Terugblik Provinciale Staten 2 april 2025

D66 is blij met de plannen voor Ring West. De verwachte groei aan woningen en inwoners langs de ring vraagt om een stevige investering in de infrastructuur – voor auto, fiets, openbaar vervoer en voetgangers. De noodzaak is wat ons betreft duidelijk.

Idealiter zien wij ook een verdiepte ligging als onderdeel van de oplossing. Dat zou bijdragen aan leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Tegelijkertijd willen we realistisch blijven. Een verdiepte ligging is complex en kostbaar, en vraagt om heldere keuzes en goede onderbouwing.

We benadrukken het belang van communicatie. Uit de ervaringen met Ring Zuid is gebleken hoe belangrijk dat is. Groningen Bereikbaar speelde daarin een sterke rol. Wat ons betreft moet die kennis en ervaring ook bij Ring West benut worden. Maak gebruik van wat werkt – één centrale plek voor informatie, samenwerking met bestaande partners, en geen versnippering.
Daarnaast vragen wij: let op de uitvoerbaarheid. Mooie plannen zijn belangrijk, maar zonder voldoende vakmensen blijven ze op papier staan. Ook dat vraagt om aandacht.

D66 staat achter Ring West – met oog voor ambitie én realiteit

D66 is altijd voor de snelle realisatie van windenergie op zee geweest. Ook zijn wij enthousiast over de snelle ontwikkeling van de aanlanding van deze energie bij de Eemshaven. Zo zorgen we ervoor dat onze energiedoelen worden gehaald, de positie van de Eemshaven wordt versterkt en er kansen ontstaan voor de waterstof-infrastructuur, transport, energieopslag en duurzame chemie.

Tegelijkertijd dragen wij een grote verantwoordelijkheid voor het behoud van de Waddenzee als werelderfgoed en de bescherming van ons kostbare landschap. De impact op de natuur, het landschap en de waterhuishouding moet daarom zorgvuldig worden afgewogen. D66 steunt echter wel de zienswijze van de regio. Wat D66 betreft is het juist om ook de tunnelvariant verder te onderzoeken in de projectMER, ook al is deze optie mogelijk te optimistisch. Mocht de realisatie van het windpark vertraging oplopen, is de nodige techniek voor deze variant mogelijk wel voldoende ontwikkeld. Als dit toch niet het geval blijkt, kan de opgedane kennis alsnog van pas komen bij het latere programma VAWOZ voor 2040.

D66 wil een sterke regionale economie waarin ondernemers de ruimte krijgen om te groeien, innovatie wordt gestimuleerd en waar aandacht is voor een duurzame ontwikkeling. De economische agenda die voorligt bevat goede elementen, maar de concrete uitvoering en de samenhang met de sociale agenda zijn niet altijd duidelijk. De economische agenda moet niet alleen ambitieus zijn, maar ook haalbaar.

Het is goed om te lezen dat er stappen worden gemaakt om het MKB te ondersteunen bij de digitalisering. Wel mist de aanpak nog een sterke aanjager om alle sectoren effectief met elkaar te verbinden. Ook is D66 blij dat er in de economische agenda aandacht is voor duurzame energie. Netcongestie vormt echter een groot obstakel voor zowel de verduurzaming als de economische ontwikkeling van onze provincie en wordt onvoldoende aangepakt in de plannen. De aanpak hiervan is een randvoorwaarde voor het succes van de economische agenda en zonder oplossing lopen andere plannen en ambities gevaar.

De economische agenda benoemt dat we moeten inzetten op veel ambitieuzere en structurele marketing in brede zin, ook voor bedrijven. Dit terwijl de provincie en gemeente Groningen Marketing Groningen vorig jaar hebben gekort op de budgetten voor economische marketing. Voor D66 sluiten de ambitie en de werkelijkheid op dit punt niet op elkaar aan.

Verder heeft onze fractie moeite met het voorstel dat op tafel ligt wat betreft de onderliggende bureaucratie van de economische agenda. Adviesbureau Berenschot heeft hiervoor een voorstel geschreven, dat in feite neerkomt op het optuigen van een gemeenschappelijke regeling. Daarmee verliest de volksvertegenwoordiging invloed op de besluitvorming, zitten we vast aan zienswijze-termijnen van 12 weken en kan advies alleen via een gemeenschappelijke adviescommissie aan het bestuur worden gegeven. In haar advies heeft Berenschot ook aangegeven dat we juist in het begin in moeten zetten op goede kaders en statuten. Maar hoe deze kaders goed en duidelijk kunnen worden neergezet in een proces tussen tien gemeenten én een provincie, blijft onduidelijk. Mocht de gemeenschappelijke regeling er komen, dan is goede participatie van Raads- en Statenleden, maar ook van het bedrijfsleven en inwonersgroepen zoals jongeren, voor D66 een absolute must. Óók in de uitvoering.