Terugblik Statencommissie 15 januari 2025

Tijdens de eerste Statencommissie van 2025 debatteerden de Staten over de uitwerking van de aangenomen D66-motie ‘Klaar voor de Toekomst’ en het gebiedsplan Toekomst Landelijk Gebied. Voorafgaand aan de bespreking van deze onderwerpen stelde onze fractie vragen over het uitstel van de aanpak van de flessenhals Meppel, een grote bottleneck voor de spoorverbinding met Noord-Nederland. D66 heeft grote zorgen over het feit dat het kabinet dit probleem niet serieus lijkt te nemen en roept het College op om in het contact met de verantwoordelijke staatssecretaris de noodzaak van een oplossing te benadrukken. Ook vroegen wij het College naar de rol van de provincie in het voorkomen van schade aan internetkabels in de Noordzee als gevolg van hybride oorlogsvoering en het tijdspad van de Omgevingsvisie.

Uitwerking D66-motie ‘Klaar voor de Toekomst’

Voor D66 is digitalisering  een belangrijk speerpunt. Onze fractie kreeg dan ook complimenten van verschillende partijen nadat onze motie ‘Klaar voor de Toekomst’ door de Staten werd aangenomen. Met het aannemen van de D66-motie gaven de Provinciale Staten het College de opdracht om de digitaliseringsstrategie te versnellen, te voldoen aan de doelstelling een digitaal weerbare provincie te zijn en daar ook extra geld voor vrij te maken. Digitalisering is voor D66 altijd een speerpunt geweest. Het biedt kansen om als overheid transparanter te werken, inwoners beter te informeren en innovatie in onze provincie te bevorderen. Zo maken we de overheid toegankelijker, efficiënter en betrouwbaarder.

Hoewel de financiering in dit voorstel alleen voor 2025 geregeld is, is D66 desalniettemin blij. Hiermee wordt niet alleen voldaan aan de wettelijke eisen rondom cyberveiligheid, maar worden ook de dienstverlening en de communicatie naar inwoners via websites en naar medewerkers via intranet verbeterd. Bovendien bevordert deze investering data-gedreven werken, waardoor de provincie efficiënter en effectiever beleid kan maken en biedt het kansen voor innovatie zoals pilots met kunstmatige intelligentie. Tegelijkertijd zijn we beter voorbereid op cyberaanvallen, voorkomen we boetes en zijn we als provincie een aantrekkelijkere werkgever voor ICT’ers in een tijd van grote concurrentie op de arbeidsmarkt.

Deze investering maakt van onze provincie nog geen koploper op het gebied van digitalisering en D66 blijft dan ook de vinger aan de pols houden. De provincie moet voor haar inwoners een betrouwbare en dienstbare overheid zijn. Digitalisering is daarvoor geen luxe, maar een noodzaak.

Gebiedsplan Toekomst Landelijk Gebied

De Nederlandse agrarische sector staat voor grote uitdagingen. D66 wil op zoek naar draagvlak voor langetermijnbeleid waarin natuur en landbouw samenwerken. D66 ziet dat Groningen een sterke uitgangspositie heeft voor de landbouw van de toekomst. We zien kansen in groene chemie -waarbij boeren helpen om de industrie te vergroenen-  maar ook in groene energie en de digitalisering voor precisielandbouw. Helaas zien wij dat het College tot nu toe heeft gekozen voor stilstand, in plaats van aan de slag te gaan met een toekomstgerichte visie. Dat terwijl doelen als de Vogel- en Habitatrichtlijn, de afronding van het Natuurnetwerk Nederland, de Kaderrichtlijn Water en de doelen om de stikstofuitstoot te reduceren uit zicht raken. Bovendien dreigt handhaving bij PAS-melders deze groep in onzekerheid te storten.

Wat D66 betreft draait een landbouwvisie om de vraag hoe we genoeg voedsel produceren op een duurzame wijze. Wat D66 betreft staan verminderde afhankelijkheid van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en geïmporteerd veevoer naast klimaatbestendige teelten en kennisontwikkeling centraal in de verduurzaming van de landbouwsector. Het huidige gebiedsplan focust sterk op de landbouw; wat D66 betreft komt er ook een samenhangende visie voor natuur en biodiversiteit in onze provincie. D66 wil daarom dat het advies van de landbouw- en natuurtafel voor het verbinden van beken met de Waddenzee, het versterken van de laagveengordel en een rijke kustzone wordt opgenomen in het gebiedsplan. Voor het veranderen van hun bedrijfsvoering vindt D66 het belangrijk dat boeren worden ondersteund in hun zoektocht naar alternatieven door onafhankelijke landbouwadviseurs. Dit ontbreekt in het gebiedsplan, ondanks het beschikbare budget hiervoor. Bovendien is bij het gebiedsproces van de Veenkoloniën de bodemdaling ten gevolge van de zoutwinning in het gebied niet meegenomen. D66 is van mening dat dit mee moet worden genomen in de uitwerking. 

D66 is blij om te zien dat er vele experimenten en maatregelen zijn opgenomen die de landbouw helpen te verduurzamen. Aan goede ideeën geen gebrek. Voor opschaling van deze ideeën is echter geld nodig. Voor D66 is het logisch om te prioriteren en eerst in te zetten op kansrijke projecten die later -indien succesvol- opgeschaald kunnen worden. Zo wordt het beperkte budget effectief ingezet. Wat D66 betreft lobbyt het College actief voor meer budget bij het Rijk. De sterke uitgangspositie van de Groningse landbouw biedt hiervoor een sterke basis, zeker in combinatie met een samenhangende visie. Uitspraken van de verantwoordelijke gedeputeerde dat het wegvallen van geld een ‘zegen’ is, gaan daarbij in tegen het provinciaal belang en aangenomen moties van de Staten. D66 wil op zoek naar punten waar partijen het over eens zijn en vanuit daar ook tot elkaar komen op punten waar nog verschillen bestaan. Want iedereen is het erover eens dat boeren perspectief verdienen en daarvoor moeten we samen aan de slag.