Themadebat fysieke leefomgeving

Vanavond zijn er meerdere stukken die ingaan op hoe wij met mobiliteit omgaan: deelmobiliteit, zero-emissie, verkeersveiligheid bij scholen en – wat meer overkoepelend – de netwerkaanpak mobiliteit. De gemene deler is dat elk van deze documenten raakt aan de verandering in het denken over mobiliteit waar we als gemeente al jaren actief aan werken; enerzijds is dat het inrichten van de stad volgens het STOMP-principe, waarbij er meer aandacht is voor de actieve vormen van verkeersdeelname, anderzijds gaat het over de grote mobiliteitsbewegingen in en om de stad. Samengevat gaat het over hoe Zwolle op een toekomstbestendige manier om kan gaan met mobiliteit. 

Zoals in mijn opsomming van de stukken zojuist al blijkt, dat kan niet zonder daarbij goed te kijken naar vraagstukken als leefbaarheid, duurzaamheid en veiligheid. Wat ons betreft is te merken dat er steeds beter in het totaalplaatje wordt gedacht. Neem het voorbeeld van deelmobiliteit; na de eerste ervaringen wordt die nu meer aangesloten op de strategie van mobiliteitshubs, is rekening gehouden met hoe deelfietsen en -scooters in de openbare ruimte worden ervaren én sluit de contracttermijn aan bij die van het doelgroepenvervoer.  
 
In de netwerkaanpak mobiliteit komt ook het totaalbeeld goed naar voren. Niet alleen vanuit het onderwerp mobiliteit zelf, maar vooral als versterker van andere belangrijke doelen die we als gemeente hebben; het realiseren van woningbouw, het zijn van belangrijke schakel in regionale / landelijke bereikbaarheid en kwaliteit toevoegen aan de leefbaarheid en openbare ruimte in Zwolle.  

Met de toenemende complexiteit die een stad in ontwikkeling met zich meebrengt, is het voor ons heel belangrijk dat voorzieningen voor iedereen goed bereikbaar zijn. Dat kan door ze goed gespreid over de stad te hebben, dat is een inrichtingsvraagstuk. Redenerend vanuit de stukken van vanavond betekent het vooral dat mobiliteit voor iedereen beschikbaar is. We blijven daarom ook voorstander van het eerder genoemde STOMP-principe, dan hoeft autobezit al geen drempel te zijn. Voor mensen die minder of niet in staat zijn zelf te lopen of fietsen is publieke mobiliteit dan een belangrijk element.  
 
Naast het genoemde risico dat bepaalde wijken of werklocaties auto afhankelijk worden en er dus goede OV-verbinding moeten komen naar die gebieden, denken wij dat het ook en misschien wel vooral een fijnmazig openbaar vervoersnetwerk moet zijn. Dus niet alleen tussen wijken met her en der stops, maar ook binnen wijken. De strategie van het denken in mobihubs past wat ons betreft ook bij het denken in publieke mobiliteit. Dus vanuit vervoersbewegingen over grotere afstanden kan via hubs worden overgestapt naar transport voor kortere afstanden.  
 
Vertaald naar OV gaat het dan over klein en fijnmazig binnen wijken met de mogelijkheid om over te stappen naar ‘buitenwijks’ vervoer. Met de huidige concessie voor het openbaar vervoer zal dit niet zomaar mogelijk zijn, het vraagt waarschijnlijk een langjarig traject met o.a. de provincie als huidige concessieverlener en wellicht de regionale partners. Het begint echter met wat wij zelf denken nodig te hebben. Navraag leert dat de visie op publieke mobiliteit volgend jaar verwacht mag worden, dat zien wij als een eerste mijlpaal in de ontwikkeling van nieuwe publieke mobiliteit in Zwolle.