RIVM-rapport Onderzoek naar de herkomst van neergedaald stof en stoffen in de lucht in de IJmond regio

Geachte griffie,


Hierbij verzoeken wij u onderstaande art 41 RvO vragen door te geleiden naar het college van Burgemeester en wethouders.


Fractie D66 Beverwijk

Toelichting

21 januari 2022 heeft het RIVM het rapport “Onderzoek naar de herkomst van neergedaald stof en stoffen in de lucht in de IJmond Regio” gepubliceerd. Ook is een gezamenlijke verklaring naar buiten gebracht door de IJmond gemeenten en de Provincie Noord-Holland.  Tijdens het opstellen van dit rapport heeft het RIVM ervaren dat aangeleverde informatie vanuit Tata Steel soms ontoereikend was. In het rapport staat: ‘Zo kunnen de emissies vanuit Tata Steel niet correct zijn ingeschat, worden bronnen over het hoofd gezien, sluiten de gehanteerde bronkenmerken niet aan bij de praktijk, en dergelijke.’ Ook doet het RIVM de voorzichtige constatering over Tata Steel ‘dat de kennis over de PAK-bronnen en bronkarakteristieken niet volledig is.’ Ondanks al deze beperkingen wordt in het onderzoek geconcludeerd dat berekende concentratiebijdragen lager zijn dan de gemeten concentratiebijdragen. 

Opvallend vindt de fractie van D66 dat het hier niet op een éénmalige onderschatting gaat van één bepaalde emissie maar het lijkt te gaan om een structurele onderschatting van uitstoot. Daarbij moet natuurlijk wel de kanttekening worden gemaakt dat een theoretisch verschil bestaat tussen het bedrijf Tata Steel en het bedrijventerrein Tata Steel. In de werkelijkheid is echter de impact op de omgeving van en de gezondheid van onze inwoners gelijk.

Daarom zijn de conclusies uit het recent afgeronde onderzoek misschien nog wel zorgwekkender voor onze inwoners dan de resultaten uit voorgaande onderzoeken. De omvang en impact van de vervuiling in onze regio was al bekend en de bron Tata Steel. Nu wordt echter geconstateerd dat van een groot deel van de emissie onbekend is waar ze vandaan komt. Van het bedrijventerrein Tata Steel maar waar de bron precies ligt blijft onduidelijk. Het bedrijventerrein blijkt een soort blackbox van uitstoot waar geen bevoegd gezag grip op heeft. Daarmee lijkt een oplossing voor de problematiek in onze regio verder weg dan ooit. Daarom heeft de fractie van D66 de volgende vragen:

Vraag 1

Deelt het college de mening van D66 dat het een verontrustende en onwenselijke praktijk is dat de exacte herkomst van een groot deel van de emissies onbekend is?

Vraag 2

Kan het college in samenwerking met de milieudiensten een inventarisatie leveren van alle vergunning plichtige én niet vergunning plichtige bedrijven op het terrein van Tata Steel? Inclusief de aard en omvang van hun activiteiten?

Vraag 3

Deelt het college de mening van D66 dat nauwkeurige bronherkenning het uitgangspunt moet worden voor het luchtmeetnet in de IJmond en dat de meetdata van de stations identiek per dag moet worden geregistreerd zodat complexiteit in de analyse wordt verminderd?

Vraag 4

In de het e-MJV van Tata Steel worden geen emissies als gevolg van incidenten gerapporteerd. Gezien de structurele aard en aantallen incidenten zou een methodiek gevonden moeten worden om dit toch te kunnen rapporteren. Is het college bereid dit vraagstuk voor te leggen aan het ministerie van I&W voor verbetering van het emissie-registratiestelsel?

Vraag 5

Is het college, gezien de structurele aard van de onderschatting van de eigen emissie van Tata Steel, bereidt melding te maken bij de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport en te vragen om een onderzoek?

Vraag 6

Aangezien het voor een groot deel van emissies onduidelijk is waar de bron is, lopen medewerkers van Tata Steel wellicht risico’s op de werkvloer. Is het college breidt samen met de vakbonden melding te maken bij de arbeidsinspectie en advies te vragen over hoe om te gaan met deze situatie?

Vraag 7

In het rapport komt duidelijk naar voren dat tot drie kilometer in de omgeving rond het bedrijventerrein Tata Steel metalen en PAK in verhoogde waardes worden gevonden waarvan sommige specifiek zijn aan te wijzen als behorende bij staalproductie. Door re suspensie kunnen deze stoffen in nog veel hogere waardes voorkomen dan Tata Steel mag uitstoten.

  • Worden milieunormen voor de bodem buiten het Tata terrein overschreden met deze metalen en PAK? 
  • Zijn gezondheidsrisico’s verbonden aan deze hogere waardes door re suspensie?
  • In welke mate is Tata Steel verantwoordelijk voor eventuele sanering van deze stoffen als deze aantoonbaar gevolg zijn van staalproductie? 

Vraag 8

Deelt het college de mening van D66 dat alle drie de aanbeveling van het RIVM in het rapport moeten worden overgenomen en geïmplementeerd bij de verbetering van het luchtmeetnet en VHT-taken in de IJmond?

Vraag 9

Deelt het college het standpunt van D66 dat de Roadmap van Tata Steel en de daarin voorgestelde maatregelen met de kennis van nu onvoldoende en achterhaald zijn voor het gehele bedrijventerrein Tata Steel? Zo ja, welke inspanning gaat het college plegen om te waarborgen dat de streefwaardes wel worden gehaald binnen de gestelde termijnen?