Agenda initiatief Slavernijverleden

Gisteravond was er in het Zaanstad Beraad een discussie over het Zaanse slavernijverleden, op initiatief van DENK, D66, Groen Links, Rosa, de Socialisten en de Partij voor de Dieren. Er was dus een breed gedragen wens om het slavernijverleden, en de rol die de Zaanstreek hierin gespeeld heeft, aan de orde te stellen. De eerste constatering was meteen dat 45 minuten in de gemeenteraad veel te kort is voor dit onderwerp. Er is bij het brede Zaanse publiek gewoon te weinig bekend over de rol die de Zaanstreek destijds heeft gespeeld, maar je kunt natuurlijk wel bedenken dat in ieder geval een deel van de houten schepen die in Zaanstad zijn gebouwd gebruikt zijn in de slavenhandel. Ook sommige straatnamen, zoals de Aris van Broekweg, verwijzen naar personen die actief betrokken waren bij de slavenhandel.    

Wat moet nu de uitkomst zijn van zo’n brede discussie? Wat ons betreft in ieder geval dat deze zwarte bladzijden in onze gezamenlijke geschiedenis niet langer weggemoffeld worden, maar onderdeel uit maken van de Zaanse canon. Dat Zaanse scholieren leren en weten wat er destijds gebeurd is. Dat we erkennen dat de gevolgen van de slavernij nog altijd doorklinken in onze maatschappij, kijk alleen maar als voorbeeld naar het etnisch profileren bij de belastingdienst, niet alleen in de Toeslagenaffarie maar ook bij de inkomstenbelasting, zoals recent bleek. Dat de Zaanse maatschappij weer een beetje gelijkwaardiger wordt. 

Moet de gemeente Zaanstad excuses aanbieden? Dat is nog maar de vraag, en in ieder geval voor discussie vatbaar. Als symbolisch gebaar kan het zeker nuttig zijn, maar namens wie bied je dan excuses aan? Toen burgemeester Halsema in Amsterdam als eerste bestuurder excuses aanbood voor de Amsterdamse betrokkenheid bij de slavenhandel was de link helder, ze stamt in bestuurlijke zin rechtstreeks af van de Amsterdamse bestuurders die zelf tot over hun oren in de slavenhandel zaten. In de Zaanstreek ligt dat wat lastiger, Zaanstad is niet rechtstreeks ontstaan uit de gemeenten die hier toen waren. In de discussie heb ik geopperd dat de ultieme excuses uiteindelijk uitgesproken moeten worden door de Koning, namens het hele Koninkrijk der Nederlanden. Dat idee werd breed ondersteund en zal door Zaanstad worden uitgedragen. Bij excuses hoort natuurlijk ook herstel van schade, dat hoeft niet persé financieel te zijn, maar een concreet voorstel is om mensen die af willen van hun achternaam uit 1863 kosteloos te faciliteren. Dat kan Zaanstad natuurlijk doen. Verzoening en begrip, en een inclusieve samenleving zijn veel belangrijkere doelen.

Bij de voorjaarsnota zal er een voorstel komen voor de financiering van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar de rol van de Zaanstreek bij de slavernij, dat zal dan een startpunt moeten zijn voor een brede maatschappelijke discussie. Verder moet Keti Koti in Zaanstad meer worden dan een kranslegging op de Anton de Kombrug in de Vermiljoenweg. Dat wordt hoog tijd!