Terugblik Statencommissie 16 oktober 2024

Tijdens de Statencommissie van 16 oktober 2024 stonden de wijziging van de omgevingsverordening, het strategisch kader 2.0 van de NOM en het agenderingsverzoek over de Shell Papers op de agenda. De D66-fractie stelde ook vragen over de middelen voor Regio Groningen-Assen en hoe het College van plan is de zichtbaarheid van het programma te vergroten. Ook vroegen wij aandacht voor de aanstaande plicht van het College om soorten op de Rode Lijst, zoals bijen en zweefvliegen, te beschermen.

Strategisch Kader NOM

Voor D66 moet innovatie niet enkel en alleen de economie stimuleren, maar ook bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen. Daarom ziet onze fractie graag dat de innovatie-inspanningen van de NOM niet beperkt blijven tot specifieke sectoren, maar ook bijdragen aan maatschappelijke doelen zoals arbeidsmarktontwikkeling en sociale cohesie. 

Duurzaamheid staat centraal in zowel het beleid van de provincie als de NOM; de provincie zet in op een circulaire economie en groene innovaties, maar de NOM houdt nog steeds een belang in Nedmag, een bedrijf dat zout wint met ecologische en financiële risico’s. Het succes van projecten zoals de Eemshaven, waar duurzame energieoplossingen centraal staan, laat zien dat duurzaamheid en economische groei hand in hand kunnen gaan. D66 ziet graag dat het College zich inspant om ervoor te zorgen dat de NOM haar belangen in niet-duurzame ondernemingen zoals Nedmag afbouwt.

D66 ziet een duurzame vrijetijdseconomie (recreatie, horeca, retail, cultuur) als één van de belangrijke mogelijkheden om de leefbaarheid en werkgelegenheid in onze dorpen te versterken. Denk bijvoorbeeld aan het succes van de recreatieve fietsroutes in Westerwolde, die zowel toeristen trekken als lokale werkgelegenheid stimuleren. Dit draagt bij aan het behoud van voorzieningen in de dorpen maar is ook essentieel voor het behouden en aantrekken van talent, wat een doel is van de NOM. Onze fractie wil daarom dat de vrijetijdseconomie in onze provincie wordt versterkt en ziet daarbij een rol voor de NOM.

Wijziging omgevingsverordening

Onze fractie was al kritisch over de vorige omgevingsverordening en ziet in deze versie geen verbetering. Het voelt als een onnodige belemmering en vormt een risico voor onze toekomst.

D66 is verbaasd dat, in tegenstelling tot eerdere afspraken aan de RES-tafel en de ambitie van 6,4 TWh, nu de ondergrens van 5,7 TWh wordt aangehouden als maximum. D66 wil vasthouden aan de ambitie van 6,4 TWh en, als het nodig is, toestaan dat zonneparken op landbouwgrond worden gerealiseerd als ze bijdragen aan de eerdere afspraken uit de RES. Ook maken we ons zorgen over de definities in de gewijzigde omgevingsverordening waarmee belemmeringen ontstaan voor inwoners en organisaties die willen bijdragen aan de energietransitie. Wanneer bedrijven niet kunnen investeren in hun toekomst, zullen zij vroeg of laat onze provincie verlaten.

D66 is niet overtuigd dat het college de noodzaak van energieopslagsystemen inziet. Deze systemen zijn cruciaal om netcongestie te verlichten. Netcongestie vertraagt nu al onnodig woningbouw, duurzaamheidsprojecten en bedrijfsinvesteringen. Wij kunnen ons daarom erg vinden in de zienswijze van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, die benoemt dat nu opgewekte duurzame energie ongebruikt verloren gaat door de gestelde restricties.

In het Statenvoorstel wordt ook benoemd dat de nieuwe omgevingsvisie nog dient vertaald te worden in de omgevingsverordening, dit leidt tot een nieuwe aanpassingsronde. D66 vindt dat we ruimte moeten behouden voor toekomstige ontwikkelingen en hier niet bang voor moeten zijn. Wat D66 betreft kunnen we wachten op de nieuwe omgevingsvisie, waar alles opnieuw goed kan worden afgewogen.

Agenderingsverzoek Shell Papers

De recente onthullingen uit de zogeheten ‘Shell Papers’ werpen een nieuw licht op de gesprekken die jarenlang zijn gevoerd tussen de provincie Groningen, Shell en de NAM. De gesprekken verliepen soms geheim en vaak buiten de officiële communicatiekanalen. Voor D66 is dit een moment van reflectie. Het is duidelijk dat het jarenlang slepende gasdossier heeft bijgedragen aan een groot verlies van vertrouwen van de Groningers in hun bestuur. Het rapport “Groningers Boven Gas” heeft harde conclusies getrokken over het handelen van de Rijksoverheid, maar ook wij als provincie moeten onszelf de vraag stellen of we in dit dossier steeds goed hebben gehandeld.

D66 gelooft dat reflectie op ons eigen handelen essentieel is om het vertrouwen van onze inwoners terug te winnen. Reflectie kan leiden tot verbetering van het openbaar bestuur en de relatie tussen overheid en burgers versterken. Het is noodzakelijk om te kijken waar we als provinciaal bestuur mogelijk fouten hebben gemaakt en welke lessen we kunnen trekken voor de toekomst. Het gaat ons om transparantie, om openheid, om eerlijk te durven kijken naar ons eigen functioneren. Onze fractie heeft het College daarom gevraagd om te reflecteren op het handelen van het College van Gedeputeerde Staten in het gasdossier.