Groene omgeving

De gemeente Nieuwkoop heeft een prachtige ligging: midden in de Randstad, maar met natuur en open ruimte om de hoek. Deze omgeving is een goede reden voor mensen om zich hier te vestigen of te verblijven. De omgeving is ons visitekaartje. Het is belangrijk om te beseffen dat die groene rijkdom niet vanzelfsprekend is. Er is alle reden om de lokale natuur en biodiversiteit actief te beschermen en ondersteunen. De gezondheid van de omgeving is ook bepalend voor de gezondheid van inwoners. Schone lucht, schoon water, en een schone bodem zijn van belang, maar ook de mogelijkheden voor ‘groen genieten’: de toegankelijkheid van de groene omgeving te voet, met de fiets of via het water.

Gezonde omgeving 

Investeren in gezondheidsbescherming levert altijd meer op dan het verhogen van budgetten voor zorg. Schone lucht om te ademen, schoon water om te drinken, een schone bodem om op te spelen of in te tuinieren, rust en groen om te herstellen na een drukke werkdag. Het is langzamerhand zelfs in een groene gemeente als de onze niet meer vanzelfsprekend. Dat moet veranderen. Er is meer aandacht nodig voor vervuilende stoffen in grond, voor pesticiden in lucht en water. Voor lawaai en voor bescherming van de natuur.

Wij willen de Omgevingsdienst West-Holland (ODWH) en de GGD een gezamenlijke opdracht geven om in kaart te brengen hoe het in onze gemeente staat met de gezondheidsrisico’s door vervuiling van lucht, bodem en water en met geluidhinder. Op basis daarvan maken we een verbeterplan.

Schiphol moet krimpen

Over onze gemeente liggen verschillende vliegroutes die van en naar het nabijgelegen Schiphol leiden. Schiphol is in de afgelopen decennia een steeds drukkere luchthaven geworden. In 1970 waren er 135.000 vliegbewegingen, in 1980 was dat aantal gegroeid tot 185.000, in 2019 werd een record gevestigd met bijna 500.000 vluchten. Er werken veel mensen op Schiphol en veel Nederlanders zijn blij met de lage ticketprijzen voor vakanties. Maar het aantal vluchten blijft maar stijgen en inwoners hebben hier last van, vanwege de uitstoot van de vliegtuigen en de geluidsoverlast die een overvliegend vliegtuig veroorzaakt. De negatieve invloed van het vliegverkeer op gezondheid, woonkwaliteit en natuur in de regio wordt te hoog. Steeds meer inwoners overwegen te verhuizen. Ook omdat zij tijdens de coronacrisis weer hebben ervaren wat de waarde van stilte is. 

Wij zetten ons, samen met een groot aantal andere D66’ers, sinds 2019 actief in voor een nieuwe, frisse en eigentijdse blik op de toekomst van Schiphol. Een toekomst waarin het belang dat inwoners hebben bij voldoende nachtrust en bij het leven in een fijne, gezonde, schone leefomgeving weer echt aandacht krijgt en niet weggestreept wordt tegen de economische belangen van de luchtvaartsector. Een toekomst waarin de volledige natuur- en klimaatimpact van de luchtvaart erkend worden. Een toekomst waarin Schiphol en de luchtvaartmaatschappijen hun eigen, eerlijke bijdrage leveren aan de vermindering van uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof. Een toekomst met eerlijke prijzen voor tickets: de vervuiler betaalt.

Wij willen een afbouw van het aantal nachtvluchten naar nul. We willen een stop op het gebruik van het ‘aantal gehinderden’ als maat voor beoordeling van geluidhinder. Met deze werkwijze kan een kleine groep mensen onbeperkt worden gehinderd en dat is onacceptabel in een rechtsstaat. In plaats daarvan is een (her)introductie nodig van persoonsgebonden, wetenschappelijk verantwoorde normen voor bescherming tegen geluid en schadelijke stoffen. Normen die gehandhaafd kunnen worden door inspecties en in het uiterste geval door de rechter. 

Wij willen dat er een fijnmazig en betrouwbaar geluidmeetnetwerk wordt ontwikkeld. Metingen kunnen bijdragen aan verbetering van de berekeningen van vliegtuiggeluid, maar ook weer een rol gaan spelen in de handhaving. 
Deze aangescherpte normen en handhaving moet in onze ogen gerealiseerd worden voordat er sprake kan zijn van een nieuw besluit over een maximaal aantal vluchten op Schiphol. 

De luchtvaartsector moet als een ‘normale sector’ worden behandeld binnen het klimaatakkoord en binnen andere regelgeving, met accijnzen op kerosine en btw op tickets. Een uitzonderingspositie van de luchtvaart is niet meer van deze tijd. Claims rond verduurzaming van de luchtvaart moeten getoetst worden op realiteitsgehalte. Voor de beoordeling van de werkelijke bijdrage van de luchtvaart aan stikstofuitstoot en -depositie is het van belang dat in berekeningen alle stikstofuitstoot wordt meegenomen, niet alleen de uitstoot onder de 3000 voet (914 meter) vlieghoogte. 

Als de bovenstaande punten serieus worden genomen, dan is groei van de luchtvaart voor de komende 10-20 jaar ondenkbaar. Sterker nog, dan is krimp van de luchtvaart onvermijdelijk. Wij willen dat het nieuwe kabinet dat erkent en dat er, op basis van de punten hierboven, voor de luchtvaart in Nederland ook een krimpscenario wordt uitgewerkt. 
De bovengenoemde maatregelen moeten deels op landelijk niveau worden genomen, deels ook op internationaal niveau. Wij willen dat het kabinet zich hier hard voor maakt.

Lokaal kunnen wij geen resultaten op het luchtvaartdossier afdwingen. Wij kunnen de gemeentelijke positie aan bestuurlijke tafels wel gebruiken om de belangen van huidige en toekomstige inwoners te verdedigen. Klimaat, gezondheid en wonen gaan boven vliegen. De gemeente dient in formele procedures zienswijzen in die de belangen van huidige en toekomstige inwoners verdedigen. Waar nodig of nuttig brengen we zienswijzen actief onder de aandacht van de Tweede Kamer. Vanzelfsprekend steunen we bewonersinitiatieven zoals de vereniging Vlieghinder Nieuwkoop en we werken graag met hen samen.

Natuurbehoud en natuurherstel verdient meer aandacht

Nieuwkoop heeft zijn nationale bekendheid te danken aan het water en de natuur. Er worden tientallen miljoenen landelijke en provinciale euro’s geïnvesteerd in natuurbehoud, in natuurherstel en in de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden. Gek genoeg, komt natuur in de lokale politiek vrijwel alleen ter sprake als het gaat om toerisme en recreatie. En soms met een negatieve ondertoon wanneer het gaat om effecten van Natura 2000-regels op ontwikkelruimte voor woningen en bedrijven.

D66 ziet dat graag anders. De gezondheid van de natuur is van levensbelang voor mensen en dat mag meer zichtbaar zijn in het beleid van de gemeente Nieuwkoop. De natuur in natuurgebieden en het groen in de dorpen kunnen elkaar versterken. Daarop willen wij gericht beleid voeren. Niet door her en der wat insectenhotels te plaatsen, maar door natuurherstel en -ondersteuning tot leidraad te maken in het omgevingsbeleid en het groenbeheer.

We maken versterking van de biodiversiteit het uitgangspunt in het groenbeheer. Bij aanplant willen we daarbij kiezen voor inheemse bomen, heesters en planten, omdat daarop een groter aantal insecten leven. Daarbij willen we gebruik maken van biologische zaai- en plantmateriaal, vrij van bestrijdingsmiddelen. Het maaibeleid passen we aan, zodat er meer bloeiende planten in de bermen komen en braakliggende veldjes zaaien we in met bloeiende planten.

Samen met Natuurmonumenten en IVN werken we samen aan projecten die inwoners uitleggen hoe een groene buitenruimte bijdraagt aan de versterking van de natuurgebieden. We geven daarbij inwoners informatie over bijdragen die zij kunnen leveren in hun eigen tuin. Samen met LTO, Caring Farmers en andere grondeigenaren willen wij de samenwerking aangaan om de natuurwaarde van begroeiing op landbouwpercelen en dijken te verhogen. We geven steun aan natuureducatie op scholen en aan projecten die kinderen laten kennismaken met de natuurgebieden in onze gemeente. 

In nieuwbouwprojecten geven we aandacht aan natuurinclusief bouwen, door voldoende ruimte voor groen op te nemen in stedenbouwkundige plannen en door projectontwikkelaars en zelfbouwers uit te nodigen om natuurvriendelijk te ontwerpen, bijvoorbeeld via de Checklist Groen Bouwen. Hierdoor vinden vogels en kleine zoogdieren ook makkelijk onderdak in de gebouwde omgeving. Daarnaast willen wij dat de gemeente gaat onderzoeken of zij een ondersteunende rol kan spelen bij het weidevogelbeheer.

Wij willen dat boomspiegels beplant worden en ondersteunen inwoners bij het aanleggen van geveltuintjes. We stellen daarvoor vanuit de gemeente materiaal ter beschikking. Door het leveren van hetzelfde materiaal voor initiatieven blijft het straatbeeld rustig. Daarnaast pakken we als gemeente het initiatief en planten wij 3.000 bomen bij. Via een gezamenlijke aanpak van de gemeente in samenwerking met maatschappelijke organisaties hopen wij in 2025 onze hoeveelheid bomen met een kwart te doen toenemen. 


Foto’s: groene boomspiegels, ingezaaide bermen en braakliggend terrein; zo kan het ook

Een omgeving die uitnodigt om te bewegen 

Veel inwoners zijn graag buiten om te bewegen, juist in onze gemeente. Helaas zijn zij daarvoor grotendeels aangewezen op paden en wegen met gemengd verkeer. Fietsers zijn grotendeels aangewezen op wegen waar ook auto’s en/of landbouwverkeer rijdt. Wandelaars moeten vaak wandelen op fietspaden of kunnen alleen door gebruik te maken van een B-weg een mooie avondwandeling maken. Dat is ontzettend jammer. En waar elke stad een fatsoenlijk park heeft, raken onze dorpen meer en meer versteend. D66 wil meer veilige bewegingsruimte voor fietsers en voor wandelaars. Daarbij hebben we ook speciale aandacht voor wandelaars met een hond.

We maken hiervoor een toekomstvisie fiets als addendum op het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan. Hierin werken we ambities en wensen uit voor verschillende vormen van fietsverkeer: lokaal functioneel fietsverkeer naar voorzieningen en scholen, recreatief fietsverkeer, wielrenners en woon-werkroutes met e-bikes. We ontwerpen een wenskaart die we gebruiken om lokaal te investeren in fietsgerelateerde infrastructuur. Hierbij maken we gebruik van provinciale en landelijke budgetten. 

Ook maken we een toekomstvisie voor wandelaars als addendum op het gemeentelijke verkeers- en vervoersplan. Hierin verwerken we de wensen van inwoners uit alle dorpen en van recreatieve partners tot een wandelwensenkaart. Deze kaart willen we gebruiken als onderlegger voor lokale investeringskeuzes en als kaart op gebruik te maken van provinciale en landelijke budgetten. We nodigen boeren uit om hun grond ruimer open te stellen voor wandelaars, naar voorbeeld van gewoonten in andere Europese landen.

Toekomstbestendige landbouwgrond 

Onder Goed Wonen is al beschreven dat we ruimte voor nieuwbouw zoveel mogelijk in bestaande gebieden en gebieden die al zijn aangewezen voor herontwikkeling zien. In de paragraaf Natuur is het belang van behoud en herstel van de natuurgebieden aan de orde geweest. De derde grote ruimtegebruiker in onze gemeente is de landbouw. In deze sector is decennialang ingezet op schaalvergroting en intensivering. Nu staan boeren, tuinders, overheid en burgers gezamenlijk voor de opgave om te komen tot nieuwe bedrijfsmodellen die zorgen voor voldoende en gezond voedsel, voor een goed inkomen voor de boer en voor harmonie met de natuur. De problemen met bodemdaling door waterbeheer, met stikstof, fosfaat, bestrijdingsmiddelen en dierenwelzijn moeten opgelost worden. Maar dat moeten we wel samen doen. De boeren moeten hun bedrijfsvoering aanpassen, consumenten moeten een realistische prijs van voedsel gaan betalen, de overheid moet beide ondersteunen. Wij willen ons actief inzetten voor een gebiedsgerichte stikstofaanpak met oplossingen die niet alleen op papier kloppen, maar ook werkelijk leiden tot verlaging van stikstofuitstoot en depositie vanuit de landbouwsector (naast daling in andere sectoren). Daarbij hoort vermindering van de veestapel, maar niet per definitie een vermindering van het aantal bedrijven. Opkoop van de gebieden die direct aan natuur grenzen kan nodig zijn, maar extensivering, teelt van andere gewassen, gemengde bedrijvigheid zijn ook opties om de doelen te bereiken. Wij zullen ons daar maximaal voor inzetten en realiseren ons dat daar geld en doorzettingsvermogen voor nodig zijn. En dat we niet alleen boeren moeten aanspreken op de noodzaak tot veranderen, maar ook consumenten moeten overhalen om duurzaam voedsel te kopen. D66 durft die keuzes te maken en zal bij die keuzes alle belangen meewegen. 

Wij juichen de komst van kringlooplandbouw toe en zijn enthousiast over organisaties die daaraan werken door het experimenteren met nieuwe vormen van coöperatief eigenaarschap van landbouwgrond en/of nieuwe vormen van teelt en grondgebruik die beter samen gaan met herstel van biodiversiteit en/of met een hoger waterpeil. Het project van Land van Ons in Oud Ade volgen we met veel belangstelling.

Energie en omgeving

Er moet een einde komen aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Nederland is afhankelijk van andere landen op het gebied van elektriciteit en koopt daarbij vaak stroom in die op een vervuilende manier is gewonnen. Welke energiebronnen over enkele decennia beschikbaar zijn valt nu nog niet met zekerheid te zeggen. Aardwarmte en warmte uit oppervlakte- en afvalwater spelen mogelijk een rol in de warmte-opgave. Maar voor het bereiken van de doelen die internationaal zijn afgesproken tot 2030 speelt vervanging van gas, olie en benzine door elektriciteit voorlopig de hoofdrol, zowel voor woningen als voor (personen)vervoer. We gaan steeds meer elektrisch koken, elektrisch verwarmen en elektrisch rijden. Die elektriciteit moet wel ergens opgewekt worden. 

Voor de korte termijn zijn wind en zon de belangrijkste opties voor het opwekken van elektriciteit. De installaties die nodig zijn om deze energiebronnen te benutten vragen ruimte en zijn zichtbaar in het landschap. We vinden dit jammer, maar het is onvermijdelijk. Dat is het eerlijke verhaal. Met wind op zee en zon op dak alleen kunnen we niet in de energiebehoefte voorzien. Dat is door experts uitstekend in kaart gebracht. Op meerdere plekken in Nederland is ook energieopwekking op land nodig. Daarbij is het van belang om de verhouding tussen zon en wind zo af te stemmen dat de benodigde investeringen in infrastructuur door netwerkbedrijven betaalbaar zijn. Die investeringen gaan burgers namelijk terugzien op hun energierekening (of moeten ze opbrengen via belastingen als de overheid ervoor kiest om collectief te investeren). Een verhouding van 50/50 zon/wind is voor het netwerk optimaal. 

In eerdere participatietrajecten rond de Regionale Energie Strategie (RES) zijn vragen aan inwoners gesteld die alleen ingaan op gevolgen van keuzes voor zon of wind op het landschap. In de ogen van D66 is dat een vergissing. Die vraag overvalt inwoners. Voor de RES 2.0 willen we dat veel beter doen en inwoners meenemen in de stappen die nodig zijn om klimaatverandering te stoppen, via de opties voor energiebronnen, de technische mogelijkheden naar de effecten voor de omgeving en de hoogte van de kosten die terug te zien zijn in toekomstige energierekeningen. We zijn ervan overtuigd dat dat de kwaliteit van het gesprek, de afweging van belangen en het maken van keuzes die voor zoveel mogelijk mensen acceptabel zijn, ten goede komt. 

Ook wij zullen blij zijn als er elders in Nederland zoveel ruimte is voor energieopwekking dat onze polders leeg kunnen blijven. Maar we houden er rekening mee dat we ons aandeel moeten leveren in duurzame energieopwek en daar lopen we niet voor weg.


Foto: zonnepanelen in een weiland

Met name het plaatsen van windmolens zorgt voor een dilemma. Windmolens zijn met de huidige stand van de techniek de meest rendabele duurzame energiebron, maar zijn ook het meest zichtbaar in het landschap. Dit roept gemengde gevoelens op. Oudere inwoners hebben (gemiddeld) een voorkeur voor zonnevelden boven windmolens, jongere dorpsgenoten hebben juist een voorkeur uitgesproken voor gebruik van wind. Wij willen pragmatisch met het vraagstuk omgaan door op de korte termijn in ieder geval met spoed ruimte te geven aan de plaatsing van kleine windmolens met een ashoogte van ca. 15 meter op plekken die hiervoor geschikt zijn. Dergelijke windmolens zijn in onze buurgemeenten al heel gebruikelijk. Deze molens zijn minder efficiënt, maar ze hebben een relatief kleine impact op de omgeving, omdat ze over grotere afstand veel minder zichtbaar zijn. Ook geven ze spreiding van opweklocaties die het elektriciteitsnet voor de kortere termijn beter aankan. Deze tussenstap maakt dat we alvast wat doen en tegelijkertijd het gesprek met inwoners over het waarom, het wat en het hoe van de energietransitie kunnen voortzetten. 

Bij de uitwerking van de keuzes voor een mix aan energiebronnen past ook het ontwikkelen van nog meer postcoderoos-projecten waarin inwoners kunnen profiteren van de energie die lokaal wordt opgewekt. De suggestie uit recente advertenties van de huidige gebiedscoöperatie dat zonnepanelen op bedrijfsdaken een vervanging kunnen zijn van zonnepanelen op woningen of vooral een investering die financieel rendement oplevert, betreuren wij. Elk dakoppervlak telt en moet zoveel mogelijk worden benut. Postcoderoos-projecten zijn er om mensen die geen geschikt dak hebben toch de kans te geven om mee te doen.