Gemeentelijk kader ANNO

Als eerste dank aan mevrouw Greving voor het inspreken en het inkijkje dat ze gaf. Dat wekt nieuwsgierigheid op. Dan terug naar vlak voor de zomer. Toen spraken we ook over dit onderwerp, dus ik kan het redelijk kort houden vanavond. Destijds lieten wij al weten voorstander te zijn van het herzien van de kaders voor ANNO. De verschillende functies en ambities waren zodanig complex dat ook een verbeterplan het uiteindelijke doel wellicht niet dichterbij zou brengen. De kaders die het college nu voorstelt geven ANNO meer bewegingsvrijheid om zich te ontwikkelen naar een stadsmuseum met een goede basis.  
 
Het is goed te zien dat de gemeente een duidelijker rol inneemt, dat was immers een kritisch punt uit het Berenschot rapport eerder dit jaar. De kaders die nu voorgesteld worden bieden toekomstperspectief door meer tijd in te ruimen. Daarnaast zijn ze concreter, zodat ANNO beter weet waar ze aan moet voldoen. Tot slot wordt gevraagd om erfgoed te verbinden met de huidige tijd en actuele onderwerpen. Wij zien daarin de kans een breder publiek te interesseren en vinden het daarom een goed onderdeel.

Waar we nog benieuwd naar zijn is het wegnemen van de verplichte relatie met Collectie Overijssel. Dat biedt potentieel vrijheid voor de museale functie, maar het kan theoretisch ook betekenen dat de studiezaal uit ANNO verdwijnt. We hebben nog geen reden aan te nemen dat dit zo is. Mocht het wel tot dit punt komen, dan zien we de functie wel graag voor Zwolle behouden blijven. Dat geven we vast mee.

Ik kan al afronden, dat doe ik met bijna dezelfde zinnen als in de bijdrage voor de zomer. Namelijk dat het goed is om te leren van processen die niet gaan zoals bedoeld. Het is en blijft belangrijk om vast te houden aan onze bestaande culturele ambities. Alleen kunnen we daar soms beter wat langzamer en goed aan werken dan snel met herstel. En dat is precies wat we met deze kaders voorgesteld zien.