1 april: Statendebat integriteit

Voorzitter,

‘Als mensen engelen waren zou er geen bestuursmacht nodig zijn.’

Het voelt vreemd om het debat te beginnen met de inbreng die ik had voorbereid. En tegelijkertijd toepasselijk: want als vandaag een ding heeft laten zien is het dat wij Statenleden vooral ook mensen zijn.

Laat ik dan ook beginnen met beterschap wensen aan onze collega, en dankbaarheid uitspreken voor de manier waarop onze collega’s vandaag hebben opgetreden.

Het engelen-citaat van James Madison dat mij en mijn collega’s aanhalen, ging vooraf aan de grondwet van de Verenigde Staten.

Toen ik mij het afgelopen jaar dieper en dieper inlas op bestuurscultuur, kwam ik uit bij Daalder, politicoloog, die uitlegt hoe onze bestuurscultuur alleen te begrijpen is door te kijken naar de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden.
En waar ik aan het begin van dat debat nog wat afstand voelde, onwennig als het was weer samen in de bankjes. Voelt het in al het ongemak van vandaag.

Laat mij vandaag om te beginnen dan ook één wens uitspreken. Dat dit debat, deze eerste april, ook een nieuw begin kan zijn. Van de bestuurscultuur die we wel willen, waarin we samen optrekken.

Voorzitter, maar eigenlijk vooral: collega’s,

Laat ons vandaag een begin maken aan de Verenigde Staten van Limburg.

Voorzitter,

Het was een perfecte storm met verwoestende gevolgen, volgens de commissie. Wat achterbleef bij D66 is verre van fraai. Conclusies getrokken voordat er onderzoek was, oordelen uitgesproken. Stichting IKL is failliet, een verlies voor het Limburgse Landschap en de duizenden vrijwilligers. Onze provincie was maandenlang bestuurlijk onthoofd. En boven alles: mensen zijn beschadigd geraakt.

Daarin is ook dit parlement, deze verenigde staten. Medeverantwoordelijk. Want als in twee jaar de remmen een voor een onklaar zijn gemaakt, is het makkelijk om te zeggen dat jij de auto niet dat duwtje hebt gegeven richting het ravijn.

Maar dan kan je eigenlijk niet, zoals sommige collega’s ook vandaag opnieuw doen, alleen te kijken naar de ander, naar het onderzoek, naar ‘ja maar die’. Want als we heel eerlijk zijn, collega’s, heeft dan niet iedere partij in deze zaal ergens op enig moment niet iets bijgedragen? De auto geparkeerd, de koppeling in z’n vrij gezet, de handrem eraf gehaald, of een beetje wind die richting op geblazen? Hadden we het echt niet anders, niet beter kunnen doen?

Wat D66 betreft wel, ook wij. Wij blikken terug op een periode van groeiend ongemak. Artikelen in de krant die aanwezen dat er iets mis zat, maar Staten die er de vinger niet achter kregen. Door een gebrek aan inzicht in afwegingen en navolgbaarheid van besluiten en het onvoldoende inzichtelijk zijn van bestuurlijke verantwoording, groeide ongemak en machteloosheid. En ontbrak op een gegeven moment het vertrouwen dat we er iets aan konden veranderen. En dan zul je soms harder schreeuwen of feller debatteren dan je achteraf gepast vindt.

Wij hebben daarvan geleerd. En we hopen onze collega’s ook.
Want, als we hier nog niet van leren, waarvan dan wel?!

Voorzitter,

De aarde draait om de zon, niet om de politiek. En het zou er ook in dit huis over moeten gaan wat we doen voor Limburg, niet alleen met wie of hoe. Maar vandaag kijken we nog een keer terug, om vooruit te kunnen kijken.

Laat ik in eerste reactie op alle onderzoeken namens D66 heel helder zijn: dat iets niet strafbaar of buiten de regels is, zegt wat ons betreft he-le-maal niets over de wenselijkheid ervan.

Ook als iets met de beste intenties is bedoeld, kan het niet de bedoeling zijn dat zoveel opdrachten op zoveel manieren naar één iemand gaan. Of het bewust was of niet: elke ambtenaar in dit huis moet zich vrij voelen om bestuurders van repliek te dienen. En elke Limburger moet erop kunnen vertrouwen dat de provincie er voor de mensen is.

Met vier onderzoeken blijft er tegelijkertijd iets knagen. We weten wel meer maar begrijpen we het nu echt? Hoewel de onderzoeken op punten onbevredigend zijn, moeten we verder.

Namens D66 richt ik vandaag dan ook vooral de blik op de toekomst.

1. Handelen voormalig gedeputeerde Vossenberg

Voorzitter,

Het rapport over het handelen van de voormalig gedeputeerde inzake Vossenberg is geen incident, het is in dit geval alleen vanwege een melding onderzocht. D66 merkt dat er soms het idee heerst dat er ruimte is tussen het beleid van het bevoegd gezag van de provincie en de uitvoering door de RUD. Dat levert risico’s op voor het bestuur en zelfs PS. D66 pleit voor slimmer vergunning verlenen en handhaven, zeker bij grondstoffen met een negatieve economische waarde. D66 wil hier strenger voor waken en meer inzicht in. Wanneer de adviezen van de RUD niet worden opgevolgd, zou D66 hier graag altijd expliciet vermeld de onderbouwing zien. Kan dit worden meegenomen als aandachtspunt door het College?

2. Blinde hoeken van het integriteitsbeleid van de provincie Limburg

Voorzitter,

Dan de enquête. De twijfel die we hadden bij het steunen van de motie over de geschiktheid van het middel enquête voor een dergelijk onderzoek, is terecht gebleken als een van de conclusies van de commissie. En tegelijkertijd is dit het meest inzichtelijke, herleidbare onderzoek, met concrete handvaten die ons helpen dit in de toekomst echt te voorkomen. Op deze plek dan ook allereerst een groot compliment en woord van dank aan de enquêtecommissie en al onze collega’s die hierin zoveel tijd en energie hebben gestoken.

D66 wil graag alle aanbevelingen van de enquêtecommissie overnemen, al hebben we vragen bij de voorgestelde uitwerking, bijvoorbeeld waar het om de praktische implementatie of een verstrekkend voorstel als het lobbyverbod gaat.

Wij dienen de motie van de PvdA dan ook mede in maar zouden op punten een stapje verder willen gaan. Bijvoorbeeld waar het gaat om giften aan politici of campagnes: die zouden we graag in een openbaar register opnemen. Kan dat worden meegenomen in de uitwerking?

Wij verwachten dat er in het verlengde van deze aanbevelingen nog meer winst te behalen is, door voorgestelde procedures breder in te zetten. Wij rekenen er dan ook op dat we hier in het Presidium of PS nog verder over zullen spreken.

Voorzitter,

D66 heeft moeite met dit onderzoek, in methodiek en proces.

Wij merken allereerst op dat de conclusies, waaronder ‘er is geen sprake van belangenverstrengeling’ wat ons betreft onvoldoende met feiten worden ondersteund.

Dat iets met de beste intenties gebeurt, maakt het niet wenselijk. En hoewel het onderzoek van de controller meer nog dan het rapport een illustratief beeld schetst van de complexiteit van opdrachten en relaties, blijft bij ons de gedachte: er was wel degelijk iemand die hier meer van kon weten. En dat was de ontvanger.

De onderzoekers concluderen dat er te weinig tegenspraak en overzicht is geweest en er bij het veelvuldig inschakelen van dezelfde persoon en/of bedrijven gelieerd aan deze persoon geen belletje ging rinkelen.

En toch weten we nog altijd niet hoe dat nu precies kan. En belangrijker nog: hoe we dat in de toekomst voorkomen. Een grote gemiste kans, wat D66 betreft. Wij zouden dan ook graag aan de slag gaan om precies dat uit te werken en aan te scherpen. Wat is er nodig om dat belletje wel te laten rinkelen? Hoe versterken we die betekenisvolle keten van Checks & Balances? Hoe zorgen we dat de eerder aangehaalde Know your client en SIS 3.0 w’el gaan werken? Zijn er vergelijkbare zaken te bedenken die nu nog spelen? Wat moeten we doen? Graag een reflectie vanuit het College.

Limburg heeft nog nooit zó graag bij de rest van Nederland gehoord als na het lezen van de conclusies van dit rapport. Dat het in onze provincie volgens de onderzoekers niet erger of anders is dan elders in het land, is echter wat D66 betreft allerminst een geruststellende conclusie.

Een ‘zwak ontwikkelde praktijk van betekenisvolle en effectieve ‘checks & balances’ is voor een provincie die niet alleen dominee en koopman maar ook bankier, grondboer, vliegvelduitbater en campuseigenaar, op zijn allerzachtst gezegd zwaar problematisch te noemen.

D66 heeft hier vaker aandacht voor gevraagd en ziet dit ook op andere terreinen terug. Hoe ga je om met een bedrijf dat subsidie krijgt vanuit het LEF maar tegelijkertijd haar vergunning consequent overschrijdt, met nadelige gevolgen voor het milieu?

Hoe gaan we samen om met de verschillende petten van de provincie, zonder onzuiver te worden in onze besluitvorming? Dat blijft de vraag van D66, de stap die wij graag zouden zetten naar meer betekenisvolle checks and balances. Maar hoe?

D66 mist in dit onderzoek de reflectie naar andere bestuurslagen. De provincie is niet de enige die verantwoordelijk is voor de Limburgse bestuurscultuur. Ze hangt er wel sterk mee samen. Maar hoe staat het met onze gezamenlijke bestuurskracht? Wat gebeurt er met de meldingen die niet over de provincie gaan, vragen wij aan de CDK? Houdt het hier op, of worden zij doorverwezen?

Vandaag pleit D66 vooral het versterken van de informatiepositie van de Staten. Gelet op het feit dat onze rol een nevenfunctie betreft, kunnen we niet alles en al helemaal niet alleen. Het initiatief voor informatie ligt vaak bij GS en dat is goed, maar er blijft voldoende kans om zelf meer te doen. HOE het nog beter kan weten wij niet alleen. Wij vragen dan ook om in het voorstel dat uit dit debat volgt, in samenspraak met de commissie versterking positie PS, uit te werken welke middelen er zijn om PS te versterken: hetzij als fractie, hetzij vanuit de griffie. Indien nodig zien wij hiervoor graag een voorstel naar PS komen, want: dit mag wat kosten wat D66 betreft.

Voorzitter,

Een belangrijke kans hiervoor doet zich voor over krap een jaar, na het aantreden van nieuwe Provinciale Staten. Namens D66 doe ik hier de oproep om het proces van formatie transparanter en inzichtelijker te maken en een nieuwe Collegeperiode niet te starten vanuit gestold wantrouwen in een dichtgetimmerd akkoord en gesloten coalitie maar de discussie en inhoudelijke uitwisseling te laten waar hij hoort. Hier, in deze zaal. Graag zien wij hiervoor een voorstel uitgewerkt in de uitwerking van dit debat.

Ambities of m​oties op vierkante wieltjes, kunnen in de uitvoering nooit op rolletjes lopen. Naast aandacht voor die uitvoering wenst D66 deze Staten en het College de werkwijze en het onderlinge vertrouwen en de rust toe om samen van wensen werkbare werkelijkheid te maken zodat Limburg er het beste mee gediend is.

Voorzitter,

Ik begon met de wens voor de Verenigde Staten van Limburg en wil daar ook mee eindigen.

Collega’s,

Laat dit alsjeblieft ons nieuw begin zijn.

Van een parlement dat verder kijkt dan het eigen gelijk en omziet naar het gezamenlijke geluk van al die Limburgers.

Van de Verenigde Staten van Limburg.