Een geopolitiek sterk Europa voor vrijheid, democratie en veiligheid

Europa staat van oudsher voor vrijheid, democratie en veiligheid. Opkomen voor de mensenrechten en eerlijke handel, vanuit de overtuiging dat er uiteindelijk meer zaken zijn die ons binden in de wereld dan onderscheiden. Die overtuiging heeft de afgelopen jaren flinke deuken opgelopen. We zijn met onze neus op de feiten gedrukt: het vredesdividend is weg en onze economische afhankelijkheid is blootgelegd. Te lang hebben we ons als Europa afhankelijk gemaakt van Rusland voor onze energie, van China voor onze grondstoffen en van Amerika voor onze veiligheid. In dat speelveld is Nederland een kleine speler, maar als Europa hebben we enorme veerkracht getoond door eensgezind samen te werken.

In deze woelige wereld zijn onze waarden onze belangen. Alleen door onze waarden consequent als uitgangspunt te nemen, werken we aan een wereld die welvarend en veilig is voor iedereen. Juist daarom is het zaak dat Europa zowel economisch als geopolitiek weer een invloedrijke speler wordt op het wereldtoneel. Alleen zo kunnen we daadkrachtig werken aan problemen als klimaatverandering of schendingen van mensenrechten. Maar dat kan Europa alleen als het ook de instrumenten krijgt om daadkrachtig en slagvaardig op te treden. Alleen dan kan Europa haar invloed ook echt te gelde maken.
 
Open strategische autonomie staat voor D66 daarbij aan de basis van het Europese buitenland- en veiligheidsbeleid. Dit betekent dat de Europese Unie en haar lidstaten op essentiële gebieden zoals defensie zelfvoorzienend moeten zijn. Maar ook dat Europa de grote opgaven van deze tijd – digitalisering en klimaatverandering – door kan maken zonder afhankelijkheid van autoritaire landen. Dit betekent niet dat Europa zich terugtrekt in haar eigen schulp. Handel en internationale samenwerking blijven belangrijk voor het welzijn en de welvaart in Europa en kunnen bijdragen aan een duurzame en eerlijke wereld. Dit vraagt een Europa dat durft te kiezen voor een consistent buitenlandbeleid, waarbij mensenrechten en internationale verdragen altijd het uitgangspunt zijn.
 
In de afgelopen 80 jaar is Europa van een samenwerking van 6 landen uitgegroeid tot een Unie van 27 lidstaten. De uitbreiding van de Europese Unie is de succesvolste manier gebleken om democratische waarden uit te dragen en welzijn en welvaart voor alle Europeanen te vergroten. Zowel bestaande lidstaten als nieuw toegetreden lidstaten zijn erop vooruitgegaan. Verdere uitbreiding versterkt de geopolitieke positie van de Unie, versterkt de democratische bewegingen in de kandidaat-lidstaten en vergroot de brede welvaart.
 
Om onze veiligheid en vrijheid te garanderen, is het zaak dat we verregaand samenwerken op het gebied van veiligheid en defensie. Te lang zijn we voor onze veiligheid afhankelijk geweest van derden, terwijl Rusland onze vrede bedreigt. Voor D66 betekent dat investeren in onze eigen verdediging waardoor we onze eigen broek kunnen ophouden. Daarom zijn in Europa bindende afspraken nodig over de versterking van de Europese defensiekracht, voor de eenwording van de Europese defensiemarkt en voor een collectieve Europese verdediging binnen de NAVO. Wij Europeanen kunnen niet naïef zijn en moeten ons voorbereiden op cyber- of fysieke aanvallen vanuit Rusland of andere autocratische regimes. Een Europa dat zich kan verdedigen is de beste garantie voor een veilig Nederland.
 
Het zijn van een hoeder van vrijheid en democratie betekent ook de bereidheid om een veilige haven te zijn voor diegenen die door oorlog of geweld bedreigd worden. Dat vraagt om een humaan vluchtelingenbeleid, een stabiele en robuuste opvangketen met eerlijke verdeling over de lidstaten en meer veilige routes. 
 
Als economisch blok sluiten we eerlijke en duurzame handelsverdragen om welvaart, welzijn en werkgelegenheid in Europa en elders te bevorderen. Met een eensgezinde Europese stem in het buitenland treden we op tegen territoriale agressie, onderdrukking van minderheden en mensenrechtenschendingen. En om te voorkomen dat we door andere landen worden gechanteerd, investeren we in cruciale Europese industrie en innovatie.
 
Onze inzet:

  • We schaffen de veto’s voor het Europese buitenlandbeleid af en maken werk van een permanente zetel voor de Europese Unie in de VN-Veiligheidsraad. Als Europa spreken we zoveel mogelijk met één stem en dragen daarbij consistent het belang van mensenrechten en internationale verdragen uit.
  • Kandidaat-lidstaten bieden we de mogelijkheden om stapsgewijs toe te treden. Met een status als waarnemer kunnen kandidaat-lidstaten alvast betrokken worden bij Europese besluitvorming en stimuleren we het enthousiasme om te blijven werken aan de noodzakelijke hervormingen zoals verwoord in de criteria van Kopenhagen.
  • We werken toe naar een Europese Defensie Unie door verdergaand samen te werken, te durven specialiseren en gezamenlijk te investeren in onderzoek en innovatie en een Europese defensie-industrie.
  • Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen wordt de norm voor alle Europese bedrijven, zodat ook internationaal rekenschap wordt gegeven aan mensenrechten, arbeidsomstandigheden, dierenwelzijn en een schoon milieu. Ons verdienmodel als handelsland wordt zo toekomstbestendig.
  • Een humaan asiel- en migratiebeleid, waarbij we meer grip krijgen op migratie door onder andere het invoeren van veilige en legale vluchtroutes naar Europa.

Een effectief buitenlandbeleid is gebaat bij één sterke Europese stem en snelle besluitvorming op Europees niveau. D66 zet zich daarom al jaren in voor het afschaffen van het vetorecht voor lidstaten op het gebied van buitenland- en veiligheidsbeleid. Alleen zo kunnen we effectief optreden tegen internationale agressie, onderdrukking van minderheden en mensenrechtenschendingen.

Een effectief buitenlandbeleid is gebaat bij één sterke Europese stem en snelle besluitvorming op Europees niveau. D66 zet zich daarom al jaren in voor het afschaffen van het vetorecht voor lidstaten op het gebied van buitenland- en veiligheidsbeleid. Alleen zo kunnen we effectief optreden tegen internationale agressie, onderdrukking van minderheden en mensenrechtenschendingen.

We staan daarbij voor onze idealen binnen en buiten Europa. Om die ook effectief uit te dragen is een sterke stem van Europa nodig; of het nu gaat om opstaan tegen autoritaire regimes of de samenwerking met gelijkgestemde landen om te komen tot oplossingen voor klimaatverandering en een eerlijkere verdeling van welvaart en welzijn. Wat ons bindt is internationale solidariteit: een gedeelde strijd tegen armoede, onrecht en onvrijheid.

• Het vetorecht wordt afgeschaft. Dit geldt ook voor het vetorecht op buitenlandbeleid, veiligheid en defensie. Beslissingen worden voortaan met een gekwalificeerde meerderheid (twee derde van de lidstaten die samen minimaal 65 procent van de bevolking vertegenwoordigen) genomen. Het Europees Parlement voert de democratische controle uit.
• We maken ons strategisch onafhankelijk van autocratische regimes. Daarom zetten we in op strategisch grondbeheer, duurzame energie, screening van in- en uitgaande investeringen en bescherming van onze vitale infrastructuur. We vormen een sterk verbond met de ‘vrije landen’ in de wereld om onze waarden te beschermen.
• Bij conflicten en oorlogen in de wereld staan voor D66 altijd het internationale recht (inclusief het internationale humanitair oorlogsrecht) en mensenrechten centraal. D66 zal zich hard maken dat diegenen die zich hier niet aan houden zich moeten verantwoorden bij het Internationale Gerechtshof of het Internationaal Strafhof.
• D66 streeft naar een vaste Europese zetel in de VN-veiligheidsraad, de Wereldhandelsorganisatie (WTO), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank.
• D66 is voorstander van internationale afspraken om 0,7 procent van het nationaal inkomen te besteden aan ontwikkelingssamenwerking en internationale solidariteit; dit wordt een bindende Europese norm. Ook Europese middelen zetten we in voor daadwerkelijke bestrijding van armoede en voor het creëren van kansengelijkheid in de wereld, niet voor grensbewaking en voor de opvang van asielzoekers in een lidstaat wordt Europees een maximum voorgesteld dat uit ODA middelen kan worden ingezet. Bij besteding van de fondsen voor ontwikkelingssamenwerking is expliciet aandacht voor investeren in onderwijs, seksuele en reproductieve rechten en gezondheid.
• Europese landen hebben historisch gezien veel bijgedragen aan de opwarming van de aarde waardoor delen van de wereld onbewoonbaar worden. Deze klimaatcrisis raakt ontwikkelingslanden onevenredig hard. Daarom is er in Europese ontwikkelingshulp extra aandacht voor de negatieve gevolgen van de klimaatcrisis in deze landen en draagt de Europese Unie ruimhartig bij aan het Loss and Damage fonds van de VN. Ook wil D66 dat de Europese Unie het initiatief neemt om te komen tot een internationaal klimaatrechtvaardigheidsfonds, waarmee ontwikkelingslanden economisch, sociaal en ecologisch gesteund worden in de transitie tot een duurzamere samenleving.
• De Europese Unie moet zich inzetten voor een wereldwijde versterking van mensenrechten, met bijzondere aandacht voor vrouwenrechten, lhbtiq+-rechten, voor journalisten en voor niet-gelovigen. We zijn voorstander van het verdere gebruik van het Europese mensenrechten-sanctieregime (Magnitsky-wetgeving). Hiermee worden de individuele mensenrechtenschenders van buiten de Europese Unie niet alleen gestraft in hun portemonnee, maar krijgen ze ook een in- en doorreisverbod naar de Europese Unie.
• We sluiten onze ogen niet voor het feit dat China een systeemrivaal is en een gevaar voor een vrije wereld. We moeten onze strategische afhankelijkheden van dit land snel afbouwen. Vooral bij de transitie naar een duurzame economie is onze afhankelijkheid ingewikkeld. Samen met de VS en andere democratische landen moet de Europese Unie deze strategische positie van China doorbreken met het groenste handelsakkoord ooit. We blijven ons daarnaast inzetten voor de mensenrechten van onder meer Oeigoeren, Tibetanen en andere minderheden, burgerrechten in Hong Kong en een onafhankelijk Taiwan.
• De Europese Unie krijgt een feministisch buitenlandbeleid, naar voorbeeld van onder andere Nederland en Duitsland. Dit betekent dat Europa wereldwijd actief mensenrechten bevordert en zich inzet voor de betekenisvolle deelname van vrouwen en de lhbtiq+-gemeenschap aan besluitvorming.
• Het Oostelijk Partnerschap (Eastern Partnership) blijft wat D66 betreft een belangrijk platform om Europese samenwerking met Armenië, Azerbeidzjan en Wit-Rusland te vergroten. Samenwerking met deze regio is niet alleen in ons geopolitiek belang, maar Europese invloed in deze regio zal bijdragen aan stabiliteit, democratisering en economische vooruitgang in de regio. Voor Oekraïne, Georgië en Moldavië (voormalige landen van het Oostelijk Partnerschap) geldt dat zij inmiddels kandidaat-lidstaten zijn van de Europese Unie.

Internationale handel is de drijvende kracht achter een goed draaiende wereldeconomie en achter de economie in Europa. Een heel groot deel van de huidige Nederlandse welvaart komt van internationale handel en een open houding naar andere landen. Handel is daarnaast een belangrijk instrument in een veranderende geopolitieke context en een instrument om de internationale stabiliteit (en rechtsorde) te bevorderen. Goede afspraken dragen bovendien bij aan het realiseren van duurzame en eerlijke internationale handel.

Internationale handel is de drijvende kracht achter een goed draaiende wereldeconomie en achter de economie in Europa. Een heel groot deel van de huidige Nederlandse welvaart komt van internationale handel en een open houding naar andere landen. Handel is daarnaast een belangrijk instrument in een veranderende geopolitieke context en een instrument om de internationale stabiliteit (en rechtsorde) te bevorderen. Goede afspraken dragen bovendien bij aan het realiseren van duurzame en eerlijke internationale handel.

De afhankelijkheid van buitenlandse toeleveringsketens brengt tegelijkertijd risico’s met zich mee. De oorlog in Oekraïne liet zien dat energiezekerheid in het geding komt wanneer we van een of enkele landen afhankelijk zijn voor de toelevering van grondstoffen. Ook onze ambities voor de klimaattransitie en datarevolutie staan op het spel wanneer bijvoorbeeld China de toegang tot zeldzame aardmetalen blokkeert. D66 zet daarom in op een strategische Europese handels- en industriepolitiek om in essentiële sectoren de eigen productiecapaciteit en kennispositie te versterken en variatie aan te brengen in de toeleveringsketens. Als economisch machtsblok sluiten we handelsverdragen om welvaart en werkgelegenheid te bevorderen, zowel in de Europese Unie als in de landen waarmee we handelsverdragen sluiten.

• D66 staat voor een op regels gebaseerd handelssysteem, met specifiek aandacht voor mens, klimaat en milieu. Hiermee geldt niet het recht van de sterkste, maar worden problemen opgelost naar eerlijkheid en redelijkheid. Dit is voor D66 het uitgangspunt van alle handelsafspraken die de Europese Unie met andere landen maakt.
• De Europese Unie zet zich in om Europese bedrijven en hun verdienvermogen te beschermen tegen oneerlijke concurrentie of economische dwang door landen buiten de EU. Daarnaast wil D66 dat de Europese Unie staatsteunregels aanpast, zodat cruciale fysieke en digitale infrastructuur beter beschermd kan worden tegen inmenging van landen buiten de Europese Unie. Waarbij wel bewaakt wordt dat er binnen de Europese Unie eerlijke concurrentie plaats vindt, conform de spelregels van de interne markt.
• De Europese Unie sluit alleen handelsakkoorden met landen die het Klimaatakkoord van Parijs en het biodiversiteitsverdrag (Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework) hebben ondertekend. Bestaande handelsakkoorden die ouder zijn dan het Klimaatakkoord van Parijs voldoen niet altijd aan de klimaatambities van vandaag. D66 wil daarom dat de Europese Commissie zich inzet om bestaande handelsakkoorden zo snel mogelijk te laten voldoen aan minimaal het Klimaatakkoord van Parijs en het biodiversiteitsverdrag.
• Bij onderhandelingen voor handelsverdragen zorgen we voor representativiteit en transparantie. Zo komen alle belanghebbenden, van werkgevers tot werknemers, aan bod in het onderhandelingsproces en kunnen parlementariërs en journalisten hun controlerende taken vervullen.
• D66 wil dat de Europese Unie het initiatief neemt om samen met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en andere democratische landen het groenste handelsakkoord te sluiten, waardoor onder andere de strategische afhankelijke positie van landen als China ten behoeve van de energietransitie kan worden doorbroken. Daarin moeten we regelen dat er meer kennisuitwisseling plaatsvindt, waardoor we de nodige stappen in de verdere verduurzaming van de economie sneller kunnen zetten.
• Daarnaast is D66 voorstander van verbeterde en gelijkwaardige handelsrelaties met democratische landen in het mondiale Zuiden.
• Handel kan ingezet worden voor ontwikkkeling. Daarom zorgen we ervoor dat de duurzaamheidsafspraken in handelsakkoorden beter afdwingbaar worden. We maken hierin heldere opgeschreven afspraken over mensenrechten, arbeidsrechten, klimaat, milieu en dierenwelzijn die nagekomen moeten worden.
• D66 zet zich in voor uitbreiding van het handelsverdrag voor groene goederen, the Environmental Goods Agreement. De handel in producten voor duurzame ontwikkeling wordt hiermee bevorderd, bijvoorbeeld door invoerheffingen voor deze producten af te schaffen.
• Handel is essentieel voor de economische emancipatie van vrouwen en het bevorderen van gendergelijkheid. Volgens de Wereldbank draagt internationale handel bij aan hogere lonen, gelijkere behandeling en betere banen voor vrouwen. De Europese Unie zet in haar handelsovereenkomsten in op specifieke hoofdstukken en verwijzingen naar gendergelijkheid, zoals in de associatieovereenkomst met Chili van 2022. Bestaande handelsovereenkomsten kunnen worden aangevuld met nieuwe instrumenten die gendergelijkheid bevorderen. Dit is vergelijkbaar met de toevoeging van klachtentoegang bij het handelsakkoord met Canada.
• Het landbouwontwikkelingsbeleid moet de voedselzekerheid en de ontwikkeling van lokale voedselmarkten niet ondermijnen. Via handelsverdragen willen wij zorgen dat duurzaamheidsstandaarden ook buiten Europa omhooggaan.
• Handelsregels worden ingezet om ongewenste en illegale handel, zoals die in spionagetechnologie, geroofde kunstschatten, illegale houthandel, bedreigde diersoorten en conflictmineralen, tegen te gaan.
• Met de Global Gateway investeren we in fysieke en digitale infrastructuur in andere landen, ter bevordering van welzijn, welvaart en handel. Volgens D66 moet de focus liggen op duurzame en digitale sectoren en initiatieven die bijdragen aan een gelijkwaardige wereld.
• International Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) moet de norm worden voor alle bedrijven. D66 hecht dan ook veel belang aan snelle invoering van goede kwaliteit wetgeving voor bedrijven op het gebied van IMVO in Europa en in Nederland. D66 vindt het hierbij heel belangrijk dat alle IMVO-wetgeving volledig voldoet aan internationale normen van de OESO en de VN, en dat arbeidsrechten, klimaat en gendergelijkheid hierin goed zijn opgenomen. Er wordt geen uitzondering gemaakt voor bijvoorbeeld de financiële sector. Om te zorgen dat ook het Midden- en het Kleinbedrijf (MKB) mee kan komen in deze cultuurontwikkeling wordt geïnvesteerd in steunpunten waar ondernemers terecht kunnen voor vragen, kennis en best practices. In de toekomst neemt ieder bedrijf, ongeacht hoe groot, haar verantwoordelijkheid. De Europese Commissie zal monitoren in hoeverre de mensenrechten, arbeidsomstandigheden, de positie van vrouwen, de lhbti+-gemeenschap en het milieu ook daadwerkelijk verbetert.
• D66 wil grondige controle op export van goederen die ook voor militaire doeleinden gebruikt kunnen worden (dual use goods).
• Producten gemaakt met dwangarbeid horen niet thuis in de Europese interne markt. Met een EU-verordening wil D66 dat er een verbod komt op producten en grondstoffen gemaakt uit dwangarbeid. Op Europees, nationaal en internationaal niveau wordt samengewerkt om deze producten te herkennen en te verbieden. Slachtoffers van dwangarbeid moeten gecompenseerd worden voor het leed dat hun is aangedaan. Speciale bewijslast moet bij bedrijven komen te liggen wanneer zij importeren uit gebieden waar dwangarbeid veelvuldig plaatsvindt.
• De Europese Commissie brengt jaarlijks in kaart in welke sectoren afhankelijkheden van andere landen, risico’s met zich meebrengen. Waar dit in het Europese belang is, beschermen we de Europese markt en industrie. Open grenzen en gelijke concurrentie blijven de norm in de interne markt. Maar waar het gaat om essentiële grondstoffen en productieprocessen pleit D66 voor een groen Europees industriebeleid waarmee in essentiële sectoren de Europese productiecapaciteit en kennispositie wordt versterkt. Duurzaamheid en mensenrechten zijn daarbij de basis van dit industriebeleid. Ook vraagt dit Europees investeren in duurzame mijnbouw. D66 wil dat de Europese Unie koploper wordt in CO2-vrije mijnbouw, onder strenge milieu- en arbeidsregels terwijl een sterke rechtspositie voor omwonenden en inheemse bevolkingen wordt gegarandeerd.
• Om de positie van inheemse volken beter te beschermen in het buitenland- en ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie, wil D66 dat de Europese Unie als full-party het internationale Verdrag betreffende inheemse en in stamverband levende volken in onafhankelijke landen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ook bekend als ILO-conventie 169) ondertekent.
• De Europese Unie moet scherper zijn in het toekennen van algemene preferenties aan ontwikkelingslanden en minst ontwikkelde landen. Landen waar de regering stelselmatig mensenrechten schendt, de democratie bedreigt of de rechtsstaat afbreekt moeten sneller gecorrigeerd worden doormiddel van het terugtrekken van deze preferenties.

Uitbreiding van de Europese Unie is in ons belang. Zo zijn de landen op de Westelijke Balkan omsloten door Europese lidstaten. Ze zijn niet meer onze achtertuin, maar onze binnentuin. Wanneer wij niet met hen de toekomst gezamenlijk vorm gaan geven, gaan autocraten dat voor ons doen. Uitbreiding is dan ook nooit urgenter of actueler geweest dan nu en is in het belang van een stabiel en veilig Europa.

Uitbreiding van de Europese Unie is in ons belang. Zo zijn de landen op de Westelijke Balkan omsloten door Europese lidstaten. Ze zijn niet meer onze achtertuin, maar onze binnentuin. Wanneer wij niet met hen de toekomst gezamenlijk vorm gaan geven, gaan autocraten dat voor ons doen. Uitbreiding is dan ook nooit urgenter of actueler geweest dan nu en is in het belang van een stabiel en veilig Europa.

Bovendien creëert uitbreiding welvaart, voor zowel de toegetreden landen als de bestaande lidstaten. Het verschil tussen levensomstandigheden in en buiten de Europese Unie sinds de laatste uitbreiding is enorm. Veel Nederlandse bedrijven hebben veel verdiend aan de kansen die de uitbreidingen boden. De kansen voor een effectiever klimaatbeleid nemen toe en in een wereld waar democratie onder druk staat, is uitbreiding een manier om ons democratisch blok sterker te maken. Voor D66 is de uitbreiding van de Europese Unie dan ook een van de succesverhalen van de Europese samenwerking.

Maar uitbreiding vraagt van zowel kandidaat-lidstaten als de bestaande lidstaten aanpassingen. Zo vraagt de uitbreiding ook de bereidheid van de bestaande lidstaten om de wijze van besluitvorming te hervormen. En het voldoen aan de criteria van Kopenhagen, vraagt de nodige aanpassingen van de kandidaat-lidstaten. Het EU-lidmaatschap komt met serieuze en duidelijke verplichtingen en een land moet die kunnen dragen.

• D66 wil het proces van EU-uitbreiding hervormen. We houden daarbij vast aan de criteria van Kopenhagen. Belangrijke waarden als democratie, mensenrechten en een vrije markt staan niet ter discussie. Pas wanneer aan alle criteria wordt voldaan is een volwaardig lidmaatschap aan de orde.
• Met de toenemende Europese integratie is ook het proces om kandidaat-lidstaat te worden een stuk complexer geworden. Het traject om toe te treden duurt bovendien soms frustrerend lang. Dit ondermijnt niet alleen het draagvlak voor de Europese Unie in kandidaat-lidstaten, maar speelt ook antidemocratische krachten in de kaart. Om die reden wil D66 dat het mogelijk wordt voor kandidaat-lidstaten om stapsgewijs toe te treden. In vooraf gestelde stappen, kan een kandidaat bij het voldaan aan de voorwaarde van een stap, over bepaalde onderwerpen meedoen in bestaande Europese overleggen en meepraten (als waarnemer) over bijbehorende besluiten. Zo kan bij het voldoen aan de vereisten van een vrije markt een vergelijkbare positie worden verkregen als de EFTA-landen nu ook hebben. Kandidaat-lidstaten maken zo stapsgewijs kennis met de Europese Unie en behouden de motivatie om te blijven werken aan de noodzakelijke hervormingen. De criteria van Kopenhagen blijven hierin onverkort gelden en uitgangspunt is dat het expliciete doel het volwaardige lidmaatschap is.
• Vooruitlopend op een eerste stap wil D66 ruimte bieden aan het vormen van een ‘waarnemer’ status. Met de status als ‘waarnemer’ kan een kandidaat-lidstaat alvast betrokken worden bij de Europese besluitvorming. Inwoners kunnen al meedraaien in burgerpanels en leden van nationale parlementen worden betrokken bij interparlementaire bijeenkomsten.
• Uitbreiden vraagt om een twee richtingen betrokkenheid. Door actief kandidaat-lidstaten te ondersteunen bij het democratischer maken van hun bestuur, het bestrijden van corruptie en mensenrechtenschendingen, het versterken van hun economie en het respecteren van burgerrechten helpen we die landen om de goede stappen te zetten op weg naar het lidmaatschap. Door op die manier blijvend te investeren in het perspectief van het lidmaatschap wordt ook de stimulans vergroot om toe te werken naar het voldoen aan de criteria van Kopenhagen.
• Sommige landen op de Westelijke Balkan zijn al jaren in onderhandeling met de Europese Unie. Onduidelijkheid over een eventuele toetreding frustreert niet alleen de onderhandelingen maar ondermijnt het proces om te voldoen aan de criteria. D66 wil daarom dat met de landen op de Balkan een realistisch tijdspad wordt afgesproken en tot die tijd gekeken wordt hoe zij als waarnemer kunnen meedraaien met de Europese besluitvorming. Ook moet de Europese Unie haar verantwoordelijkheid blijven nemen voor een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam, multi-etnische regio, onder andere in Bosnië en Herzegovina en Kosovo.
• De noodzakelijkheid van het hervormen van het bestuur van de Europese Unie neemt als gevolg van eventuele uitbreiding toe. D66 is van mening dat uitbreiding en hervorming van de Europese Unie twee kanten van dezelfde medaille zijn. Die ontwikkelingen moeten hand in hand gaan. D66 wil dan ook dat bij de huidige discussie over de werkwijze van de Europese Unie al rekening gehouden wordt met een eventuele uitbreiding.
• De toetredingsonderhandelingen met Turkije worden alleen hervat wanneer het significante en duurzame verbeteringen laat zien op het gebied van mensenrechten, democratie en rechtsstaat.
• De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne laat zien hoe belangrijk het borgen van de Europese waarden is. Oekraïne, Moldavië en Georgië horen bij de Europese Unie. We realiseren ons dat voor deze landen geldt dat nog veel noodzakelijke hervormingen doorgevoerd moeten worden voordat tot volledig lidmaatschap kan worden overgegaan.

De Russische inval in Oekraïne vormde een kantelpunt in het Europese denken over vrede en veiligheid. Het heeft ook onze relatieve kwetsbaarheid en afhankelijkheid van Amerika blootgelegd. Vergaande Europese defensiesamenwerking is noodzakelijk om ook de komende decennia ons grondgebied en onze waarden te kunnen beschermen. D66 is dan ook voorstander om op termijn toe te werken naar een Europees krijgsmacht. De eerste stap is de uitgaven voor defensie op niveau te brengen. Daarnaast kan militaire samenwerking zorgen voor een effectieve en krachtige gezamenlijke defensie. D66 pleit daarom voor een Europese Defensie Unie – complementair aan het NAVO-bondgenootschap. Investeringen in de krijgsmacht stemmen we binnen Europa af. We zetten in op taakspecialisatie en bundelen onze krachten op het gebied van materiaalinkoop en –standaardisatie. Ook werken we aan een volwaardige Europese defensie-industrie. Op die manier is Europa weer in staat zelfstandig haar eigen vrede en veiligheid te borgen.

De Russische inval in Oekraïne vormde een kantelpunt in het Europese denken over vrede en veiligheid. Het heeft ook onze relatieve kwetsbaarheid en afhankelijkheid van Amerika blootgelegd. Vergaande Europese defensiesamenwerking is noodzakelijk om ook de komende decennia ons grondgebied en onze waarden te kunnen beschermen. D66 is dan ook voorstander om op termijn toe te werken naar een Europees krijgsmacht. De eerste stap is de uitgaven voor defensie op niveau te brengen. Daarnaast kan militaire samenwerking zorgen voor een effectieve en krachtige gezamenlijke defensie. D66 pleit daarom voor een Europese Defensie Unie – complementair aan het NAVO-bondgenootschap. Investeringen in de krijgsmacht stemmen we binnen Europa af. We zetten in op taakspecialisatie en bundelen onze krachten op het gebied van materiaalinkoop en –standaardisatie. Ook werken we aan een volwaardige Europese defensie-industrie. Op die manier is Europa weer in staat zelfstandig haar eigen vrede en veiligheid te borgen.

• D66 streeft naar een sterke Europese pijler binnen het NAVO bondgenootschap. De 23 EU-lidstaten die ook lid zijn van de NAVO verenigen zich daarom in een Europese Defensie Unie. Deze unie zal stapsgewijze integratie tot één geïntegreerd Europees leger stimuleren. Ook niet-NAVO, maar wel EU-lidstaten kunnen zich bij delen hiervan aansluiten. De 2-procent norm van de NAVO wordt een bindende EU-norm. Lidstaten specialiseren zich in de defensieonderdelen waar hun expertise ligt om de Europese defensiecapaciteiten slagvaardiger te maken.
• Een aparte Eurocommissaris voor Veiligheid en Defensie wordt verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de Europese Defensie Unie.
• De bescherming van nationale defensie-industrieën hindert innovatie en de ontwikkeling van nieuwe defensiecapaciteiten. Door de defensie-industrie onderdeel te maken van de interne markt creëren we een volwaardige Europese defensiemarkt. Defensieaanbestedingen vallen voortaan onder reguliere Europese aanbestedingsregels.
• D66 wil dat verduurzaming een integraal onderdeel is van de Europese defensiesamenwerking. Zowel op het gebied van het gebruik van duurzame energiebronnen als het recyclen van gebruik materiaal. Door duurzaamheid als uitgangspunt te nemen, kan de defensie-industrie als innovatiemotor werken voor allerlei ontwikkelingen.
• De Eurocommissaris voor Veiligheid en Defensie ziet toe op het versterken van de Europese defensie-industrie en krijgt een voortrekkersrol in gezamenlijke Europese defensieaanbestedingen. Gezamenlijke inkoop verbetert de samenwerking tussen krijgsmachten en zorgt voor een doeltreffendere besteding van budgetten. Daarnaast stellen we Europese standaarden vast voor munitie, wapensystemen, data, communicatie, onderhoud, reparaties en transport.
• Het European Defence Fund krijgt meer budget voor het aanjagen van onderzoek en innovatie in de Europese defensiemarkt. Speciale aandacht gaat uit naar de ontwikkeling van cyber- en ruimtecapaciteiten en onderzoek naar het beter benutten van de kansen van artificiële intelligentie. De inzet van nieuwe technologieën gebeurt daarbij alleen onder voorwaarden van duidelijke juridische waarborgen.
• In aanvulling op de collectieve verdediging van het grondgebied door de NAVO en individuele lidstaten, zet de Europese Unie zich in voor stabiliteit in de regio. Het gezamenlijk uitvoeren van civiele en militaire missies draagt bij aan de geopolitieke invloed en het handelingsvermogen van de Unie. Er komt een groter Europees hoofdkwartier van waaruit meerdere Europese missies en operaties worden geleid.
• Europese militaire missies en operaties hebben vaak een gebrek aan capaciteiten voor bijvoorbeeld inlichtingen, logistiek en communicatie. Voor de evacuatie van Europese burgers uit Afghanistan waren we bijvoorbeeld afhankelijk van andere internationale partners. De EU-Battlegroups en snelle Europese interventiecapaciteit worden daarom verder ontwikkeld naar een autonome strategische militaire capaciteit.
• Het Erasmusprogramma voor militair wordt uitgebreid. Deze uitwisseling van culturen, kennis en tactieken zorgt voor hechtere samenwerking tijdens gezamenlijke opdrachten.
• Een militaire Schengenzone zorgt ervoor dat we militair materieel sneller door Europa kunnen verplaatsen naar de plek waar het nodig is.
• D66 pleit voor Europese regels over bestaande en nieuwe technologie voor militaire doeleinden, waaronder kunstmatige intelligentie. Uitgangspunten hierin zijn: een verbod op volledig autonome offensieve wapensystemen, nadruk op menselijke eindverantwoordelijkheid en transparantie en herleidbaarheid.
• Wapenexportbeleid wordt Europees. D66 is voorstander van een onafhankelijke Europese wapenexportautoriteit. Dit vergroot de invloed en slagkracht van de Europese Unie. Deze autoriteit toetst leveringen van lidstaten, adviseert en heeft een doorslaggevende stem wanneer lidstaten verschillend denken over het leveren van bepaalde wapensystemen aan andere landen. De huidige wapenexportcriteria en controle na levering van wapens worden aangescherpt. Tot slot worden leveringen automatisch bevroren bij een wapenembargo.
• De verdere integratie van Oekraïne in de NAVO is van groot belang voor de veiligheid op het Europese continent. D66 is dan ook voorstander van blijvende Europese steun aan Oekraïne, bijvoorbeeld in de vorm van de training van Oekraïense troepen en voorziening van wapens en munitie. De Europese Unie moet eerder gemaakte beloftes voor steun snel inlossen.

Migratie is van alle tijden. Mensen komen in beweging voor liefde, werk of moeten vluchten. Dat mensen migreren is voor D66 een gegeven. Het is echter kraakhelder dat het huidige Europese migratiebeleid veel beter kan en moet. Voorop staat dat wij ons te allen tijde aan het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties houden bij de opvang van mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. De meeste opvang van vluchtelingen gebeurt nu al in de regio. Slechts een klein deel van de vluchtelingen komt uiteindelijk naar Europa. We hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om mensen op de vlucht te beschermen.

Migratie is van alle tijden. Mensen komen in beweging voor liefde, werk of moeten vluchten. Dat mensen migreren is voor D66 een gegeven. Het is echter kraakhelder dat het huidige Europese migratiebeleid veel beter kan en moet. Voorop staat dat wij ons te allen tijde aan het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties houden bij de opvang van mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. De meeste opvang van vluchtelingen gebeurt nu al in de regio. Slechts een klein deel van de vluchtelingen komt uiteindelijk naar Europa. We hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om mensen op de vlucht te beschermen.

De kern van het asielbeleid ligt in Europa, maar een coherent en humaan Europees asiel- en migratiebeleid ontbreekt. Migratie lijkt ons te overkomen. Mensensmokkelaars hebben vrij baan door het ontbreken van veilige en legale vluchtroutes. Landen aan de grenzen van de Europese Unie worden geacht de opvang te regelen, met als gevolg dat vluchtelingenkampen op Lesbos, Lampedusa en Malta overvol zijn en mensen onder erbarmelijke omstandigheden moeten wachten op hun asielprocedure. Juist door meer op Europees niveau samen te werken krijgen we grip op de migratie, verdelen we de opgave rechtvaardig en waarborgen we fundamentele mensenrechten. Zo komen we tot een echt Europees asielsysteem dat effectief en humaan is.

D66 kiest daarom voor een migratiebeleid dat wel werkt. Dat doen we langs vier uitgangspunten:
1. We beschermen kwetsbare mensen op de vlucht.
2. We zorgen voor een snelle en zorgvuldige asielprocedure, in het belang van kansrijke aanvragen.
3. We zijn strenger voor asielzoekers die geen kans hebben om hier te blijven.
4. We kiezen voor hoogwaardige arbeidsmigratie en pakken misstanden aan.

Zo pakken we bestaande problemen aan, helpen we mensen op de vlucht voor oorlog en geweld en creëren we draagvlak.

• Landen die opvang in de regio bieden, helpen we met geld voor onderdak, voedsel, medische en psychische zorg en onderwijs. Daar waar mogelijk zet D66 in op het aanpakken van de grondoorzaken van migratie.
• Om onmenselijke taferelen op de Middellandse Zee te stoppen en een veilige route naar Europa te creëren voor diegene die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld wil D66 dat er een Europees humanitair visumsysteem komt. Het beschermen van de mensenrechten is het uitgangspunt voor dit systeem en het moet mensen sneller helderheid geven over het al dan niet kunnen blijven in de Europese Unie. Een humanitair visum kan bij een ambassade of consulaat van een EU-land worden aangevraagd en geeft toegang tot een kort verblijf in een EU-land op basis van een eerlijke en rechtvaardige verdeling binnen Europa, waar vervolgens de asielprocedure kan worden doorlopen. Een eerste korte screening vindt plaats bij het verlenen van het humanitaire visum. Hierdoor krijgen kansrijke asielzoekers een veilige en legale route naar de Europese Unie.
• Totdat het systeem van humanitaire visa opgezet is, wil D66 dat Europese Unie actief bijdraagt aan het hervestigen van mensen op de vlucht voor oorlog en geweld. Bij hervestiging worden kwetsbare vluchtelingen, zorgvuldig geïdentificeerd door UNHCR, uitgenodigd om zich te vestigen in een (EU)land. We zetten ons er daarnaast internationaal voor in dat het mandaat voor hervestiging ook van toepassing is op Palestijnse vluchtelingen die onder de bescherming van UNRWA vallen. Binnen de Europese Unie krijgt elke lidstaat een verplicht minimum quotum. Daarnaast bieden we ruimte aan pilots om verschillende varianten van private hervestiging te verkennen, waarbij mensen of particuliere organisaties vluchtelingen voordragen voor vestiging in een lidstaat.
• Er moet snel duidelijkheid komen over de status van Oekraïense ontheemden, bij voorkeur in Europees verband. Dan kunnen ook Oekraïners zelf investeren in hun toekomst. Maar ook voor andere betrokkenen, zoals gemeenten, verhuurders en werkgevers, is het van belang om te weten waar ze aan toe zijn.
• We handhaven bestaande EU-wetgeving over standaarden in alle lidstaten voor opvang en procedures. Er mag geen sprake meer zijn van pushbacks – zeker niet door Frontex –, mishandeling of illegale detentie van mensen. Nationaal beleid wordt geharmoniseerd tot EU-beleid, zodat vluchtelingen in alle Europese landen een gelijke kans hebben om een verblijfsvergunning te krijgen, conform de afspraken in de onlangs tot stand gekomen Europese asiel- en migratie deal.
• We verhogen de democratische controle op asiel en migratie. EU agentschappen zoals Frontex en het Asielagentschap moeten asiel en migratie actief coördineren en leggen daarover regelmatig rekenschap af aan het Europees Parlement.
• Ook de digitale rechten van migranten moeten worden gerespecteerd. Grensbewaker Frontex moet zich houden aan privacywetgeving. De aangekondigde EU-database met persoonsgegevens van iedereen die de Europese Unie binnenkomt, dient te worden voorzien van aanvullende voorwaarden over de omstandigheden waaronder van die data gebruik gemaakt kan worden. De Europese Toezichthouder voor Databescherming gaat toezien op het correct gebruiken van deze data.
• D66 wil een eerlijke verdeling voor de opvang van vluchtelingen over alle EU-lidstaten. Om die reden is D66 ook geen voorstander van het kunnen afkopen van de verantwoordelijkheid door lidstaten: als solidariteit kan worden afgekocht, wordt er alsnog geen eerlijke verdeling van asielzoekers bereikt. Wat D66 betreft moeten álle kansrijke asielzoekers worden herverdeeld. Kansarme asielzoekers worden in grenslanden gehouden, mits de opvang op orde is. Voor D66 is gesloten opvang van minderjarigen – zowel alleenstaande minderjarigen als in gezinsverband – onacceptabel. Kinderen mogen nooit vastgezet worden.
• Bij de herverdeling van vluchtelingen tussen de lidstaten houden we rekening met objectieve criteria zoals het bruto nationaal product, de bevolkingsdichtheid en de werkgelegenheid. Ook subjectieve criteria zoals de integratiekansen en voorkeuren van een vluchteling, de aanwezigheid van familie en taalbanden met het land, nemen we mee. Deze voorkeuren vormen immers een goede bodem voor een kansrijker leven in het nieuwe land.
• Lidstaten die geen asielzoekers willen opvangen, worden gekort op Europese fondsen en subsidies. Zij komen minder in aanmerking voor Europese functies, huisvesting van agentschappen en projecten.
• We leggen de lat hoog bij afspraken met derde landen. Europa maakt alleen afspraken met derde landen over migratie die het VN-Vluchtelingenverdrag hebben ondertekend. Er moeten serieuze waarborgen voor mensenrechten zijn, waaronder externe monitoring door maatschappelijke organisaties. De zogenaamde Tunesië-deal voldoet hier niet aan, want de staat van de Tunesische rechtsstaat is zeer betreurenswaardig. Bovendien is de deal op ondemocratisch wijze en zonder een juiste juridische basis tot stand gekomen.
• Om nieuwe humanitaire rampen op de Middellandse Zee te voorkomen, gaat de Europese Unie proactief zoek- en reddingsoperaties uitvoeren. Hier horen ook afspraken bij over de ontscheping, om te voorkomen dat een schip lange tijd op hulp moet wachten.
• D66 zet zich ook in Europa in om de criminalisering van hulpverleners tegen te gaan. In alle lidstaten zou er een strafuitsluitingsgrond moeten worden toegevoegd voor humanitaire hulp met betrekking tot mensensmokkel.