Toegankelijk en goed onderwijs is een voorwaarde voor gelijke kansen. D66 hecht daarom groot belang aan de ontwikkeling van een Europese Onderwijsruimte. Onderwijs is in eerste instantie aan de lidstaten zelf, maar in een coördinerende en aanvullende rol kan de Europese Unie samenwerking gericht op kwalitatief onderwijs aanjagen. D66 stimuleert inhoudelijke uitwisseling over goede voorbeelden van nationaal beleid, een betere erkenning van leerervaringen binnen de Unie en gezamenlijke inzet voor Europese doelstellingen.
· Wederzijdse erkenning van leerervaringen en meer stimulans voor onderwijsmobiliteit versterken de mogelijkheden voor leren en werken over de grens. Naar voorbeeld van de Benelux en de Baltische staten werken we in heel Europa aan wederzijdse erkenning van diploma’s, (deel)certificaten, microcredentials, open badges, modules en stages. D66 wil de wederzijdse erkenning van diploma’s en beroepskwalificaties verder harmoniseren, ook voor beschermde beroepen en vakkrachten. Tegelijkertijd moedigen we lidstaten aan te werken aan de kwaliteitszorg van hun onderwijs.
· Daarnaast is het belangrijk om uitwisseling op Europees niveau te versterken. Per 2026 wordt de nieuwe eIDAS-verordening ingevoerd, die het mogelijk maakt om alle erkende leerontwikkelingen vast te leggen en mee te nemen. De Europese Unie stimuleert dat lidstaten deze verordening snel en goed doorvoeren en dat private partijen deze eveneens toepassen. Zo wordt het op een privacy-vriendelijke en veilige manier mogelijk om data door heel Europa mee te nemen.
• Erasmus+ draagt succesvol bij aan de waardevolle uitwisseling van studenten, docenten en onderzoekers door heel Europa. D66 wil dat elke student die daar recht op heeft, gebruik kan maken van een Erasmusbeurs. Vooral onder mbo-studenten moedigen we het gebruik van Erasmus+ aan.
• Ook docenten en onderzoekers kunnen gebruik maken van een Erasmusbeurs. Simpelere regels maken het makkelijker om delen van hun carrière aan een andere Europese kennisinstelling te besteden. Daarnaast zouden ook alle promovendi in Europa gebruik moeten kunnen van het Erasmusprogramma om een deel van hun onderzoek aan een andere instelling uit te voeren.
• D66 vindt het belangrijk dat jongeren al vroeg in aanraking komen met andere Europese culturen. Onze ambitie is dat elke jongere in Europa die dat wil vóór diens twintigste levensjaar een Europese uitwisseling heeft beleefd, ongeacht welke opleiding je doet. Daarom zorgen we dat ook het voortgezet onderwijs gebruik kan maken van een Erasmus+ beurs en verhogen we het Erasmus-budget. Zo is elke middelbare school in staat om een uitwisselingsprogramma te organiseren in een andere Europese lidstaat.
• De internationalisering van het hoger onderwijs biedt veel voordelen, voor studenten zelf, voor de onderwijsinstellingen én voor het gastland. Vandaag zien we dat sommige landen zo populair zijn om te studeren dat de druk op het onderwijsstelsel of basisvoorzieningen te hoog wordt. De Europese Commissie zet binnen de zogenoemde European Learning Mobility Framework in op strategische en gebalanceerde studentenstromen binnen de Europese Economische ruimte.
• Academische vrijheid is fundamenteel voor de wetenschap en voor de samenleving. D66 steunt het voorstel in het Europees Parlement voor een jaarlijks monitoringsrapport op het gebied van academische vrijheid. Dit kan ook onderdeel worden van de rechtsstaat-APK.
• Om in een ander land een beschermd beroep uit te voeren, bijvoorbeeld in de zorg of het onderwijs, moet je vaak toestemming en erkenning van diploma’s vragen. D66 wil dat iedereen met de juiste startkwalificaties, inclusief benodigde kennis van de taal, in de hele Europese Unie automatisch toegang krijgt tot beschermde beroepen.
• D66 pleit voor een verplichte minimale stagevergoeding in de hele Europese Unie. Elke student moet de kans hebben om werkervaring op te doen, voor rekening van werkgevers. Bovendien verbetert een minimale stagevergoeding de positie van jonge mensen die net beginnen op de arbeidsmarkt.