Het voedselsysteem moet op de schop. Steeds vaker worden boeren getroffen door extreme weersomstandigheden, meer kinderen krijgen diabetes en obesitas, de druk op het milieu en klimaat wordt alleen maar vergroot, terwijl de grote chemiegiganten, verwerkende industrie en supermarkten recordwinsten maken. Anno 2023 produceert Europa meer dan voldoende voedsel om zichzelf te voeden en daarnaast de wereldmarkt te voorzien van allerhande voedselproducten. Tegelijkertijd is het steeds duidelijker dat de huidige intensieve manier van voedsel produceren, zoals die in Europa in de afgelopen decennia gestalte heeft gekregen, niet langer houdbaar is: de industriële landbouwsector is wereldwijd verantwoordelijk voor 80 procent van de wereldwijde ontbossing, 37 procent van de broeikasgasuitstoot, en de belangrijkste oorzaak van biodiversiteitsverlies.
Dit terwijl de grootste bedreiging voor voedselzekerheid juist klimaatverandering en biodiversiteitsverlies is.
De Europese Unie heeft onder de Farm to Fork Strategie al belangrijke stappen gezet, maar het is niet genoeg gebleken. Politiek is voedsel een speelbal geworden van conservatieven krachten, terwijl juist de landbouw de sector is waarvoor een transitie broodnodig is. Ook voor de volksgezondheid moeten we simpelweg nu stappen gaan zetten om ervoor te zorgen dat de gezonde keus de makkelijke keus is. Dit kan alleen door te erkennen dat we te lang alleen maatregelen hebben genomen aan de productiekant en de rest van de keten eindelijk verantwoordelijkheid moet nemen. D66 zet zich in voor een transitie naar een ander voedselsysteem, waarbij het welzijn van de dieren gegarandeerd is en aantal gehouden dieren wordt teruggebracht naar een niveau dat de draagkracht van de aarde (bodem, water, klimaat) niet te boven gaat. Daarbij zal de Europese Unie vooral ondersteuning en richting geven; we gaan keuzes voor mensen makkelijker maken en zorgen dat iedereen verantwoordelijkheid kan nemen.
• D66 streeft naar een klimaatneutrale landbouw in 2040. Elke sector draagt bij aan onze klimaatdoelstellingen en er is geen tijd te verliezen. Voor de landbouw en de rest van de voedselketen betekent dit dat er maatwerk komt per sector met stimulerend, maar ook sturend beleid.
• Er komt een vervolg op de Farm to Fork Strategie, met een lange-termijn, totaalvisie voor het EU-voedselsysteem. Dit zal verankerd worden in een EU-wet voor een Duurzaam Voedselsysteem, waarbij we gemeenschappelijke doelen, principes en begrippen over duurzaamheid vastleggen voor de gehele voedselketen. Er komen concrete transparantievereisten voor ketenspelers en we zorgen dat lasten over de hele keten verdeeld wordt en niet enkel bij de consument of boer terechtkomt.
• We maken nieuwe, versterkte regels tegen machtsmisbruik waar boeren of consumenten vaak de dupe van zijn. Ook willen we meer inzicht in de prijsbepaling van commodities en voedsel om ervoor te zorgen dat de winsten en kosten evenredig door de keten worden betaald.
• We ondersteunen duurzame overheidsaanbesteding voor voedsel en zetten in op een geharmoniseerd EU-label voor duurzaam voedsel. Ook kijken we naar hoe we de duurzame, gezonde keuze de makkelijke keuze kunnen maken, bijvoorbeeld door misleidende reclames voor junkfood te verbieden voor kwetsbare groepen zoals kinderen.
• De Europese gelden voor het promoten van bijvoorbeeld wijn en vlees in derde landen stoppen we en zetten we in voor de marktontwikkeling van fruit, planten en gezonde kwaliteitsproducten.
• Europa wordt voorloper in de natuurinclusieve economie van morgen. Daarbij horen geen subsidies in de intensieve landbouwen bio-industrie. In plaats daarvan investeren we in de circulaire en biobased economie, koolstofvastlegging, steun voor groenblauwe diensten en kortere ketens, waarbij boeren direct leveren aan consumenten. We vergoten fors het EU biologische areaal en stimuleren de marktvraag voor extensieve en biologische producten door faciliterende maatregelen.
• In het volgende Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid moet de generieke inkomenssteun in zijn geheel verdwijnen. EU-landbouwgelden zijn explicitiet om de landbouwtransitie naar duurzaamheid te helpen en te versnellen; alleen publiek geld voor geleverde publieke diensten. We zetten in op het extensiveren van grondgebonden sectoren en maximaal in op kennisontwikkeling. Een vitaal landschap, een leefbaar platteland en verduurzaming staan centraal.
• De toetreding van onder andere Oekraïne tot de Europese Unie zal grote gevolgen hebben voor het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. In de hervormingen van het landbouwbeleid moet rekening worden gehouden met het toekomstig lidmaatschap van Oekraïne.
• We wijzigen Europese regels die nu de beweging naar circulariteit belemmeren, met name die op het gebied van etensresten, diermeel en mest. Het hoge niveau van voedselveiligheid blijft altijd de leidraad.
• De ruimte in Europa is schaars. Daarom krijgen dieren steeds minder veevoer dat ook geschikt is voor menselijke consumptie. D66 zet zich in voor een nieuwe Europese Eiwitstrategie om zo de afhankelijkheid van import te verminderen en natuurlijke, lokale diervoeders te bevorderen. Reststromen uit de voedingsindustrie, gewasresten en insecten kunnen vaker worden ingezet als diervoeder. Ook consumptie, keus en kennis over een duurzaam en gezond dieet en eten worden onderdeel van een nieuwe Eiwitstrategie.
• Een duurzame landbouw begint bij een gezonde bodem. Om de kringloop te sluiten, wordt er veel minder gebruikgemaakt van kunstmest. In plaats daarvan worden natuurlijke en organische alternatieven ingezet, zoals reststoffen uit afvalwater en de mest als ‘kunstmest’ in de akkerbouw. Zo kunnen veehouders en akkerbouwers in de regio elkaars mest optimaal gebruiken en is er minder kunstmest nodig. We zetten ons in om knellende Europese mestwetgeving aan te passen.
• Bestrijdingsmiddelen hebben negatieve effecten op mens en natuur. Daarom verbeiden we preventief gebruik, komen er meer spuitvrijezones in de publieke ruimte en een meetmoment in 2027. We zetten in op de beschikbaarheid van duurzame en natuurlijke alternatieven. D66 is voor een verbod op de productie en export van schadelijke bestrijdingsmiddelen en chemische stoffen waarvan het gebruik verboden is in de Europese Unie.
• Het toelatingsbeleid voor bestrijdingsmiddelen van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid scherpen we aan om onder andere de negatieve effecten van mengsels op natuur, milieu én mens te minimaliseren. We passen het voorzorgsbeginsel strenger toe, kijken we naar effecten van middelen onderling in beoordelingen en gaan voor een Europees verbod op glyfosaat.
• Genetische modificatie van gewassen is van alle tijd. Dit kan op een veilige manier zorgen voor hogere opbrengsten, minder ziektes en minder gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen. We willen het toepassen van nieuwe technieken ruimer toestaan als deze duidelijk bijdragen aan verduurzaming, met strenge randvoorwaarden om de veiligheid en gezondheid van ons, de gewassen en het milieu te waarborgen. Tegelijkertijd waarborgen we keuzevrijheid en passen we patentrechten aan om te zorgen dat de voordelen daadwerkelijk maatschappelijk zijn.
• We stimuleren de Europese ontwikkeling en productie van kweekvlees. Overal in Europa kan kweekvlees een duurzaam alternatief bieden voor de veeteelt.
• We eisen dat de Europese Commissie komt met het complete pakket van dierenwelzijnsmaatregelen, onder andere het uit faseren van kooien voor alle landbouwdieren, zoals waar 1.4 miljoen Europeanen voor hebben gestemd in een Europees Burgerinitiatief. Ook zullen derde landen zich moeten houden aan voorschriften die gelijkwaardig zijn aan die van de EU.
• Dierentransporten in Europa beperken we tot een maximale duur van drie uur, gecombineerd met een maximumtemperatuur afhankelijk van de diersoort. Uiteindelijk zal export alleen gaan over vlees in plaats van levende dieren. Transport en slachthuizen controleren we vaker en strenger. Bij grensoverschrijdend vervoer krijgt ook de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid een toezichthoudende rol. De regels worden eerder en strenger toegepast.
• De Europese Unie stimuleert de ontwikkeling en het gebruik van alternatieven voor dierproeven, ook in de farmacie. Dierproeven zijn niet langer de gouden standaard.
• In een schone en gevarieerde natuur is er alleen toekomstperspectief voor duurzame visserij. Wij kiezen voor verantwoorde vangstquota en blijven bijvangst registreren. Het verbod op pulsvisserij draaien we terug en pakken we in de Europese Unie samen op. Juist innovatieve vismethoden met weinig dierenleed en bodemverstoring stimuleren we.
• Subsidies en belastingvrijstellingen voor vissersschepen en scheepsbrandstof bouwen we af en vervangen we door subsidies voor dier- en natuurvriendelijke vistechnieken en duurzame viskweek.