Actualisatie economisch perspectief

Om te beginnen is de fractie van D66 blij met de opzet van deze actualisatie. Het college laat zien dat het de kern van waaruit de lokale en regionale economie wordt aangevlogen overeind houdt; namelijk dat verdienvermogen gestoeld is op duurzaamheid en een inclusieve arbeidsmarkt en dat de economie als geheel een toekomstbestendige samenleving versterkt. Daarmee heeft de verschuiving van economische groei als doel naar een ontwikkeling die economisch, duurzaam en sociaal bijdraagt aan stad en regio definitief vorm gekregen. Complimenten voor de heldere uiteenzetting van argumenten, ambities en opgaven, wij zien dat de potentie om dit beleid te realiseren in basis aanwezig is.

In basis, want onze economie kent een relatief lage mate van transitiegereedheid of transitievermogen. Met de inzet op een andere economische omgeving – dat is wat we doen – verandert de rol die je als deelnemer in die omgeving hebt. Dan is het vermogen om je aan te kunnen passen belangrijk en je moet er klaar voor zijn. Wat in algemene zin nog onvoldoende zo is. In het beleidsstuk staat dat er behoefte bestaat aan meer strategisch leiderschap door bestuurders van onderwijs, ondernemers en overheid. Ook van de gemeente dus, gelukkig lezen wij in deze actualisatie dat de gemeente rollen aanneemt die wij graag zien: faciliteren met duidelijke kaders, aanjagen door samen te werken en regie nemen waar dat nodig is. We hopen natuurlijk wel dat dit ook concreet overslaat op onderwijs en ondernemers.

Wat regie betreft, het is niet voor het eerst dat dit college nadrukkelijk wijst op de fysieke ruimte die nodig is voor toekomstbestendige en circulaire economie. Met gericht uitgiftebeleid van nieuwe kavels en het herstructureren van bestaande bedrijventerreinen zien wij dezelfde rolneming terug die ik eerder benoemde; duidelijke kaders en regie. Op het gebied van innovatie wordt nadrukkelijk de faciliterende en aanjagende rol ingenomen, bijvoorbeeld door in te zetten op de kennis- en innovatiestructuur via startups of samenwerking met de universiteit Twente. Het zal niet verbazen dat we beide als positief beoordelen. We hebben nog wel één concrete vraag over de transitie naar de circulaire economie. Dat is of de huidige middelen eigenlijk wel voldoende zijn om die transitie daadwerkelijk goed te kunnen maken. Daar horen we graag een reactie van de wethouder op.

Tot slot ga ik nog in op impact ondernemen en het begrip waardeketens. In het oorspronkelijke economische perspectief was het ondernemen met impact en het bijdragen van ondernemers aan maatschappelijke oplossingen een concreet beslispunt. Wij gaan er van uit dat met deze actualisatie dat nog gewoon overeind staat, impliciet lezen we dat ook wel terug in het stuk. De inzet op bijvoorbeeld inclusieve arbeidsmarkt vraagt van ondernemers immers ook een bijdrage aan deze maatschappelijke uitdaging. Daarnaast is in de nota sprake van waardeketens bij ondernemers. Vrij vertaald; het onderling samenwerken (keten) om a. blijvend bestaansrecht te kunnen hebben en b. bij te dragen aan de circulaire economie (waarde) als ondernemer. 
 
In onze optiek wordt dit vooral nog benoemd met betrekking tot de rol van een onderneming of organisatie binnen een circulaire economie. Wat we minder goed teruglezen is hoe een waardeketen er bij een inclusieve economie uit kan zien; of het daar op eenzelfde manier werkt of inzet op wordt gepleegd. Daar horen we graag een reflectie op van de wethouder.

Tot zover onze bijdrage. In algemene zin is D66 zeer tevreden over wat het college met deze actualisatie wil bereiken en hoe ze daar op uit wil komen. De duidelijke en gestructureerde manier waarop het is beschreven geeft ons vertrouwen in de uitwerking.