Twence zou waterstof moeten gaan produceren


Dagelijks staan de media vol met berichten over de hoge energierekening en het niet kunnen terugverdienen van zonnepanelen. Huurders willen van hun zonnepanelen af, politieke partijen vragen om compensatie voor de hoge energierekening. De discussie draait vaak om de verdeling van de kosten: moet de rekening bij de producent of de consument worden gelegd? Maar wat ontbreekt is een structurele oplossing. De volgende stap in de energietransitie moet niet alleen gaan over energieopwekking, maar ook over opslag. Door energie op te slaan wanneer de prijzen laag zijn, kan deze worden gebruikt op dure momenten. Naast batterijen is waterstofproductie hiervoor een belangrijke oplossing. Wij pleiten er daarom voor om waterstof te gaan produceren. En laten we als gemeente nu aandeelhouder zijn van een organisatie die dat kan realiseren: Twence.


De gevolgen van een scheve energiemarkt


We zien nu bijna dagelijks dat elektriciteit overdag vrijwel gratis is. Gratis stroom klinkt aantrekkelijk, maar in werkelijkheid is het een probleem. Enerzijds omdat de prijzen tijdens de ochtend- en avondpieken juist extreem hoog zijn; zonder belastingen of transportkosten loopt de prijs regelmatig op tot 20 a 30 cent per kWh.

Anderzijds omdat investeringen in windmolens en zonnepanelen hierdoor steeds moeilijker terug te verdienen zijn. Dit zien we pijnlijk terug in de groeiende weerstand tegen zonnepanelen bij huurders, die dreigen de stekkers uit hun zonnepanelen te trekken of woningcorporaties verzoeken ze te laten verwijderen. En dat terwijl we op jaarbasis nog maar net de helft van onze elektriciteit duurzaam opwekken. De energie voor verwarming en transport, grotendeels afkomstig uit fossiele bronnen, is hierin nog niet eens meegerekend.

Om écht vooruitgang te boeken in de energietransitie is alleen het plaatsen van windmolens en zonnepanelen lang niet genoeg meer. We moeten ook investeren in energieopslag, anders blijf je tegen die hoge prijzen tijdens de piekmomenten aanlopen.


Twence als regionale producent van waterstof


Hoewel de regie eigenlijk in Den Haag zou moeten liggen, kunnen we in Twente zelf met Twence een belangrijke bijdrage leveren in de productie van waterstof.

Twence produceert al veel elektriciteit, maar heeft weinig mogelijkheden om deze flexibel in te zetten. Zonnepanelen op de Twence-locaties leveren stroom wanneer de zon schijnt, en de afvalverbrandingsinstallatie draait vrijwel continu op volle capaciteit. De productie is daardoor grotendeels vastgelegd. Er kan wel enigszins worden geschoven tussen warmte- en elektriciteitsproductie. Bovendien gaat een deel van de energie naar Nobian, waar de vraag stabiel is. Maar op zonnige zomerdagen, wanneer de warmtevraag laag is en Nederland te veel elektriciteit opwekt, heeft Twence te maken met overtollige stroom. Dit zorgt ervoor dat zonneparken zelfs tijdelijk moeten worden uitgeschakeld.

Waterstofproductie biedt hiervoor een oplossing. Door op de momenten van overtollige stroom waterstof te maken, wordt duurzame energie benut in plaats van verspild. Tegelijkertijd zorgt een hogere energievraag overdag ervoor dat de stroomprijs boven nul blijft, waardoor investeringen in zonnepanelen weer rendabel worden. Dit is niet alleen gunstig voor Twence zelf, maar juist ook voor huishoudens en bedrijven in de regio.


Maak gebruik van onze strategische positie aan de grens


Twente grenst aan Duitsland. En daar ligt een uitgelezen kans om de Duitse en Nederlandse waterstofnetwerken met elkaar te verbinden. In Duitsland zijn ze namelijk al fanatiek bezig met waterstofproductie. De Duitsers zijn bezig met een meganetwerk voor waterstof ter waarde van 19 miljard en wil daar ook Nederland op aansluiten. Naar verwachting is het Duitse waterstofnetwerk in 2032 volledig operationeel. Het is dus de hoogste tijd om in actie te komen. Twence heeft de middelen en de positie om hier in Twente een zeer welkome sleutelrol te spelen in de energietransitie.

Daarom zullen wij een motie indienen die oproept om te onderzoeken hoe Twence de waterstofproductie op zich kan nemen.

Tijdens de raadsvergadering van 31 maart 2025 is deze motie ingediend.