Vertrouwen op de eigen kracht van onze inwoners

Wij vertrouwen op de eigen kracht en ontwikkeling van mensen. Daarom zien we de toekomst met optimisme tegemoet. Mensen zijn zo creatief dat ze steeds opnieuw zelf oplossingen vinden. Wij willen dat de gemeente deze kracht, vindingrijkheid en creativiteit van mensen ondersteunt en ruimte geeft. De sleutel voor verandering ligt bij mensen zelf en wij willen dat de overheid daarbij aansluit. Wat mensen voor zichzelf en anderen kunnen doen is veel belangrijker en effectiever dan wat de overheid kan doen. Samenlevingen zijn op steeds meer verschillende manieren met elkaar verbonden. Wij staan open voor de gehele wereld en sluiten niemand uit. Bij alles wat we doen, vragen we ons steeds af welke effecten dat heeft op anderen.

Daarbij handelen wij steeds pragmatisch, nuchter en op basis van feiten. Mensen zijn verschillend en wij willen dat de overheid ruimte laat voor die verschillen. Wij willen een dynamische, open samenleving waarin iedereen de ruimte krijgt om zijn eigen beslissingen te nemen en iedereen zich op zijn eigen manier kan ontwikkelen. Wij vinden het vanzelfsprekend om welvaart met elkaar te delen. We willen dat zoveel mogelijk mensen meedoen in het maatschappelijk en economisch proces, want daar worden we allemaal beter van. Voor mensen die zichzelf niet kunnen redden dragen we een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

D66 gaat uit van de eigen kracht van mensen. Als ze daar (tijdelijk) niet toe in staat zijn, kunnen ze een beroep doen op ondersteuning. Op het gebied van schuldhulpverlening is D66 groot voorstander van preventie, bijvoorbeeld door middel van voorlichting op scholen, zoals het project ‘No credit, no game’. Verder heeft de fractie gepleit voor concrete ondersteuning van jongeren met schuldproblematiek en ondersteuning van mkb’ers en zzp’ers. Het is heel belangrijk dat de burgerparticipatie wordt geïntensiveerd. De afgelopen jaren zijn er op dat gebied al de nodige stappen gezet met de komst van burgerinitiatieven, de nieuwe manier van vergaderen van de gemeenteraad (waardoor inwoners beter en eerder bij plannen worden betrokken), interactieve bijeenkomsten (over de stadsvisie of de nieuwe welstandsnota bijvoorbeeld) of de burgerbegroting.

Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor een aantal belangrijke sociale zaken en zorgtaken, waaronder jeugdzorg, WMO en participatie. D66 steunt deze overgang, omdat we professionele hulp en preventie zo dicht mogelijk bij de inwoner willen organiseren. Wij dringen aan op kwaliteit en duidelijkheid. Daarbij is het begrip “Maastrichtse maat” een eigen leven gaan leiden. Niemand weet meer precies wat daar wel of juist niet onder valt. Het uitgangspunt van D66 is dat iedereen hulp en ondersteuning dient te krijgen die nodig is. Liefst tijdelijk. Om de voorzieningen op termijn beschikbaar en betaalbaar te houden zijn demedicalisering en normalisering nodig. Een dokter of een psycholoog kan niet ieder probleem oplossen. De hulp dient geboden te worden waar de nood het hoogst is. Dat betekent in de praktijk dat er verschillen zijn in de ondersteuning in diverse wijken. Er mag gevraagd worden dat de breedste schouders de zwaarste lasten dragen. Om slagvaardiger te worden is het noodzakelijk om het aantal zorgaanbieders te verminderen.

Participatie

Een toenemend probleem is de eenzaamheid. Niet alleen bij ouderen, maar zeker ook onder jongeren. Lang niet iedereen kent zijn of haar eigen buren. We moeten eraan werken dat we naar elkaar omzien en aandacht voor elkaar tonen. D66 wil dat iedereen een eerlijke kans krijgt mee te doen op de arbeidsmarkt en in de maatschappij, of je nu als werknemer of als zelfstandige aan de slag wil. Dit geldt ook voor mensen met een beperking. Er staan nog altijd te veel mensen met een handicap langs de kant. D66 is voor het waarmaken van het VN-verdrag op het gebied van de Rechten van Personen met een Handicap in Maastricht. Doel van dit verdrag is de mensenrechten van mensen met een beperking te bevorderen, beschermen en waarborgen. Centrale begrippen in het verdrag zijn inclusie, persoonlijke autonomie en volledige participatie. In het verdrag is aangegeven wat de overheid moet doen om ervoor te zorgen dat de positie van mensen met een beperking verbetert.

In de visie van D66 ondersteunt de gemeente inwoners in het regisseren van hun eigen leven en participeren in de samenleving. Verbinding tussen de verschillende taken in het sociale domein is volgens D66 essentieel om beleid op lokaal niveau succesvol uit te voeren (bijvoorbeeld bij multi-probleemgezinnen). Ondersteuning en zorg kunnen beter worden afgestemd op wat daadwerkelijk nodig is als gebruik wordt gemaakt van het principe: één gezin – één plan – één regisseur.

D66 vindt dat bij het uitvoeren van de kerntaken van de WMO de focus moet liggen bij hulpbehoevende ouderen en hun mantelzorgers, chronisch zieken en inwoners met een (tijdelijke) functiebeperking. En bij hulpbehoevenden (jong en oud) die sociaal geïsoleerd dreigen te raken.

De gemeente moet zorgen dat deze kwetsbare groepen ook daadwerkelijk kunnen (blijven) participeren in de maatschappij. D66 wil het gebruik van het persoonsgebonden budget (PGB) stimuleren zodat mensen meer hun eigen toekomst kunnen bepalen. Vrijwilligerswerk en mantelzorg vormen een belangrijk fundament van een leefbare en open samenleving waaraan iedereen kan deelnemen. D66 vindt dat slimmer gebruik kan worden gemaakt van vrijwilligers en mantelzorgers en stimuleert mogelijkheden om de werkdruk te verlichten. Organisaties die zorgvrijwilligers ondersteunen leveren hier een belangrijke bijdrage aan en moeten door de gemeente blijvend worden ondersteund.

D66 vindt dat opvoeden de verantwoordelijkheid van ouders is. Als er problemen ontstaan die niet door de opvoeders kunnen worden opgelost, moet er hulp voorhanden zijn. Vroegtijdige signalering en preventie zijn belangrijk om mogelijk grotere problemen te voorkomen. We willen dat professionals samenwerken en informatie uitwisselen over gezinnen. D66 gelooft in de eigen kracht van ouders/opvoeders en kind om te komen tot adequate oplossingen voor hun problemen bij de opvoeding, waar nodig ondersteunt door hulpverleners. D66 wil dat het kind betrokken is. D66 is voorstander van een algemene laagdrempelige voorziening voor jongeren met (psychische) problemen die aansluit bij de beleefwereld van jongeren. Jongeren worden hier ontvangen door leeftijdsgenoten en ervaringsdeskundigen en kunnen hier anoniem hun verhaal doen. Door in te zetten op een dergelijk laagdrempelige preventieve voorziening, worden problemen sneller herkend en opgelost.

D66 steunt de inzet van praktijkondersteuners bij huisarts(praktijk)en. Ze werken laagdrempelig, kunnen goed adviseren, voorkomen daarmee wachtlijsten en hogere zorgkosten. Hulpverleners kennen de mensen in de wijk en de problemen die daar spelen. Daarom zijn wij voorstander van sociale (wijk)teams. D66 vindt dat er een betere afstemming moet komen als diverse hulpverleners binnen één gezin werkzaam zijn. De gemeente dient daarbij zo nodig de regie te nemen.

Gelijkwaardigheid

Mensen zijn niet allemaal gelijk, maar wel gelijkwaardig. Iedereen moet zich in Maastricht thuis kunnen voelen. Tolerantie is voor D66 het uitgangspunt. D66 beschouwt iedereen die in de gemeente woont als Maastrichtenaar. We willen een gemeente zijn waarin ruimte is voor verschillende culturen en leefstijlen. De gemeente kan er in belangrijke mate aan bijdragen dat iedereen zich thuis voelt en iedereen kan zijn wie hij of zij is. D66 wil stimuleren dat de bewoners van Maastricht een bijdrage leveren aan het scheppen van een positief klimaat waardoor “oorspronkelijke” en “nieuwe” inwoners van Maastricht in harmonie met elkaar samen kunnen leven. Voorop staat dat iedereen gelijke kansen dient te hebben om zich te ontplooien en dat in gezamenlijkheid wordt gewerkt aan integratie, mondialisering en de multiculturele samenleving.

De samenleving gaat steeds meer uit van de eigen kracht van bewoners en ondernemers. Daarbij gaat het om het effectief organiseren van de (denk)kracht die Maastricht rijk is. Gebruik maken van de kracht in een wijk waar inwoners hun eigen buurtcentrum runnen bijvoorbeeld. De rol van de gemeente is die van partner en niet een van ‘in alles voorop willen lopen’. Waar nodig moet de gemeente partijen ondersteunen, voorwaarden scheppen en bovenal barrières wegnemen. Waar dat voortvloeit uit haar publieke taak moet de gemeente voor zover nodig zorgen voor voorzieningen, handhaving en bescherming van (mensen)rechten.

Waar mogelijk kan technologie helpen in het behouden van de eigen regie over je gemeentelijke gegevens. Door gebruik te maken van technologische mogelijkheden als een blockchain systeem is het mogelijk zelf digitale transacties te doen zonder bijvoorbeeld de tussenkomst van een bank, de gemeente of het kadaster. D66 wil dat de gemeente deze technologische mogelijkheid gaat gebruiken in het belang van de inwoners.

D66 wil blijvende aandacht voor het bespreekbaar maken van seksuele diversiteit in onderwijs, ouderenbeleid, veiligheid, sport en religieuze kring. Belangrijk is daarbij vrijwilligers uit verschillende bevolkingsgroepen en organisaties te betrekken bij de voorlichting hierover en initiatieven te ondersteunen waarbij verschillende bevolkingsgroepen met elkaar de dialoog aangaan. Het COC Limburg is daarbij een belangrijke partner voor de gemeente. Diversiteit is belangrijk. D66 is dan ook voorstander van het stimuleren van een Euregionale gaypride.

Een belangrijk thema in het onderwijs en het bedrijfsleven is het tegengaan van pestgedrag. Voorlichting is van essentieel belang. D66 is bezorgd over het hoge percentage ongewenste intimiteiten, het aantal verkrachtingen, gedwongen prostitutie, de problematiek op het gebied van loverboys en lovergirls en mensenhandel.

D66 is voorstander van een laagdrempelig meldpunt. Aangifte bij de politie dient gestimuleerd te worden. Maar veel beter is het geven van voorlichting en het inzetten op preventie. Uit cijfers van de GGD blijkt dat Zuid-Limburg te maken heeft met relatief hoge aantallen tienerzwangerschappen, soa’s en seksuele grensoverschrijding, waarbij bepaalde kwetsbare groepen in beeld kwamen. D66 vindt dat de gemeente preventie op dit gebied moet stimuleren. D66 is groot voorstander van het project Trendbreuk om met name jongeren te stimuleren een goede levensstijl te ontwikkelen en zaken als overgewicht te voorkomen.

Armoedebestrijding

D66 wil dat de gemeente mensen die in een armoedesituatie verkeren, stimuleert om zelf tot een oplossing te komen om zo hun economische zelfstandigheid te verwerven. D66 gelooft dat werken in een betaalde baan de beste bestrijding is van armoede. Investeren in economische groei en onderwijs is daarom cruciaal.

D66 vindt dat de declaratieregelingen voor mensen met een minimuminkomen gehandhaafd moeten worden, dat er cursussen aangeboden moeten worden op het gebied van schuldhulppreventie (om te voorkomen dat mensen in grotere financiële problemen komen) en dat de gemeente mensen moet wijzen op verschillende regelingen. D66 vindt het onaanvaardbaar dat één op de zes inwoners op dit moment onder de armoedegrens leeft.

D66 ziet budgetkringen als voorbeeld van een duurzame manier van armoedebestrijding. De budgetkring zet mensen in armoede aan om zelf tot een oplossing te komen, waardoor niet alleen hun financiële situatie, maar ook hun maatschappelijk zelfvertrouwen groeit. Alleen inzetten op schuldsanering is een hulpmiddel, maar geen structurele oplossing om duurzame armoede te voorkomen.

Ook moet er meer aandacht komen voor kinderen die opgroeien in een minimahuishouden, door zorg te dragen dat deze kinderen deelnemen aan het sociale leven. Dat is de kans voor deze kinderen om uit de vicieuze cirkel te komen en zich te kunnen ontwikkelen tot goed opgeleide mensen met toekomstperspectief. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van het Jeugdsport- en het Jeugdfonds Sport-& Cultuur. D66 vindt dat van personen die een beroep doen op Nederlandse sociale voorzieningen verwacht mag worden dat zij Nederlands leren.

Drugs

D66 is voorstander van het reguleren van de wietkweek. Het is vreemd dat softdrugs wel verkocht mogen worden, maar dat de inkoop niet geregeld is. Daarom is D66 voor het regelen van ‘de achterdeur’ en voorstander er van dat Maastricht meedoet aan het experiment met een gemeentelijke wietkwekerij. Door te werken met een gemeentelijke licentie voor het kweken van wiet kan er ook beter gecontroleerd worden op het THC-gehalte en de kwaliteit. D66 ziet dit als een opstap naar gereguleerde, legale verkoop van softdrugs. De drugsoverlast heeft vooral te maken met veel buitenlandse drugstoeristen. Door het hanteren van het zogeheten ingezetenencriterium komt dat echter niet van de grond. Alleen inwoners van Maastricht met een uittreksel uit het bevolkingsregister die ouder zijn dan 18 jaar mogen in coffeeshops worden toegelaten. Dat leidt volgens D66 tot onwenselijke situaties zoals illegale straathandel.

D66 is voorstander van gereguleerde verkoop via coffeeshops. Die moeten zich houden aan strenge regels zoals controle op leeftijd. Daarvoor wordt ook de illegale straathandel teruggedrongen. Door straathandel verschuift een deel van de problemen naar de wijken, is er geen controle op leeftijd en gezondheidsaspecten en is er sprake van vermenging van handel in soft- en harddrugs. Daarom zou handhaving van het ingezetenencriterium moeten vervallen en plaatsmaken voor het bestrijden van drugsoverlast, ongeacht de nationaliteit van de gebruiker(s).