Wie is er bang voor de boze wolf?

Gesproken verhaal bij het regiocongres D66 Overijssel door Afke Groen, zaterdag 19 oktober 2024
 
 
Wie is er bang voor de boze wolf? Wie is er bang voor polarisatie? 
 
Ik ben gevraagd om u iets te vertellen over polarisatie. Hoe kan polarisatie ontstaan en hoe kunnen wij ermee omgaan? Daar vertel ik natuurlijk graag iets over. Toch heb ik ook een waarschuwing: als we denken dat de grootste boze wolf vandaag polarisatie is, dan kijken wel een beest in de bek, maar niet het grootste beest. In die gedachte wil ik u graag meenemen. 
 
Wat ís polarisatie eigenlijk? Vanuit onze eigen achtergronden, ervaringen en leefomgevingen brengen wij daar allemaal verschillende ideeën over mee. Neemt u eens de proef op de som en sluit voor heel even uw ogen. Welk beeld, welk woord of gedachte komt het eerst bij u op als ik zeg: polarisatie? Houdt dat beeld of die gedachte vast en vraag iemand anders later eens naar diens beeld. Ongetwijfeld is het anders. 
 
‘Verlies elkaar niet als polarisatie dichtbij komt’, luidt de campagne van SIRE. Blijkbaar kan polarisatie dichtbij komen, en kunnen we elkaar daardoor kwijtraken, zegt SIRE. Dat helpt mij alleen nog niet echt verder om te begrijpen waar we het nou eigenlijk over hebben. Als politicoloog ontleed ik graag begrippen en maak ik categorieën. Dat kan verhelderend zijn, dus ik neem u daar graag een moment in mee. 
 
Ideologie, affecties en feiten
De eerste vorm van polarisatie die politicologen onderscheiden, is die van ideologische polarisatie. Dat wil zeggen, hoe ver de standpunten van mensen uiteen staan op bijvoorbeeld klimaat, economie, de rol van de overheid of een thema als de wolf. Én in hoeverre deze standpunten vervolgens met elkaar verbonden zijn als een soort “pakketjes”: wie zich zorgen maakt over de wolf, wil ook een kleine overheid. Of wie zorgen maakt over het klimaat, wil ook een hogere belasting op vermogen. 
 
Deze ideologische polarisatie is in de afgelopen jaren wat toegenomen, maar daar moet ik bij aantekenen dat dat na een periode van depolitisering is. In vergelijking met de jaren ’80 is er niet veel verschil, behalve op het thema klimaat en sinds twee jaar op het thema migratie. Daar zijn verschillen van opvatting groter geworden. 
 
De tweede vorm van polarisatie is die van affectieve polarisatie. Hoe negatief of hoe positief denken burgers over elkaar, gebaseerd op hun identiteit of hun politieke voorkeuren? Als het gaat over dat laatste, hoe we over elkaar denken op basis van politieke voorkeur, dan zijn we negatiever gaan denken. Meer mensen vinden een ander “stom” of “haten” die ander zelfs vanwege diens mening. Opvallend, want we zijn het dus niet wezenlijk meer met elkaar oneens. Het Nationaal Kiezersonderzoek van 2021 schreef dan ook al dat ‘dit ongetwijfeld samenhangt met de opkomst van radicaal-rechtse partijen, die door veel kiezers als zeer ongewenst worden beschouwd, en waarvan kiezers op hun beurt ook zeer negatief zijn over de “mainstream’”’[1]
 
Als het gaat over negatieve gevoelens op grond van identiteit, concludeert de jonge Tilburgse onderzoeker Quita Muis dat hoger opgeleiden negatiever denken over lager opgeleiden dan andersom. Hoger opgeleiden zijn het inhoudelijk vaker met elkaar eens; lager opgeleiden delen minder vaak dezelfde mening. Hoger opgeleiden hebben tegelijkertijd het idee dat polarisatie van standpunten erg is toegenomen. De oorzaak daarvoor ligt volgens Muis in segregatie. ‘Vooral bij de hoger opgeleiden, die zich sterker met hun groep identificeren. Zij wonen in hun eigen buurten, zetten hun kinderen op specifieke scholen, en gaan vooral met elkaar om.’[2]
 
De derde en laatste categorie is polarisatie van feiten. Delen we, naar onze politieke voorkeuren, hetzelfde idee van wat echt is? In Nederland hangen percepties van feiten inderdaad samen met politieke voorkeur. Zo onderschatten kiezers van D66, net als van Volt en GroenLinks-PvdA, een beetje het aantal migranten in Nederland. Kiezer van JA21, FvD en PVV overschatten dat percentage. Kiezers van die laatste drie partijen twijfelen ook het meest over de mens als veroorzaker van klimaatverandering. Kiezers van die eerste drie partijen het minst. 
 
Hoe dat kan? Daar zijn veel verschillende verklaringen voor te bedenken. Denk aan de feiten die politiek leiders zelf verspreiden, maar ook aan verschillen tussen kiezers in de mate waarin zij bepaalde bronnen van informatie vertrouwen of wantrouwen. Veel mensen zullen wijzen naar sociale media, wat heel goed onderdeel van de verklaring kan zijn, maar waarover we ook weten dat ze in het bijzonder al bestaande ideeën van mensen bestendigen.[3]
 
Als politicoloog maak ik me zorgen over de toenemende affectieve polarisatie tussen mensen, aangewakkerd door politieke partijen zelf en door toenemende segregatie. Een democratie kan ook niet al te veel polarisatie van feiten hebben. Maar ideologische polarisatie, die zou ik juist wel durven toejuichen: we hebben nou eenmaal verschillende wereldbeelden en wegen waarden verschillende tegen elkaar af. Het is normaal, het is zelfs de bedoeling, dat daarover conflict is in een democratie. Laat die wolf maar los. Zonder wrijving geen glans. Zonder tegenstellingen geen democratie. 
 
Polarisatie als politiek wapen
Tot nu toe heb ik over polarisatie gesproken als – ik citeer de jonge historicus Ruben Ros, ‘een neutrale beschrijving van een maatschappij proces.’[4] Ik heb onderzoeken aangehaald waaruit blijkt dat paniek over polarisatie niet nodig is, hoewel er wel zorg is. 
 
Maar als die wolf niet zó groot en boos is, waarom denken we dat dan? En waarom hebben we het hier dan steeds over?
 
Ros wijst ons erop dat ‘de taal zelf [voorsorteert] op de structuur van het debat. Begrippen zijn hiermee niet alleen spiegels van de samenleving, maar ook politieke wapens.’ Met andere woorden, het begrip polarisatie is zelf politiek, en zelfs een politiek wapen. Als historicus weet Ros te vertellen dat het woord polarisatie stamt uit eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Het is dan onderdeel van de taal van de Partij van de Arbeid onder Joop den Uyl. Den Uyl wist namelijk dat de achterban van de confessionele, christelijke partijen onderling verdeeld was waar het ging over de thema’s van inkomen en bezit. Door die thema’s te “polariseren”, door ze groot te maken in het politieke debat en de verdeeldheid bloot te leggen, wilde hij het confessionele blok openbreken en kiezers uit de achterban van de confessionele partijen naar de PvdA trekken.[5]
 
Den Uyl bedreef polarisatie. Het was een politieke strategie. Dat zouden we vandaag niet meer op deze manier uitdrukken. Vandaag wakker je polarisatie aan. Het is een soort proces dat buiten onszelf plaatsvindt, en dat je ofwel kunt temperen ofwel kunt aanwakkeren. En polarisatie aanwakkeren is een politieke beschuldiging geworden. 
 
In de jaren negentig verliet links de strategie van polarisatie. Het was een tijd van technocratisch bestuur, van polderen en van consensus zoeken. Maar begin jaren 2000 kwam de polarisatie terug, en wel door Pim Fortuyn. Waar eerder Den Uyl polarisatie bedreef om cultureel-conservatievere kiezers te verdelen op sociaaleconomische thema’s, zo constateert socioloog Merijn Oudenampsen, deed Pim Fortuyn dat precies andersom: hij wilde de economisch linkse kiezers naar rechts bewegen op grond van culturele verschillen.[6]
 
Het is die culturele strijd die vandaag dominant is in de politiek. Het vindt een voedingsbodem bij minstens een kwart van de kiezers. Want de belangrijkste verklaring voor een stem op de PVV is toch echt, om journalist Jesse Frederik te citeren: ‘de PVV’er is simpelweg geen fan van de migrant’.[7] Of in de woorden van journalist Marijn Kruk in het zeer aan te bevelen boek Opstand: ‘radicaal-rechts heeft de vinger op de angst’.[8]
 
Radicaal-rechts is de boze wolf.
 
Vrijheid is actie
Als wij de strijd aangaan met radicaal rechts met het woord “polarisatie” als politiek wapen, vanuit het idee dat het eerst en vooral “de polarisatie” is die we moeten bestrijden, gaan we die strijd niet winnen. Want wat doen we bijvoorbeeld in de strijd tegen polarisatie? We richten ons op de juiste kennis en de feiten. Maar het is een mythe dat mensen vanzelf tot inzicht komen als je ze maar de juiste feiten vertelt.[9] De Britse schrijver David Mitchell zegt daarover: ‘Laten we alsjeblieft niet neerkijken op de feiten, ze hebben het al moeilijk genoeg. Maar waar we op aanslaan zijn verhalen.’[10]
 
In de bestrijding van polarisatie gaan we politiek conflict uit de weg. Maar zoals ik al zei: onze samenleving bestaat uit verschillende belangen, klasses en wereldbeelden. Daar is conflict tussen. Het is de taak van politieke partijen om dat maatschappelijke conflict te vertalen naar politiek conflict. Het is aan ons om het progressieve verhaal weer leidend te maken, en daarbij kunnen we wezenlijk politiek conflict, op grond van onze waarden, niet uit de weg gaan. 
 
‘Vrijheid is politiek, politiek is actie, en actie is beginnen’, zegt de Pools-Vlaamse filosoof Alicja Gescinska.[11]
 
We kunnen beginnen bij de belevingswereld van mensen. Politiek staat of valt met het vermogen om te luisteren naar mensen. Vandaag vindt bijna 60 procent van de mensen dat de politiek niet genoeg opkomt voor mensen zoals zij, vooral onder ouderen, jongeren en lager opgeleiden.[12] Dus zoek mensen op om te praten over hun zorgen én dromen. Waar hopen mensen op en wat hebben ze nodig om dat mogelijk te maken? Het is aan ons om woorden te geven aan die behoeftes, in een taal – een verhaal – dat mensen raakt. 
 
Betrek mensen bij een hoopvolle toekomst. Leg de nadruk op waar je vóór bent, niet alleen op waar je tegen bent of welk doemscenario je wil afwenden. En laat zien hoe mensen zelf mee kunnen beslissen over de toekomst.[13]
 
Bedrijf politiek vanuit je waarden: volg je eigen agenda van vrijheid, gelijkheid en democratie. Die waarden zijn niet alleen ons eigen baken, maken ons ook herkenbaar voor keizers.[14] En reageer ook vanuit die waarden op de voorstellen van anderen. Het is verleidelijk om te zeggen dat iets niet mag, van de rechter of van Brussel, maar de rechter kan verdacht worden gemaakt en verdragen kunnen worden opgezegd.[15] Waarom wíllen wij het niet? 
 
Laat je niet afleiden. Herhaal de frames van radicaal-rechts niet, want wat je herhaalt, blijft hangen. Leg de nadruk op wat de meeste mensen wél delen. Zo wil niemand familie achterlaten op een plek waar het onveilig is. Dat is een wezenlijkere discussie dan die over het aantal mensen dat hun op de vlucht geslagen familie nareist. 
 
En tot slot, wees ook eerlijk over dilemma’s. Laat zien dat je – in de geest van Hans van Mierlo – weleens twijfelt, dat je wikt en weegt. 
 
Een handleiding voor nieuw vertrouwen in progressieve politiek is er niet, maar we kunnen wel beginnen.  


[1] Take Sipma e.a. (red), Versplinterde vertegenwoordiging: Nationaal Kiezersonderzoek 2021, via https://dpes.nl
[2] Sjoerd de Jong, ‘Hoger opgeleiden zien veel meer polarisatie dan lager opgeleiden, en ze segregeren zich’, 25 september 2024, NRC Handelsblad.  
[3] Sipma e.a., Versplinterde vertegenwoordiging
[4] Ruben Ros, ‘Polarisatiepaniek’, De Groene Amsterdammer, 21 februari 2023. 
[5] Merijn Oudenampsen, ‘Polarisatie’, 19 april 2023, De Groene Amsterdammer.
[6] Oudenampsen, ‘Polarisatie’.
[7] Jesse Frederik, ‘Waarom de PVV zo groot werd (en nee, niet door geschrapte buslijnen, guur neoliberalisme of groeiende ongelijkheid)’, 9 februari 2024, De Correspondent
[8] Marijn Kruk (2024) Opstand: De populistische revolte en de strijd om de ziel van het Westen, Prometheus. 
[9] George Lakoff (2014) The all new don’t think of an elephant!: Know your values and frame the debate, Chelsea Green Publishing.
[10] Sander Donkers, ‘Een van de beste remedies tegen de zwaarte van het leven: leer iets’, 9 oktober 2024, De Volkskrant.
[11] Alicja Gescinska (2023), Humanitas: Een vergeten ideaal, Bezige Bij. 
[12] Sociaal en Cultureel Planbureau (2024), Burgerperspectieven 2024, bericht 2, via https://scp.nl
[13] Rob Wijnberg, ‘De zege van de PVV laat zien: als vooruitgang geen verhaal heeft, vertelt het
verleden waar we naartoe gaan’, 23 november 2023, de Correspondent.
[14] Tom van der Meer (2024) Waardenloze politiek: Hoe de Nederlandse politiek de kunst van het
conflict verloor, Querido.
[15] Koen Haegens, ‘Hoe stop je een rechts-radicale opmars’, 29 mei 2024, De Groene Amsterdammer.

LET OP: auteursrechten ontbreken. S.v.p. de auteursrechten invullen voor deze afbeelding before using it.