Na de eerste bespreking van de concept-omgevingsvisie tussen fracties onderling, was het nu tijd voor een tweede bespreking met het College.
D66 ziet de concept-omgevingsvisie als een mooie basis voor een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving. Toch zien we graag nog een concretere uitwerking van tussendoelen op het gebied van water en een visie op het veenweidegebied.
Wat D66 betreft is het te laat om in 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste provincie te zijn. De droogte van 2018 alleen al kostte de landbouwsector 820 miljoen tot 1,4 miljard euro schat LTO. Dat is nog los van de kosten voor waterbeheer, de scheepvaartsector en de schade aan de natuur. Daarom kijken we wat D66 betreft op dit vlak niet alleen naar 2050 maar stellen we tussendoelen op, zodat duidelijk wordt waar we in 2030 en 2040 staan.
Onze fractie ziet graag dat er ook een visie op het veenweidegebied aan de visie wordt toegevoegd, waarbij wordt ingezet op het vasthouden van water en de daling van het veen wordt tegengegaan.
Ook voor wonen ziet D66 al een mooie basis liggen. Wel ziet onze fractie graag meer aandacht voor het type woningen, een leefbaar platteland en een actief grondbeleid.
Er is niet alleen een tekort aan woningen, maar ook aan het juiste type woningen. Wat ons betreft komt er daarom meer aandacht voor de veranderende woonbehoeften en worden er voldoende woningen gebouwd voor jongeren, alleenstaanden en senioren.
D66 ziet ook kansen voor een vitaal buitengebied. Wat ons betreft maken we het mogelijk voor stoppende boeren om met rood voor rood regelingen agrarische panden te slopen en woningen te bouwen en om meerdere woningen te maken in een bestaande boerderij. Onze fractie ziet ook graag dat gemeenten inzetten op actief grondbeleid met gebruik van voorkeursrecht om de grondprijs niet te sterk op te laten lopen. Door in de omgevingsvisie deze mogelijkheden te bieden aan boeren en gemeenten, behouden we ons cultuurlandschap en werken we aan het oplossen van het woningtekort.
D66 is blij dat er gebouwd wordt bij goed bereikbare plekken. Maar er is nog veel werk aan de winkel, bijvoorbeeld in Hoogezand. Wat ons betreft wordt het hart van deze plaats niet meer doorkliefd door een spoorlijn waar auto’s, fietsers en voetgangers voor moeten wachten. D66 pleit daarom ook voor een spoortunnel bij het centrum van Hoogezand.
D66 ziet ook kansen voor een toekomstbestendig landelijk gebied. Wat D66 betreft gaat de provincie strategisch grondbeleid voeren om boeren te helpen de omslag te maken naar een grondgebonden veehouderij en pakt de provincie meer regie op de bollen- en sierteelt. Door een ruimtelijke visie te ontwikkelen, ontstaat er duidelijkheid voor omwonenden, drinkwaterbedrijven, natuurbeschermingsorganisaties en telers die een toekomstbestendige bedrijfsvoering nastreven.
Er worden in de concept-omgevingsvisie geen keuzes gemaakt rondom het Waddengebied. Dit terwijl er steeds meer sprake is van botsende belangen tussen leefbaarheid, visserij, rederijen en de natuur. D66 ziet het Waddengebied als een uniek natuurgebied dat een kraamkamer is voor vele vis- en vogelsoorten. Onze fractie ziet daarom graag dat het College in het definitieve stuk meer aandacht heeft voor deze belangenafweging in overleg met andere provincies en het Rijk. Ook insecten en bestuivers verdienen in de definitieve omgevingsvisie meer aandacht dan nu het geval is, met concrete maatregelen voor het beschermen en stimuleren van insectenpopulaties.
De keuze voor vijf XXL-terreinen met ieder een eigen profiel is mooi, maar het risico bestaat dat we juist bedrijven uitsluiten die we hard nodig hebben. Daarom pleit D66 voor flexibiliteit op dit punt, om mogelijkheden voor innovatie in de toekomst niet in de weg te lopen.
De energietransitie is geen toekomstvisie, het is onze dagelijkse realiteit. Wind en zon in combinatie met opslag zijn niet ‘nice to have’, maar een noodzakelijke voorwaarde. Wat D66 betreft nemen we afscheid van het denken in obstakels en starten we met het denken in oplossingen. D66 wil het daarom mogelijk maken dat dorpen en wijken waar de betreffende gemeente, bewoners en bedrijven en hun organisaties daarom vragen windenergie, zonne-energie en kleinschalige batterijopslag kunnen worden gerealiseerd.
De concept-omgevingsvisie koppelt energieopslag vooral aan landelijke besluitvorming, maar onze provincie kan niet wachten op Den Haag. Daarom pleit onze fractie voor een provinciale strategie voor energieopslag – van thuisbatterijen tot grootschalige buffers op bedrijventerreinen – om netcongestie lokaal te lijf te gaan.
In de concept-omgevingsvisie wordt feitelijk een streep getrokken onder de ontwikkeling van nieuwe zoekgebieden of uitbreiding van bestaande initiatieven voor schone energie na 2030, terwijl we weten dat de energievraag alleen maar toeneemt. D66 vraagt zich daarom af of het verstandig is om onszelf om het punt van de energietransitie klem te zetten met een visie die wellicht snel wordt ingehaald door de werkelijkheid.