De democratische rechtstaat – uitdagingen en vergezichten

Onze representatieve democratie en liberale rechtsorde worden op veel fronten uitgedaagd. We zien steeds vaker grote maatschappelijke verschillen in legitimiteit, responsiviteit en betrouwbaarheid van ons politiek bestuur. Het idee dat in een democratische rechtstaat de belangen van alle burgers worden behartigd en ieders rechten worden beschermd blijkt soms minder vanzelfsprekend dan gedacht.
 
Groeiende ongelijkheden en een toenemend gebrek aan solidariteit trekken scheidslijnen door onze samenleving die resulteren in grote groepen ‘afgehaakten’: burgers die zich niet meer vertegenwoordigd voelen, geen politiek vertrouwen meer hebben, en zich afkeren van de publieke zaak. Of je nu kijkt naar het toeslagenschandaal, het huisvestingsprobleem of de terugtred van publieke voorzieningen uit de regio – op veel plekken lijkt de overheid er niet meer voor alle Nederlanders te zijn. Tegelijkertijd creëert dit een voedingsbodem voor extremisme, populisme en ressentimentspolitiek die dit proces versterken en de liberale democratie nog verder op de helling zetten.

Dit roept velerlei vragen op. Hoe zorgen we dat het bestuur voldoende democratisch gelegitimeerd én gecontroleerd blijft? Hoe houden we de overheid gevoelig voor de problemen, behoeften, ideeën en belangen van de bevolking? Hoe maken we van het politieke debat weer een uitwisseling van ideeën en argumenten in plaats van een wedstrijd om het eigen gelijk waar wederzijds wantrouwen, bizarre bedreigen en gespeelde verontwaardiging de boventoon voeren? Hoe beschermen we de democratische rechtstaat tegen autoritaire en illiberale tendensen? En hoe maken we de afgehaakten weer aangehaakt – betrokken bij de publieke zaak en het algemeen belang?
 
Vanuit het sociaal-liberalisme zoeken we naar antwoorden op deze vragen en houden we bestaande praktijken en nieuwe ideeën kritisch tegen het licht. Zo kijken we onder andere in hoeverre de representatieve democratie kan worden aangevuld met deliberatieve en participatieve instrumenten; onderzoeken we of het concept representatie zelf niet moet worden uitgebreid naar bijvoorbeeld toekomstige generaties of de natuur; bekijken we de voor- en nadelen van constitutionele toetsing; onderwerpen we de rechtstaat aan een ‘stresstest’; analyseren we de mogelijkheid van een verbod op antidemocratische partijen; zoeken we naar manieren waarop de politiek democratischer kan worden gefinancierd; en bevragen we de toekomst van de politieke partij.
 
Contactpersoon: Martijn Visser