Grondbeleid

D66 steunt een actiever en regisserend grondbeleid en ziet daarin veel kansen voor de stad. Wel vindt burgerlid Wander het belangrijk dat de gemeenteraad voldoende grip houdt nu veel cruciale keuzes vooruit zijn geschoven.

In april 2024 beloofde het college een integrale nota grondbeleid voor de lange termijn en een aanvullend afwegingskader op korte termijn. En in dat debat, mijn maiden speech, zei ik: “Grondbeleid is te belangrijk om alleen te verantwoorden in begroting en jaarrekening of toe te lichten in de MPV. De raad moet kaderstellend én controlerend kunnen werken als het gaat om ons grondbeleid en dan met name richting de verre toekomst.” 
 
Toen heb ik namens de D66 fractie drie punten benoemd:

1) Een transparant afwegingskader ook voor strategische/actievere benadering om het situationele/regisserende grondbeleid beter te onderbouwen;
2) Maatschappelijke waarde als vaste waarde bij strategische verwervingen;
3) Bewustzijn van risico’s: actief grondbeleid is geen middel om de begroting te spekken, maar om ambities waar te maken. 

Status quo in
een ander jasje

Met de Nota Grondbeleid 2025 ligt er eindelijk een integraal document werkwijzen en wordt er een duidelijke koers geïntroduceerd: regisserend grondbeleid. Daar is mijn fractie blij mee. Dat betekent dat we niet alleen projecten mogelijk maken, maar ook actief sturen op uitvoering en kwaliteit. Maar D66 is minder te spreken over hoe we dit nu weer doen. Want voor de opgave gerichte benadering is het nu goed opgeschreven, met instrumenten én afwegingskader, integraal in één document. Maar dit is in principe wat we nu al doen, en in 2024 al deden. Kortom status quo maar dan in een ander jasje.  

De raad vroeg, zover ik mij kon herinneren, om juist te anticiperen op toekomstige opgaven en dat koppelen aan strategische grondbeleid. En veel van deze cruciale keuzes als risicomanagement, mandatering, en hoe we maatschappelijke waarden verankeren in beleid, zijn doorgeschoven naar 2026.  
 
Door het voorstel om vaststellen van de Nota van Uitgangspunten naar het college te verschuiven, heeft de raad directe minder grip. De raad krijgt deze alleen ter kennisname, met agenderingsrecht, maar verliest formele vaststellingsbevoegdheid. Mijn fractie vraagt zich welke winst of snelheid er wordt gehaald met nu al de NvU door het college te laten vaststellen terwijl de nota nog een doorontwikkeling krijgt.  

Eerst kaders scheppen

Strategisch grondbeleid met verwervingen zonder vooraf vastgestelde (risico)kaders kunnen ons weerstandsvermogen en realisatiekracht op lange termijn onder druk zetten. Daarbij vindt mijn fractie dat we eerst de kaders moeten scheppen als raad en dan pas een mandaat verleggen. Daarom overweeg ik een amendement om beslispunt twee uit de raadsbrief te amenderen. 

Democratische borging

Deze Nota is langverwachte en belangrijke stap, maar regie vraagt ook om democratische borging. Ik zie dat collectief geheugen in de gemeenteraad een groot goed is maar ook heel fragiel. Deze langlopende processen worden nu over de verkiezingen heen getild met het risico dat ons collectief geheugen verminderd is. Daarmee vraag ik het college om een realistische toezegging wanneer het eerste voorstel voor doorontwikkeling van de nota naar de raad komt en hoe het college tegemoet wil komen aan deze zorgen. 

Tot slot, strategische benadering in grondbeleid vraagt om lef en visie voor de toekomst. D66 wil dat strategische keuzes niet alleen door het college worden voorbereid, maar ziet graag dat de raad vooraf kaders kan stellen, overgaat tot mandatering, maar wel vinger aan de pols kan houden.