Wonen
In heel Nederland is sinds de crisis van 2008 een groot tekort ontstaan aan woningen. Ook in Amstelveen is dit te merken. Als we willen dat Amstelveen een plek blijft waar studenten, starters en jonge gezinnen een woning kunnen vinden, dan zullen we de markt steviger moeten reguleren en ook in Amstelveen woningen bij moeten bouwen. Behoud van leefbaarheid is daarbij een belangrijk uitgangspunt; in balans met voldoende voorzieningen.
De afgelopen periode zijn al veel woningbouwprojecten in gang gezet. In de periode tot 2040 kunnen er in Amstelveen bijna 10.000 woningen bijgebouwd worden voor alle doelgroepen. De gebiedstransformatie van Kronenburg beoogt 2.500 goedkope studentenwoningen op te leveren. De gebiedsontwikkeling naar het duurzame woon-werkgebied Nieuw Legmeer levert ruim 3.000 woningen op voor alle inkomens.
In de nieuwe wijk De Scheg komen circa 1.300 gezinswoningen voor met name doorstromers. Binnenstedelijke projecten leveren nog eens 1.800 woningen op, waarvan 80% gerealiseerd wordt voor de middeninkomens. Het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief wijst gebieden aan waar mogelijkheden liggen voor ontwikkeling.
Wat D66 betreft komt de prioriteit te liggen op betaalbare woningen voor starters en doorstromers.
Jongeren hebben in Amstelveen te weinig mogelijkheden om de eerste of de tweede stap (na studentenhuisvesting) in hun wooncarrière te zetten. Zij hebben te weinig wachttijd opgebouwd voor een sociale woning en hebben vaak een te laag inkomen voor de vrije sector.
D66 wil in de bouwprogramma’s extra aandacht voor jongeren en dat met corporaties afspraken worden gemaakt over het bouwen van extra woningen voor jongeren.
Er is voor ouderen te weinig mogelijkheid om hun grote eengezinswoning te verruilen voor een comfortabele seniorenwoning. De kinderen zijn uit huis en men wil vaak best wel de woning verruilen voor een veilige, drempelvrije, gelijkvloerse woning. Die is echter onvoldoende of alleen als dure huurwoning beschikbaar, met als gevolg dat de grote woning niet beschikbaar komt voor een jong gezin. Er zullen dus meer passende en comfortabele (koop-)seniorenwoningen moeten komen.
We moeten meer sociale woningen bouwen dan de laatste jaren is gebeurd. D66 wil dat bij nieuwe initiatieven ten minste 20 procent van de nieuwe woningen bestaat uit sociale woningbouw. We willen meer initiatieven voor sociale woningbouw en gemengde woningbouw per wijk of buurt.
Mensen die in een sociale huurwoning wonen, hebben te weinig mogelijkheden om door te stromen naar een voor hen betaalbare woning. Om doorstroming op gang te brengen moeten er meer betaalbare huurwoningen (of goedkope koopwoningen) komen. Dit zijn woningen met maandelijkse woonlasten van minder dan 1.000 euro. D66 doet er alles aan om deze doorstroming – met de beperkte instrumenten die de gemeente heeft – te realiseren.
D66 wil doorgaan met het verkopen van sociale woningen aan zittende huurders die dat kunnen betalen. Zo krijgen huurders de kans om eigen bezit op te bouwen. We sturen erop aan dat elke verkochte woning elders in de stad terug wordt gebouwd. Hiermee investeren we tegelijkertijd in de kwaliteit van de sociale-woningbouwvoorraad.
De wachttijd voor een sociale huurwoning is in Amstelveen veel te lang. Amstelveen is – met een wachttijd van vijftien jaar en negen maanden – koplopergemeente op dit gebied. Starters op de woningmarkt moeten zicht hebben op een betaalbare woning, daarom gaan we specifiek voor starters bijbouwen.
De wettelijke mogelijkheid voor zelfbewoningsplicht van nieuwbouwwoningen breiden we uit van 3 tot 5 jaar met een goede hardheidsclausule. Dit betekent dat een nieuwbouwwoning alleen gekocht kan worden door iemand die kan aantonen dat hij ook in die woning gaat wonen. Zo voorkomen we huisjesmelkerij en speculatie.
D66 ziet het instrument ‘opkoopbescherming’ ook als een mogelijkheid voor bestaande bouw in wijken. Wij willen dit onderzoeken en toepassen als het ook daar mogelijk is. Bijvoorbeeld daar waar het eigen woningbezit laag ligt. Deze regeling dient in ieder geval te gelden voor het woonsegment waar nu de grootste woonvraag ligt: het middensegment, volgens de Amstelveense Woonagenda.
Om het voor mensen mogelijk te maken om een voor hen betaalbare woning te kopen, zijn er diverse constructies bedacht waarbij bijvoorbeeld de grond in eerste instantie buiten de koopsom wordt gehouden en de gemeente eigenaar van de grond wordt. Er is een meerjarige terugbetaling uitgewerkt waarbij een bewoner al dan niet de grond weer bemachtigt.
D66 wil onderzoeken of dergelijke oplossingen ook voor Amstelveense starters op de woningmarkt soelaas bieden. En dit doorvoeren voor Amstelveen als blijkt dat dit een oplossing biedt voor het kopen van een woning.
De druk op de woningmarkt vraagt erom dat we creatiever worden met bestaande woningen. Onder goede voorwaarden staat D66 positief tegenover bijzondere woonvormen, zoals kangoeroewoningen, friends-concepten, hospitaverhuur, woongroepen en het splitsen van woningen.
Amstelveen is samen met zestien andere gemeenten onderdeel van de woonregio Amsterdam. Alleen via gerichte regionale samenwerking kunnen de woningvraagstukken opgepakt worden. Dat geldt ook voor de toewijzing van woningen (sociale voorraad). D66 ziet echter dat deze regeling er nu toe leidt dat het voor een Amstelveense starter vrijwel onmogelijk is om in de eigen woonplaats een woning te bemachtigen. Daarom is D66 er voorstander van dat de helft van het beschikbare aantal woningen in eerste instantie wordt aangeboden aan woningzoekenden uit de eigen woonplaats.
De gemeente gaat handhaven bij discriminatie op de woningmarkt. D66 overweegt het invoeren van een verhuurders- en bemiddelingsvergunning waarmee discriminatie op de woningmarkt door makelaars en verhuurders kan worden tegengegaan.
D66 streeft naar gemengde wijken waarin voor alle inkomensgroepen ruimte is. De verdeling tussen huur- en koopwoningen zou idealiter 50%-50% moeten zijn. Bij nieuwe bouwplannen in wijken houden we daar uitdrukkelijk rekening mee en richten we ons op behoud van een goede balans.
Gezien het feit dat de afgelopen periode veel projecten voor huurwoningen in productie zijn genomen, leggen we meer prioriteit bij initiatieven met meer betaalbare koopwoningen voor starters en doorstromers.
Extra woningbouw en groei van de stad moet in balans blijven. Groei van het aantal inwoners moet gelijke tred houden met investeringen in ons groen, in maatschappelijke voorzieningen en werklocaties. De kosten daarvoor delen wij met partijen die vastgoed ontwikkelen. De stad mag niet dichtslibben met extra verkeer. Daarom investeren we daar waar knelpunten dreigen te ontstaan in onze infrastructuur, met voorkeur voor gebruik van duurzame vervoersmiddelen zoals het OV en de (elektrische) fiets.
Naast woningbouw legt ook de energietransitie een beslag op onze ruimte. Als we de stad groen willen houden dan vraagt dit om stevige regie op de ruimtelijke ordening. D66 wil niet bouwen in de groene longen van stad. De Bovenkerkerpolder, de Middelpolder, onze sportvelden en wijkparken blijven groen. De hoofdgroenstructuur van Amstelveen brengen we kwalitatief in kaart en beschermen we. Er wordt alleen gebouwd op plekken die al bebouwd of verhard zijn. Groen dat door bouw verloren gaat wordt volledig gecompenseerd.
Door corona is de waarde van een goede buitenruimte bij een woning extra zichtbaar geworden. Nieuwbouwwoningen op straatniveau moeten daarom een tuin hebben en appartementen in alle segmenten moeten wat D66 betreft een minimale hoeveelheid buitenruimte hebben. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een gezamenlijke daktuin.
Om het groene en intieme karakter van bestaande woonwijken te sparen, is de maximale bouwhoogte in Amstelveen bepaald op zes verdiepingen (de gemiddelde hoogte van onze boomkruinen). D66 wil niet dat zes verdiepingen de norm voor nieuwbouw is, maar uitdrukkelijk een maximum blijft. Nieuwbouw in wijken moet altijd passen in de omgeving: qua hoogte passen bij de omliggende bebouwing en de aanwezige boomkruinen.
Het stapelen van meerdere functies in één gebouw is geen doel op zich. Soms leent hoogbouw zich goed als accent of oriëntatiepunt en kan het een bijdrage leveren aan de woningbouwopgave. In de hoogbouwvisie zijn plekken aangewezen waar bouwen hoger dan 6 verdiepingen mogelijk is.
D66 wil dat er voor hoogbouw altijd richtlijnen worden vastgesteld door de gemeenteraad, met welstandseisen over uitstraling, kleur en materiaalkeuze. Groen op hoge gebouwen – langs de gevel en op daktuinen – zou de norm moeten zijn.
D66 ziet voor verdere woningbouw binnen de bestaande stad kansen in de aangewezen gebieden in het Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief 2020 (Stadshart, de Scheg, Kronenburg en Legmeer) en in de vorm van stadsvernieuwingsprojecten. Bij deze projecten moeten kwalitatieve verbetering van bestaande woningen en noodzakelijke verduurzaming van woningen hand in hand gaan. Verdichting kan goed samengaan met verhoging van de kwantiteit en kwaliteit van het groen en de voorzieningen. Behoud van leefbaarheid staat bij nieuwe ontwikkelingen voorop.
Door duurzaam te bouwen belasten we het milieu zo min mogelijk, realiseren we een optimale woonkwaliteit en hebben gebouw en openbare ruimte een lange levensduur. Nog niet alle duurzame bouwambities zijn al in wet- en regelgeving opgenomen.
D66 stimuleert daarom volledig duurzaam bouwen. Dat betekent energieneutraal, met hergebruik van materialen, het gebruik van duurzame materialen en klimaatadaptief. Daarnaast oog voor groen, ecologie en duurzame reis- en vervoersoplossingen, rondom het gebouw.
De kwaliteit van de bebouwde omgeving is belangrijk. Bouwplannen moeten goed aansluiten op de omliggende bebouwing. D66 hecht waarde aan historie en beschermt cultureel erfgoed, van monumentale woonhuizen tot historische dijklinten. In historische wijken stellen wij hogere eisen aan architectuur en uitstraling. In nieuwbouwwijken zijn er meer vrijheden.