Thema-avond woningbouw

Op 13 november organiseerde de afdeling Leudal en Maasgouw van D66 een thema-avond in Grathem. Tijdens deze bijeenkomst “In gesprek over woningbouw: Van belemmering naar versnelling” gaf Luc Winants, docent “Built Environment” Zuyd Hogeschool, een inleiding over het thema. Hij ging met name in op de belemmeringen die momenteel spelen en er niet voor zorgen dat er massaal nieuwe woningen worden gebouwd. Daarna volgde een korte discussie.
Na de pauze zijn er vier stellingen over ditzelfde thema behandeld en er is uitgebreid de tijd genomen om met elkaar in discussie te gaan. Ook hier werd ingegaan op hoe de woningbouw kan worden versneld, door belemmeringen weg te nemen en ruimte en mogelijkheden vrij te maken. Gemeenten, regio’s en provincies spelen hierin een sleutelrol.
Het overgrote deel van de ruim 20 deelnemers bestond uit leden van de afdeling, maar ook enkele geïnteresseerden daarbuiten waren gekomen om zich in dit onderwerp te verdiepen.

Handvatten voor versnelling van de woningbouw

Thema-avond woningbouw - op 13 november 2024 te Grathem Beeld: Joost van Beek

Hieronder worden de praktische handvatten besproken die naar voren kwamen, met als doel om concrete stappen te zetten richting een effectieve en inclusieve woningbouwstrategie.

1 Gebruik van een vlekkenplan

Luc Winants, docent Hogeschool Zuyd - houdt een inleiding Beeld: Leo Schouten

– Een praktisch hulpmiddel dat gemeenten, gemeenteraadsleden en fracties kunnen inzetten, is het opstellen van een vlekkenplan voor de omgeving. Dit plan schetst mogelijke locaties en functies voor woningbouw, evenals gebieden waar geen bouwactiviteiten gewenst zijn. Het vlekkenplan biedt ruimte voor flexibiliteit, zoals het instellen van regelvrije zones en specifieke invullingen van bouwlocaties.
Inspraak en betrokkenheid: Het vlekkenplan moet samen met inwoners worden ontwikkeld om draagvlak en inclusiviteit te bevorderen. Hiervoor is het noodzakelijk om vernieuwende en creatieve manieren te vinden om bepaalde doelgroepen te bereiken die anders niet vanzelfsprekend betrokken zijn. In het bijzonder is er aandacht nodig voor jongeren en minder bereikbare groepen, waarvoor innovatieve benaderingen en proactieve “outreach” nodig zijn.
Cultuurverandering: De implementatie van het vlekkenplan vereist een verandering in cultuur binnen de gemeente. Hierbij hoort een open houding richting participatie en flexibiliteit in plannen, en het gezamenlijk vieren van successen, zowel in de planning als in de uitvoeringsfase.

2. Oprichting van Woningcoöperaties

Een andere mogelijkheid die naar voren kwam, is de oprichting van woningcoöperaties, met name gericht op het sociale huursegment. Coöperaties kunnen helpen om betaalbare woningen te realiseren en bewoners meer zeggenschap te geven over hun leefomgeving. Ook kan een samenwerking met bestaande energiecoöperaties nieuwe mogelijkheden bieden voor duurzame en betaalbare woningbouw.

3. Ruimte Creëren door Woningsplitsing en Samenwonen

– Gemeenten kunnen ook extra ruimte en mogelijkheden creëren door het splitsen van bestaande woningen toe te staan en het mogelijk te maken dat meer mensen samenwonen in één woning. Woningsplitsing biedt oplossingen voor de behoefte aan kleinere wooneenheden en kan bijdragen aan de leefbaarheid in de kernen. Gemeenten zouden hier weloverwogen keuzes in kunnen maken, rekening houdend met de leefbaarheid en de voorzieningen in de verschillende dorpskernen.
– De gemeente dient er dan wel voor te zorgen dat er niet dusdanig veel extra eisen worden gesteld en er geen hoge kosten worden doorberekend, met als gevolg dat er uiteindelijk nauwelijks concrete bouwplannen overblijven.

4. De Gemeente als Projectontwikkelaar

– De gemeente zou, in plaats van enkel een faciliterende rol, ook als projectontwikkelaar kunnen optreden. Dit betekent dat de gemeente zelf bouwprojecten opzet, met oog voor maatschappelijke doelen zoals betaalbaarheid en duurzaamheid.
– Kleine Woningen: Ook kleine woningen moeten deel uitmaken van de bouwplannen, ondanks de zorgen dat deze mogelijk minder aantrekkelijk zijn. Er werd gesuggereerd om te onderzoeken of er juist onder jongeren een grotere vraag is naar kleinere woningen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een behoeftepeiling.

5. Experimenteren met Flexibele Bestemmingen en Pre-mantelzorgwoningen

– Een inspirerend voorbeeld werd gegeven door de woonraad in Helmond, die een actief fonds beheert en experimenteert met flexibele bestemmingen. Flexibele bestemmingen geven de mogelijkheid om bestemmingsplannen aan te passen naargelang de behoeften van de gemeenschap.
– Daarnaast werden pre-mantelzorgwoningen benoemd, zoals in Heibloem. Deze vormen van wonen kunnen voorzien in de groeiende vraag naar zorgvriendelijke woningen voor ouderen en hun mantelzorgers.

6. Versterking van de Leefbaarheid in Kernen

– Er werd benadrukt dat het maken van keuzes cruciaal is om de leefbaarheid te waarborgen. Door voorzieningen te centraliseren en gerichte keuzes te maken voor welke kernen ingezet worden op woningbouw, en welke een centrumfunctie voor de gemeente krijgen, kan een betere balans ontstaan tussen de verschillende kernen in de gemeente.

Conclusies

Discussie op basis van stellingen - onder leiding van Franca Eurlings Beeld: Leo Schouten

De bijeenkomst “In gesprek over woningbouw: Van belemmering naar versnelling” leverde waardevolle inzichten en praktische handvatten op voor gemeenten, regio’s en provincies om de woningbouw te versnellen. Door het gebruik van een vlekkenplan, het oprichten van coöperaties, woningsplitsing, het zien van de gemeente als projectontwikkelaar, en experimenten met flexibele bestemmingen, kunnen belemmeringen in de woningbouw worden aangepakt. Een sleutelrol is weggelegd voor cultuurverandering, proactieve communicatie met bewoners, en een viering van gezamenlijke successen in elke stap van het proces.
Deze maatregelen, met een langetermijnvisie, vragen om betrokkenheid, innovatie en een open houding richting de samenleving. Door actief in te zetten op inclusiviteit en leefbaarheid, kan een stevige basis gelegd worden voor een duurzame, toekomstgerichte woningbouwstrategie die aansluit bij de behoeften van huidige en toekomstige generaties.

(geschreven door Franca Eurlings-Tonnaer, dagvoorzitter)