Afvalbeleid

Op 1 maart heeft de raad gesproken over het grondstoffenbeleid. Iedere gemeente moet in 2025 voldoen aan de doelstelling dat er per inwoner jaarlijks niet meer dan 25 kg. restafval wordt geproduceerd. We moeten toe naar een meer circulaire economie waar het recyclen en hergebruiken van afval (grondstoffen) voorop staat. Het deel van ons afval dat niet hergebruikt kan worden moet worden verbrand. De kosten hiervan stijgen waardoor de afstoffenheffing niet meer dekkend is in de toekomst. 

Het college heeft een voorstel gedaan om een systeem in te voeren waarin het restafval wordt beprijsd (diftar). Er wordt dan per lediging van de grijze container betaald. D66 ziet voor Westerveld geen toegevoegde waarde in deze stap. De frequentie van het ophalen van de grijze containers is hiervoor te laag. De prijsprikkel om minder keren aan te bieden is er nauwelijks. Het invoeren van deze methode kost geld, maar zal naar verwachting te weinig opleveren. D66 ziet daarom meer in een combinatie van beprijzing gecombineerd met het omgekeerd inzamelen. Dit laatste houdt in dat het restafval naar de ondergrondse containers moet worden gebracht. Ervaring leert dat dit de meeste reductie van restafval met zich meebrengt. 


Het is nodig om echte stappen te zetten in ons grondstoffenbeleid. Het benodigde beleid hiervoor is al vier jaar aangehouden. Laten we niet nog verder vertragen met een tussenstap waarmee we niet echt vooruit komen en die ons waarschijnlijk meer gaat kosten dan dat het gaat opbrengen.  Het grondstoffenbeleid zal in de nieuwe raadsperiode verder besproken worden.