Geen provinciaal referendum meer in Noord-Holland

Aan het einde van de vorige bestuursperiode bleef er een groot los eindje zitten: Het nog vrij recent tot stand gekomen provinciale referendum hanteerde criteria die niet duidelijk waren en was juridisch niet correct. Dat was gebleken na twee mislukte pogingen om een referendum aan te vragen.
De nieuwe coalitie had een rigoureuze oplossing door het referendum direct buiten werking te stellen. Ook stelden ze een Statenwerkgroep in, die moest zorgen voor een nieuwe provinciale referendumverordening. Het college ging de verordening niet zelf “repareren”, terwijl alle coalitiepartijen het referendum wel in hun verkiezingsprogramma’s hebben staan.  

Hiermee werd in Noord-Holland een groot participatie-instrument per direct onmogelijk gemaakt. De Statenwerkgroep van politici vergaderde vervolgens langdurig over een oplossing, maar kwam er niet uit. De werkgroep kwam tot de conclusie dat het maken van een complexe verordening niet bij een werkgroep van lekenbestuurders kan liggen. Daarom lag er op 7 april een voorstel in Provinciale Staten om de opdracht terug geven aan het college.

Het liep anders dan verwacht. D66 was het met JA21, PvdD, PVV en FvD eens dat het college zou moeten trachten de referendumverordening gewoon technisch en juridisch te repareren. Het is een belangrijk instrument dat thuis hoort in de provinciale participatiemogelijkheden van inwoners. Een voorstel daarvoor haalde nipt geen meerderheid.
Die nipte meerderheid zorgde er ook voor dat een voorstel van CDA, Volt en VVD aangenomen werd om niet meer door te gaan met het provinciaal referendum maar andere participatiemogelijkheden voor inwoners verder te ontwikkelen. Daar gaan de werkgroep nu meer verder. Het zullen wel weer veel vergaderuren worden…