Woord vooraf:
De toekomst van de politieke partij
Door Afke Groen
Lange tijd vormden politieke partijen de belangrijkste schakel tussen mensen en het bestuur. De gevestigde partijen van de twintigste eeuw vervulden een vertegenwoordigende functie in de democratie. Ze mobiliseerden de samenleving en brachten de belangen van verschillende groepen samen. Die belangen vertaalden ze naar politieke keuzes en publiek beleid. Uit hun achterban selecteerden de partijen bovendien kandidaten die ze geschikt achtten voor politieke posities of het openbaar bestuur – de procedurele functie van partijen binnen een democratie.
Tegenwoordig verkeren politieke partijen in zwaar weer. Partijleden vormen een steeds kleiner en minder representatief gezelschap. Kunnen partijen uit een dergelijk beperkt bestand wel voldoende geschikte politieke leiders en bestuurders rekruteren? Fondsenwerving en hoge particuliere giften maken nu ook hun opmars in de Nederlandse politiek. Vragen zulke nieuwe verhoudingen niet om een nieuwe regulering van politieke partijen? Als klap op de vuurpijl verbrokkelt het partijstelsel en neemt de polarisatie onder kiezers toe. Slagen politieke partijen er vandaag nog wel in om de belangen van verschillende groepen in de maatschappij te vertalen naar politieke ideeën?
In deze Idee laten toonaangevende denkers uit binnen- en buitenland hun licht schijnen over de toekomst van de politieke partij. Ze maken vergelijkbare analyses van het disfunctioneren van partijen, maar zoeken in verschillende richtingen naar oplossingen. Voor Hélène Landemore (Yale University) rest partijen slechts nog zonder machtsaspiratie een toekomst als ‘plek voor reflectie’. Partijen moeten een visie ontwikkelen in het belang van de burgers, maar ‘dat gebeurt niet meer’. ‘In plaats daarvan gaat het alleen nog maar om winnen en toegang tot de macht.’ De oplossing ligt volgens haar in een nieuw democratisch systeem, waarin burgers persoonlijk en rechtstreeks wetten en regels kunnen vaststellen. Julia Cagé (Sciences Po) en Christopher Bickerton (Cambridge University) pleiten voor radicale democratisering van politieke partijen om de vertegenwoordigende functie van politieke partijen nieuw leven in te blazen. Te beginnen bij de partijfinanciering, aldus Cagé, en de positie van lokale partijactivisten, aldus Bickerton.
Als de auteurs in deze editie één gezamenlijke boodschap zouden hebben, dan is het wel dat politieke partijen een cruciale fase in hun ontwikkeling doormaken. Ze blijven niet staan bij de retoriek dat de democratie en politieke partijen in ‘crisis’ zouden verkeren, maar doen voorstellen voor het noodzakelijke onderhoud aan de huidige democratische infrastructuur. De roep om van de politiek weer een ideeënstrijd te maken weerklinkt daarbij het sterkst.
Over politiek als ideeënstrijd gesproken: tijdens de pandemie heeft de volksvertegenwoordiging lange tijd buitenspel gestaan in de besluitvorming. Politieke partijen leken bovendien liever de discussie met elkaar aan te gaan over wie ‘de waarheid’ over het te voeren beleid in pacht had – ‘de wetenschap’ uit technocratisch perspectief; ‘het volk’ uit populistisch perspectief – dan over de vraag hoe we vrijheid vorm willen geven. Daarop in deze Idee de broodnodige ideologische reflectie in de vorm van een speciaal dossier over de besluitvorming met betrekking tot COVID-19.
Afke Groen
Hoofdredacteur