Toen 55 jaar geleden Democraten ’66 werd opgericht, was het een vreemde eend in de bijt. Hans van Mierlo en zijn medeoprichters wilden met D66 het bestaande politieke bestel doen ontploffen, waarna de partij zich zou opheffen. Ze wilden pragmatische politiek bedrijven, die antwoord gaf op de vragen van de moderne maatschappij. 

Ideologie was een verboden woord. D66 was niet georganiseerd als klassieke massapartij, maar experimenteerde met een ledendemocratie van one person, one vote. De partij voerde een Amerikaanse campagne, die door concurrenten met argwaan werd bekeken. D66, kortom, bestormde het bastion van de Nederlandse politiek.  

55 jaar later is D66 de tweede partij van Nederland. De Democraten namen deel aan kabinetten, leverden ministers en wonnen en verloren verkiezingen — net als andere politieke partijen. Is D66 een partij geworden als alle andere? Of zijn de andere partijen juist op D66 gaan lijken? Daarover gaan de bijdragen in dit boek.  

Coen Brummer is directeur van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, het wetenschappelijk bureau van D66. Simon Otjes is onderzoeker bij het Documentatiecentrum Nederlandse politieke Partijen van de Rijksuniversiteit Groningen en universitair docent Nederlandse politiek aan de Universiteit Leiden.