Daders uit de schaduw: D66 motie roept Den Haag op meiden beter te bereiken

Beeld: Andrey Zvyagintsev

Het aantal meiden dat verdacht wordt van criminele uitbuiting is in 2022 met maar liefst 42% gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor, terwijl de stijging onder jongens beperkt bleef tot 3%. Deze opvallende toename wijst op een groeiend probleem dat volgens D66 onvoldoende wordt herkend. Om hier verandering in te brengen, heeft D66-raadslid Marije Mostert een motie ingediend voor een gerichte aanpak van criminaliteit onder jonge meiden. Haar motie kreeg unanieme steun in de raad.

Mostert benadrukt dat meiden vaak betrokken zijn bij andere soorten delicten dan jongens, zoals vermogensdelicten, en hierdoor minder snel in beeld komen bij politie of preventieve programma’s. “Meiden zijn geen bijzaak in de criminaliteitsbestrijding,” aldus Mostert. “Ze hebben een eigen aanpak nodig die past bij hun belevingswereld en rol.” Zij zijn naast slachtoffer vaak ook dader alleen worden zij niet als zodanig herkend en dat brengt grote risico’s met zich mee. 

De motie roept het college op om bestaande vormen van meidenwerk in kaart te brengen, deze te toetsen aan aanbevelingen uit het rapport van Radar Advies, en waar nodig het aanbod uit te breiden of aan te passen. Het doel is om jongerenwerk beter te laten aansluiten op de specifieke risico’s en behoeften van meiden, om zo te voorkomen dat zij verder afglijden richting criminaliteit.