Daarna mochten de partijen een dorp (of stad) bouwen. Daarvoor moesten ze gebouwen uitkiezen en uitleggen waarom dat gebouw van belang was. In de eerste ronde mochten de partijen allemaal één gebouw plaatsen (er kwamen een woontoren, een boerderij, een basisschool en volkstuinen). Daarna moesten de partijen één voor één een gebouw voorstellen, waarover gestemd moest worden. Alleen als er een meerderheid was, mocht het gebouw geplaatst worden. De scholieren mochten elkaar dan ook vragen stellen over het gebouw. Waar moet het gebouw komen, zonnepanelen kunnen in brand vliegen, waarom een markt en geen supermarkt, et cetera. Een sporthal en een ziekenhuis kwamen er, maar voor een brandweerkazerne was alleen de fractie GVI en stemden de anderen fracties tegen. Grote verontwaardiging bij GVI. Ook een daklozenopvang haalde het niet.