Terugblik Statencommissie 21 mei 2025

De Statencommissie van 21 mei 2025 stond vooral in het teken van het eerste debat over de nieuwe concept-omgevingsvisie. Dit debat vond plaats tussen de fractie en dus niet met het college. Omdat de omgevingsvisie een erg groot document is, is het debat per thema gevoerd. Hieronder kun je per thema lezen wat de kern van de inbreng van D66 was.

Gezond, veilig en aantrekkelijk: een leefomgeving die uitnodigt

Groningen moet een provincie zijn waar je gezond kunt leven, veilig kunt wonen en vol trots kunt verblijven. De omgevingsvisie beschrijft dit als ambitie – en dat is terecht. Wat D66 betreft geldt dit ook voor een klimaatbestendige provincie en toekomstbestendige teelten.  

Wat D66 betreft nemen we gezondheid niet pas mee in het ziekenhuis of het sportakkoord, maar al bij het ontwerpen van wijken en dorpen. Wij pleiten daarom voor beweeginclusief bouwen. Geen nieuwbouwwijk zonder ruimte om te bewegen, te fietsen, te spelen. Geen ontwerp zonder groenstructuur, zonder wandelroutes, zonder ontmoeting. De leefomgeving moet uitnodigen tot bewegen, elke dag, voor iedereen. Niet als bijvangst, maar als basis.

Onze fractie kijkt in deze context ook hoopvol naar de fietsberg, die een enorme boost kan geven aan de leefomgeving maar ook de vrijetijdseconomie! D66 wil dat de fietsberg een volwaardige plek krijgt in de definitieve Omgevingsvisie. Dat het college in dit dossier voor de provincie geen voortrekkersrol ziet, kan niet op begrip rekenen bij onze fractie.

Door klimaatverandering krijgen we vaker te maken met extreme droogte en regenval. Groningen spreekt de ambitie uit om in 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste provincie te zijn. Wat D66 betreft vullen we deze ambitie aan met tussendoelen.

Ook willen we dat de veenweidestrategie wordt meegenomen in de omgevingsvisie. Wat ons betreft wordt er een visie ontwikkeld op de toekomst van dit gebied en wordt hierbij de verbinding gelegd met initiatieven voor biobased bouwmaterialen zoals vezelhennep. Dit stelt boeren ook in staat om hun bedrijfsvoering aan te passen. Verder vinden we dat bodem en water sturend verbreed worden met koolstofboeren en een aangepaste bodembewerking. 

D66 wil ook dat de provincie regie neemt in het ontwikkelen van een ruimtelijke visie op bollen- en sierteelt. Dit biedt duidelijkheid aan telers en omwonenden. Wat D66 betreft worden telers daarbij allereerst in staat gesteld manieren te ontwikkelen om hun gewassen te verbouwen met minder bestrijdingsmiddelen. Daarbij wil D66 dat de resultaten van deze programma’s worden meegenomen in provinciaal beleid.

Vitale en duurzaam bereikbare steden en dorpen

Wie vooruit wil, moet verbindingen maken. Letterlijk én figuurlijk. Onze fractie wil dat mobiliteit geen sluitpost is, maar een uitgangspunt. Zonder goede infrastructuur, kan je immers niet goed bouwen. Een voorbeeld van investeren in betere infrastructuur is een spoortunnel bij het centrum van Hoogezand. Het is wat D66 betreft onuitlegbaar dat het hart van deze plaats nog steeds wordt doorkruist door een spoorwegovergang die fietsers, voetgangers en automobilisten letterlijk in de weg loopt. Groningen staat aan de vooravond van een nieuwe mobiliteitsrealiteit: de Nedersaksenlijn, de Wunderline en hopelijk alsnog de Lelylijn. Allemaal beloftes van verbinding, van perspectief. Een leefbare regio begint bij bereikbaarheid – niet alleen van plek naar plek, maar ook van kans naar kans.

D66 is blij dat er in de omgevingsvisie gebouwd wordt waar goede verbindingen zijn. Wat ons betreft mag er wel een schepje bovenop door meer regie te pakken bij de woonopgave. D66 is voorstander van een onafhankelijke commissaris bouw met doorzettingsmacht, die kan zorgen voor een centrale organisatie en een samengevoegd budget voor infrastructuur en voorzieningen. Dit is bij voorkeur een landelijke funcite, maar kan desnoods ook provinciaal ingericht worden.

Ook is onze fractie voor de inzet van voorkeursrecht om de grondprijzen te beheersen en het bouwen van meer passende woonvormen voor jongeren, alleenstaanden, gezinnen en senioren. Graag zien we daarom per gemeente terug welke soort woningen worden gebouwd en zijn we benieuwd naar de verhouding tussen koopwoningen en sociale huurwoningen in de bouwplannen. Voor ons is bouwen op landbouwgrond geen taboe.

Met deze plannen voeren we meer regie bij het inrichten van onze ruimte en bouwen we woningen voor jong en oud waar voorzieningen goed bereikbaar zijn. 

Kennis, innovatie en werkgelegenheid – van denken naar doen

Groningen heeft potentieel om de duurzame innovatieregio van Europa te worden. Met waterstof, circulaire landbouw, groene chemie en hightech-opleidingen bouwen we aan een nieuwe economie. De visie raakt die thema’s aan – maar mist richting.

Een voorbeeld hiervan is de waterstofeconomie: we willen er een pijler van maken, maar wat zijn de randvoorwaarden? Waar creëren we ruimte, infrastructuur en scholing? D66 wil hierin sneller, concreter en slimmer optreden. Ook wil onze fractie meer verbinding met het onderwijs. Campussen, innovatiewerkplaatsen, stages in het mkb – dát is hoe je werk en toekomst aan elkaar knoopt.

De keuze voor vijf XXL-terreinen met ieder een eigen profiel roept vragen op. Het risico bestaat dat we juist bedrijven uitsluiten die we hard nodig hebben. En dan de keuze voor een bedrijventerrein nabij Veendam. De reden is ‘nabijheid van energie-infrastructuur’. Maar tegelijkertijd wordt gezegd dat de nabijgelegen windmolens op termijn moeten verdwijnen. Ook de diepe aanlanding van energie van zee duurt nog lang. Dat vinden wij niet logisch. D66 kiest voor een duurzame economie die energie benut waar die al beschikbaar is. Niet afbreken wat werkt, maar juist versterken wat goed gaat.

Toekomstbestendig landelijk gebied – van ruimte naar richtingen

Het landelijk gebied is het toneel van de grote opgaven van deze tijd: stikstof, water, klimaat en landbouw. En in dat krachtenveld moeten we richting geven. Niet door de boel dicht te regelen, maar ook niet door de boel op zijn beloop te laten.

Wat D66 betreft sturen we op een omslag naar natuurinclusieve en circulaire landbouw, voldoende schoon water en maken we ook echte keuzes rond natuur. Dit betekent dat we kansrijke projecten prioriteren en vervolgens opschalen om deze omslag naar een natuurinclusieve en circulaire landbouw te versnellen. Ook moet er wat ons betreft strategisch grondbeleid worden opgesteld om veehouders de omslag te laten maken naar grondgebonden landbouw.

Voor de beschikbaarheid van voldoende schoon water vindt D66 het van belang dat het College ook kijkt naar het gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Ook pleiten wij voor een actieplan om burgers, boeren en industrie zuiniger met water om te laten gaan.

Als het om natuur gaat valt het ons op dat er weinig echte keuzes worden gemaakt. Zo noemt het College agrarisch natuurbeheer als middel om weidevogels te beschermen maar plas-drasgebieden niet. Wat D66 betreft wordt dit wel meegenomen en worden hier ook financiële middelen voor beschikbaar gesteld om boeren te compenseren. Wat ons betreft mogen insecten ook een prominentere plek krijgen in de omgevingsvisie. Het woord bestuivers wordt één keer genoemd in het hele stuk, en het woord insecten niet. Dit terwijl insecten driekwart van de soorten vormen en belangrijke taken op zich nemen zoals het bestuiven van planten. Daarom zouden we graag zien dat concrete maatregelen worden genomen die insectenpopulaties beschermen en stimuleren.

D66 wil verder dat de provincie de biodiversiteit stimuleert door te investeren in groenblauwe dooradering bij aanbestedingen en de aanleg van wegen, fietspaden en projecten voor de energietransitie.

Betaalbare en duurzame energie – eigendom en eerlijkheid

De energietransitie is dé uitdaging van onze tijd. De oproep van D66 is: wees niet te terughoudend en ga niet alles dichtregelen!

In de visie lijkt er geen plek meer te zijn voor grootschalig wind en zon op land. D66 betreurt dat. Wat ons betreft moeten we door met zon en wind op land om de RES-doelen van 2030 te halen. Dit is geen eindstation, maar slechts de eerste tranche. De klimaatdoelen lopen tot 2050. Vooruitkijken is noodzakelijk, en de energietransitie stop je niet door ‘nee’ te zeggen tegen nieuwe plannen. Onze fractie wijst niet bij voorbaat zonneparken af – mits meervoudig gebruik en zorgvuldig ingepast – en wil dat wind op land bespreekbaar blijft: lokaal gedragen, ruimtelijk goed ingepast, en democratisch georganiseerd. Dorpsmolens, coöperaties, burgerwind, collectieve zon – dat is hoe je draagvlak bouwt én profijt deelt.

Energieopslag is een cruciale schakel. Toch wordt dit in de visie vooral gekoppeld aan landelijke afstemming. Wij willen dat Groningen hier zélf ruimte voor biedt – ook buiten de bebouwde omgeving. Kleine batterijen op woningniveau, wijkbatterijen en grootschalige opslag op bedrijventerreinen moeten niet worden geblokkeerd.

Verder heeft onze fractie nog een aantal voor onze belangrijke punten ingebracht. Zo pleiten we voor ruimte voor de zogenaamde middenmolens – tussen de kleine erfmolen en de megaturbines in. Ideaal voor dorpen en energiecoöperaties, maar nu nog technisch onmogelijk binnen de kaders. Ook zien wij graag een provinciebreed warmtenetwerk waarbij de restwarmte van industrie en datacenters wordt benut om huizen, scholen en publieke gebouwen te verwarmen. Maar misschien de belangrijkste oproep op dit onderwerp: de energietransitie is geen project, maar een maatschappelijke omslag. Maak keuzes niet op basis van wat mooi is, maar op basis van wat nodig is.