de bulten ophogen en zowel in Veendam, Usquert én in Winschoten een prachtige berg.

NRK-rapport energiebesparingsplicht

Wat D66 teleurstelt, is dat het toezicht op de energiebesparingsplicht in Groningen na ruim dertig jaar nog altijd niet structureel van de grond komt. We lezen in het rapport dat toezicht en handhaving te vaak afhankelijk zijn geweest van tijdelijke projecten en incidentele subsidies. Zodra het geld opdroogt, zakt het energietoezicht in. Dat is niet alleen jammer, maar ook zorgelijk.

De ODG geeft zelf aan dat er onvoldoende deskundig personeel en structurele middelen zijn om dit goed te doen. Het gevolg is dat er nauwelijks zicht is op welke bedrijven energiebesparingsplichtig zijn, dat controles achterblijven en dat we geen helder beeld hebben van het daadwerkelijke effect, terwijl het gaat om een wettelijke taak. Dat het toezicht zo kwetsbaar en versnipperd is ingericht, past niet bij de urgentie van de energietransitie. D66 wil daarom dat het College ervoor gaat zorgen dat energietoezicht bij de ODG structureel wordt geborgd, zowel qua geld als qua capaciteit. D66 ziet graag ook dat Groningen een voorbeeld neemt aan het overzichtelijke dashboard van de provincie Drenthe.

Consultatie regionaal warmtebedrijf

De nieuwe Wet Collectieve Warmte (Wcw) bepaalt dat grootschalige warmtenetten voor een meerderheid in publieke handen moeten zijn en dat gemeenten de regierol krijgen door het aanwijzen van warmtekavels. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid dus primair bij de gemeenten, niet bij de provincie.De provincie krijgt mogelijk een toezichthoudende rol op bovengemeentelijk niveau, dat is een logische en beperkte taak. Daarom is het wat D66 betreft niet logisch en ook niet nodig om als provincie de regie te pakken en zelf een provinciaal warmtebedrijf beginnen.

Hoewel het argument van schaalgrootte begrijpelijk is, gaat het hier niet om een provinciale kerntaak. Aandeelhouderschap van een regionaal warmtebedrijf (RWB) brengt bovendien forse financiële risico’s met zich mee: van kapitaalverlies tot operationele tegenvallers. Wat D66 betreft beperkt de provincie zich dus tot het stimuleren van gemeenten om hun eigen rol te pakken en de volledige regie lokaal te voeren. De provincie kan ondersteunen met kennis en procesbegeleiding, maar hoeft daarvoor geen aandeelhouder te worden.