Europa is rijk aan regio’s, met eigen culturen en eigenaardigheden, met eigen talen en dialecten, en eetgewoontes die ook over nationale grenzen heen reiken. De verschillen én de verbindingen tussen regio’s maken ons sterk. Toch bestaan in de Europese Unie ook grote onrechtvaardige verschillen tussen regio’s, bijvoorbeeld in de toegang van mensen tot zorg, goed werk en het openbaar vervoer. Die verschillen zijn er zowel binnen landen als tussen landen, en vooral tussen welvarende economische centra rond grote steden en regio’s daar verder vandaan. Ze worden bovendien versterkt door de grote veranderingen in de economie die de groene transitie met zich meebrengt, doordat bijvoorbeeld mijnen en kolencentrales sluiten. In heel Europa voeden zulke regionale achterstanden wantrouwen en een gevoel van machteloosheid. Dat holt ook de democratie uit.
• D66 pleit voor Europese investeringen in grotere gemeenschappen en regio’s. Al meer dan dertig jaar zet de Europese Unie het cohesiebeleid in om verschillen tussen regio’s en lidstaten te verkleinen. Het cohesiebeleid is in die periode vanuit wantrouwen over de bestedingen nodeloos ingewikkeld geworden. D66 pleit daarom ook voor een grondige hervorming van het cohesiebeleid, zodat het beleid vanuit solidariteit bijdraagt aan het zorgen voor kleinere verschillen in de hele EU, gericht op innovatie, duurzaamheid en inclusie.
• De laatste jaren heeft de Europese Unie gewerkt aan een toekomstvisie op achterblijvende regio’s, via het cohesiebeleid en het Just Transition Fund, om de energietransitie op een rechtvaardige manier te laten verlopen. D66 wil dat de Europese Unie hier meer middelen voor reserveert en samen met de lidstaten en de regionale overheden tot maatwerk komt, omdat iedere regio die achterblijft te maken heeft met een eigen mix van uitdagingen. Het partnerschapsprincipe is hierbij het uitgangspunt.
• Europese missies kunnen een belangrijke rol spelen in de grote stedelijke opgaves van deze tijd, zoals de Europese missie voor klimaatneutrale steden. Daar horen dan ook financiële middelen bij.
• Het Europees Comité van de Regio’s, dat een formele adviesrol heeft in het EU-wetgevingsprocedures, vertegenwoordigt de stem van meer dan een miljoen volksvertegenwoordigers, gemeenteraadsleden en die van regionale parlementen zoals onze Provinciale Staten. D66 wil dat het Europees Parlement en de Europese Raad de adviezen van het Comité serieus meeweegt in haar standpunten over besluiten en regelgeving die de belangen van de decentrale overheden raken. Daar waar Europees beleid de regio’s raakt, moet de Europese Commissie een zogeheten regionale effect analyse uitvoeren.
• Identiteit kent geen grenzen. In Europa hebben we een gedeelde geschiedenis, gemeenschappelijke culturen, maar ook een grote diversiteit die we moeten koesteren. Als D66 zetten we verder in op het ondersteunen van cultureel erfgoed, vooral in regio’s en grensgebieden. We stimuleren culturele samenwerking tussen de Europese Unie en haar partnerlanden en willen dat het Comité van de Regio’s nauw betrokken wordt bij de besluitvorming en uitvoering van Europees cultuurbeleid.
• We zorgen dat jongeren uit de landen en gebieden overzee, zoals het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, net als de jongeren op het Europese continent kennis kunnen maken met het Europees Parlement en de andere Europese instellingen. Stagemogelijkheden in het kader van de Schuman- en Blue Book-traineeships zijn ook voor deze jongeren mogelijk en faciliteren we. Studenten uit landen en gebieden overzee moedigen we aan deel te nemen aan uitwisselingen via Erasmus+.
• Europese subsidies en financiële regelingen zijn ook voor onderzoekers, onderwijsinstellingen en culturele organisaties uit de landen en gebieden overzee toegankelijk. De Europese Commissie zorgt voor actieve en toegankelijke informatievoorziening over subsidieaanvragen en eisen.
Leve de grensregio’s!
D66 kijkt met een Europese bril naar Nederland. Door buiten landsgrenzen te denken, zie je dat regio’s die voor Nederland aan de grens liggen, voor Europa juist een centrale positie hebben. De kracht van deze regio’s moeten we versterken en benadrukken. D66 wil samenwerking tussen (grens)regio’s versterken, zodat we Europeser gaan denken, voelen en doen. De bestaande Euregio-netwerken en grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden zijn hierbij van belang.
• Wonen en werken in verschillende Europese landen moet aantrekkelijker worden. Vooral voor mensen die in de ene lidstaat wonen maar werken over de grens, ontbreken goede afspraken. Dit leidt tot onduidelijkheid of hoge administratieve lasten voor bedrijven en werknemers, zeker als je ook af en toe thuiswerkt. Om grenswerken makkelijker te maken, halen we belemmeringen in de fiscaliteit en sociale zekerheid voor werkgever en werknemer weg. Voor nieuw beleid maken we rapportages over grenseffecten verplicht. We onderzoeken of het zogeheten ‘werklandbeginsel’ verder kan worden versterkt, waardoor mensen recht hebben op sociale voorzieningen in het land waar ze werken. En we breiden grensinformatiepunten uit.
• De vrijheid om te kunnen reizen en overal te kunnen werken in Europa is van essentieel belang, vooral in grensgebieden. D66 zet daarom in op goedkoper, efficiënter en meer openbaar vervoer en verbindingen tussen grensregio’s.
• Als Europeaan zou je altijd, bij alle overheidsinstellingen, ook in het Engels zaken moeten kunnen regelen. D66 zet in op een Europese grenswerkrichtlijn.