LET OP: auteursrechten ontbreken. S.v.p. de auteursrechten invullen voor deze afbeelding before using it.
Door Afke Groen
Ik hoef u niet te vertellen dat populistische, radicaal- en extreemrechtse partijen al jaren in opkomst zijn. Onderdeel zijn van coalities, lokaal en nu ook nationaal. Dat weet u al.
Ik hoef u waarschijnlijk ook niet te vertellen hoe dat komt, want de analyses vliegen u om de oren. Extreemrechts vindt een vruchtbare voedingsbodem in de ongelijkheid die al decennialang toeneemt. In een verlies van het vertrouwen dat de volgende generatie het beter krijgt dan wij; dat de politiek nog het verschil kan maken. In een gevoel van onveiligheid te midden van grote veranderingen: klimaattransitie, digitalisering, de pandemie, migratie.
Extreemrechtse politici weten er wel raad mee: niet het klimaat bedreigt u, maar de wokisten, de linkse elite, de asielzoekers. En veel mensen zijn het daar simpelweg mee eens. Ze hebben er wel zin in, zoals cultuurhistoricus David van Reybrouck het verwoordde vlak na de winst van Donald Trump.
Ik hoef u ook niet te vertellen welke bedreiging extreemrechts vormt voor onze democratie en voor onze doelen als Democraten, als sociaal-liberalen. Maar wat kunnen, wat we zouden moeten doen?
De toekomst die we willen
In de eerste plaats in blijven geloven dat we het tij kunnen keren. Op allerlei manieren.
Door vol voor de principes van de liberale democratie te blijven staan, en daar telkens weer over te praten met mensen.
Door vooral te vertellen waar we vóór we zijn, welke toekomst we wíllen en hoe mensen daaraan mee kunnen doen, over mee kunnen beslissen, onderdeel van kunnen zijn. Te laten zien dat we voor iederéén het verschil kunnen en willen maken.
Door onze doelen te formuleren in een taal die aansluit bij de belevingswereld van mensen, en door die doelen nadrukkelijk voorop te stellen. Fietspaden leggen we niet aan voor onze lol of omdat we auto’s stom zouden vinden, maar omdat we willen dat elk kind vanaf 8 jaar zelfstandig op de fiets van huis naar school kan.
We kunnen het tij keren door vanuit onze waarden politiek te blijven bedrijven; vanuit onze waarden van vrijheid, gelijkheid en democratie. Door onze eigen agenda te blijven volgen, ons niet te laten afleiden. Voor ons betekent vrijheid altijd gelijke vrijheid. De aanwezigheid van mogelijkheden om je dromen waar te maken, je leven te leiden zoals jou dat goed dunkt, met de mensen die jij liefhebt.
We kunnen het tij keren door te blijven denken, openlijk kritisch te durven zijn op onszelf, te laten zien dat we vaak niet zeker zijn; dat we verschillende belangen wikken en wegen. Vrij en kritisch denken is immers de grootste bedreiging voor autocraten. En het is in open ontmoetingen, in het bijzonder met diegenen die het niet met ons eens zijn, dat dat denken kan ontstaan.
“Durf te denken”, zegt mijn favoriete filosoof Alicja Gescinska daarover. Ook zegt ze: “vrijheid is politiek, politiek is actie en actie is beginnen.”
‘Politici, die liegen over alles’
Als ik u tot slot iets mag meegeven over waar te beginnen, dan is dat het volgende:
Toen onze visboer laatst vroeg wat nog gingen doen op de mooie zondag waarop we zijn winkel bezochten, zei ik: “ik ga nog werken vanmiddag”. “Leuk, zei hij, kom je mij helpen in de winkel?” “Dat zou waarschijnlijk wel nog gezelliger zijn!”, zei ik.
“Wat doe je dan voor werk?”, de visboer kwam even bij me staan voor een praatje. “Ik werk bij een politieke partij, in Den Haag”, zei ik. “Ik heb niets met de politiek”, en onze visboer begon over Mark Rutte: “Politici, die liegen over alles.”
De visboer behoort tot de meerderheid van de Nederlanders die het gevoel heeft dat de politiek er niet voor hen is. Het is een veelkleurige groep: jongeren en ouderen, mensen met een beperking, met een basis- of mbo-opleiding, mensen buiten de Randstad, mensen met lage inkomens.
Binnen Amsterdam is de situatie niet anders. Ik citeer uit het onlangs verschenen rapport Ondervertegenwoordigd Amsterdam: “In Amsterdam is sprake van structurele ongelijkheid in politieke participatie. Daarmee zijn er verschillen in politieke invloed: de stem van bepaalde groepen klinkt minder luid door in de lokale representatieve democratie. Opleidingsniveau, inkomen, leeftijd en migratieachtergrond zijn hierin onderscheidend.” En: “Aan de randen van de stad wordt minder vaak gestemd dan in de centrale stadsdelen.”
D66 werd geboren uit het inzicht dat nieuwe problemen en aandacht voor mensen die in de knel zijn geraakt, vragen om de cretaive medewerking van veel meer mensen dan tot nu bij de politiek betrokken zijn geweest. Zo staat het in onze grondslagen uit 1978.
Begin bij deze mensen, bij de gemeenschappen die het vertrouwen in de politiek hebben verloren. Leer van lokale bestuurders, ondernemers of intiatiefnemers in wijken. Organiseer, naar het voorbeeld van de politieke partij Durf in het Vlaamse Tienen, luistervergaderingen met burgers. Vergaderingen waarin je de rollen eens omdraait: waarin je niet zelf op het podium zit om te vertellen, maar dat aan anderen overlaat. Nodig de mensen in je gemeente uit om jullie verkiezingsprogramma samen voor te bereiden. Vraag deze mensen naar hun kennis, hun dromen, hun ervaringen. Stel eerst dat programma op, en hou je dan pas bezig met de poppetjes, de kieslijsten. En als je straks in de raad zit, maak dan toekomstplannen samen met de mensen in de wijken en buurten.
Actie is beginnen. We weten dat én hoe het kan, want we hebben het al eens gedaan. Het is onze reden van bestaan.
Deze tekst is een lichte bewerking van de voordracht die Afke Groen in februari hield bij D66 Amsterdam-Zuid.
LET OP: auteursrechten ontbreken. S.v.p. de auteursrechten invullen voor deze afbeelding before using it.