D66 in de provincie door de jaren heen

Sinds de oprichting van D66 in het najaar van 1966 heeft D66 slechts één keer niet meegedaan als fractie in de Provinciale Staten van Groningen. Dat was in de periode tussen 1974 en 1978.

D66 heeft sinds haar ontstaan verschillende ups en downs gekend. We klommen op naar twee zetels, vier en zelfs negen in de periode 1991-1995. Daarna vielen we langzaam terug naar vijf, drie, twee tot we nog maar één Statenlid hadden in 2007. Maar D66 is een partij die kan klimmen, kan vallen, maar er altijd weer bovenop komt.

We hebben momenteel drie Statenleden en een gedeputeerde. Niet zo groot als we ooit waren, maar we zijn een sterke partner voor zowel coalitiegenoten als voor de oppositie. We houden ons vast aan onze idealen (duurzaamheid, bereikbaarheid, leefbaarheid en economische groei) en blijven ons inzetten voor een nog mooiere en betere provincie.

1970-1974

In het najaar van 1966 is D66 opgericht. In het voorjaar van datzelfde jaar vonden de Provinciale Statenverkiezingen plaats. Het zou daarom nog vier jaar duren voordat D66 ook mee mocht doen. Tijdens de verkiezingen in maart 1970 was het zover: D66 kwam meteen binnen met twee Statenleden. Een D66-Statenfractie in Groningen was een feit geworden. In 1971 is Statenlid Brinkhorst vervangen door Jansen.

1974-1978

In deze periode was D66 niet vertegenwoordigd in de Provinciale Staten van Groningen.

1978-1982

In 1978 keerde D66 na afwezigheid van vier jaar terug in de Groningse provinciale politiek. Geert Mik en Willem de Roos vormden aanvankelijk de fractie en gaven het stokje halverwege de periode door aan Joan Pieters–Stam en Bote Wilpstra.

In 1982 was D66 erg succesvol. Een verdubbeling van de fractie betekende een team van vier Statenleden. D66 kreeg steeds meer invloed op het provinciale bestuur. Joan Pieters-Stam en Bote Wilpstra waren er weer bij. Laatstgenoemde werd halverwege 1982 gedeputeerde namens D66.

​In 1987 verloren we een plekje in de Provinciale Staten ten opzichte van de periode daarvoor. Maar met de ervaringen van Jan Apotheker en Fred de Vries in de Staten van de voorgaande jaren en nieuwkomer Koosje van Doesen-Dijkstra stond niets de fractie in de weg om het D66-geluid weer in de provincie te laten horen.

1991 was het jaar van de beste provinciale verkiezingsuitslag ooit voor D66. Het aantal Statenleden verdriedubbelde. Het betekende veel nieuwe gezichten in het D66-team.

In de periode 1995-1999 bestond de D66-fractie uit vijf personen. Niet zo groot als de fractie daarvoor, maar toch zeker nog een aanzienlijk formaat. Simon Deinum liet zich in 1996 vervangen door Koos Riesenkamp. De vijf Statenleden lieten ondanks de forse krimp ten opzichte van de periode daarvoor zich er niet van weerhouden hard aan de slag te gaan en zich in te zetten voor de belangen van alle Groningers.

Vanaf 1999 had D66 een volledig vrouwelijke fractie. Johan Stehauwer liet zich namelijk na een halfjaar vervangen door Fleur Gräper-van Koolwijk. Samen met Renee Kerdijk-Scheepers en Alida de Ridder had het D66-geluid nog steeds voet aan de Groningse grond.

Fleur Gräper–van Koolwijk en Margaretha Edzes-Posthumus vormden de tweekoppige D66-fractie in 2003. Gräper liet zich in 2005 vervangen door Piet de Vey Mestdagh en Edzes liet zich in 2004 vervangen door Tettje Deinum-Bakker. D66 was nog maar zo groot als ze in het begin waren geweest in 1970, maar ze liet nog steeds het sociaalliberale geluid horen in de provinciale politiek.

In de periode 2007-2011 had D66 nog maar één Statenlid in de Provinciale Staten van Groningen. Al het vertrouwen was gevestigd op Piet de Vey Mestdagh, die de periode daarvoor al zijn intrede had gemaakt bij de fractie.

In 2011 groeide D66 weer. Een fractie van drie Statenleden én een gedeputeerde. Nelleke de Graaf-Drijvers, Paula Benjamins-van Oudheusden en het jongste Statenlid ooit, Tim Zwertbroek, vormden de fractie. Piet de Vey Mestdagh werd Gedeputeerde en als zodanig vervangen door Bote Wilpstra in 2013. Benjamins liet zich vervangen in 2013 door eerste lijstopvolger Doede de Vries.

Ook in 2015 was er groei, van één zetel. Tim Zwertbroek vormde met een deel van de vorige steunfractie een nieuwe D66-Statenfractie. Fleur Gräper-van Koolwijk werd namens D66 gedeputeerde in het College.

​Na de verkiezingen van 2019 verloor D66 een zetel. Het verlies was echter minder groot dan in andere delen van Nederland en het positivisme bij de Statenfractie was er dan ook niet minder om. Het verlies aan ervaring van Tim Zwertbroek, Bianca Kruize en Henri Schijf werd opgevangen met nieuwe Statenleden Peter Gerrits en Carin Tappel. Jurgen Elshof werd fractievertegenwoordiger en Fleur Gräper-van Koolwijk mocht opnieuw deelnemen aan het College als gedeputeerde. Geert Kamminga bleef aan als Statenlid en werd fractievoorzitter van de driekoppige fractie. In september 2020 nam Carin afscheid als Statenlid en werd zij opgevolgd door Jurgen. Vervolgens kondigde Geert in december van datzelfde jaar aan eveneens te stoppen, waarna Peter het fractievoorzitterschap overnam en ‘oude bekende’ Paula Benjamins-van Oudheusden de fractie weer compleet maakte.

​Met het afscheid Fleur Gräper-van Koolwijk als lijsttrekker en gedeputeerde, nam Sander Claassen in 2023 het stokje van haar over als de nieuwe lijsttrekker. D66 verloor een zetel en kwam met twee zetels in de oppositie terecht. De fractie bestond uit Sander en Paula Benjamins-van Oudheusden, die Statenlid bleef. Nieuwkomer Floor Buigel werd fractievertegenwoordiger. Dit alles betekende een afscheid van fractievoorzitter Peter Gerrits en Statenlid Jurgen Elshof. Jurgen bleef echter samen met Arjan de Boer en Kevin Wójcik op de achtergrond betrokken in de steunfractie.