In de vorige editie kondigden we aan dat deze editie over ‘internationale politiek’ zou gaan maar deze zomer bleken de binnenlandse politieke actualiteiten toch nét even iets spannender en urgenter: een kabinet viel, de langst zittende premier kondigde zijn vertrek aan, en vervolgens vond er een ware uittocht plaats van een hele politieke generatie. Zo’n grote politieke aardverschuiving, daar moesten we natuurlijk wat mee.
Deze radicale breuk kan gezien worden als een bedreiging: kabinet Rutte-IV trad aan tijdens de nasleep van de coronapandemie, tijdens het begin van de Russische oorlog tegen Oekraïne, tijdens een periode van stijgende inflatie en armoede, en tijdens het lange, langzame naar boven komen van dé bestuurlijke tragedie van de 21ste eeuw: de toeslagenaffaire. Om op zo’n moment aan te sturen op een kabinetsval, terwijl de problemen zich zó ver opstapelden, was met deze blik, ronduit onverantwoordelijk te noemen.
Maar misschien is dit keerpunt geen bedreiging, maar juist een kans. De auteurs in deze editie van Idee vinden van wel. Zo betoogt Marjan Slob in een interview met Idee dat de nieuwe politiek over waarden kan en moet gaan. Annelien de Dijn laat zien dat er nu eindelijk ruimte is voor een nieuwe kijk op die voor liberalen oh zo belangrijke waarde: vrijheid. En dit gaat dan alleen nog maar over de waarden die we centraal stellen in ons politiek-maatschappelijke denken. We kunnen ook anders kijken naar het politieke proces, bijvoorbeeld door democratie als méér te zien dan alleen maar verkiezingen voor parlementariërs en bestuurders in de politieke arena, zo schrijft Martijn Visser. En zelfs als we ‘democratie’ alleen maar beperken tot het politieke proces, dan nog liggen er ook voldoende kansen: Simon Otjes signaleert de ruimte voor een brede progressieve samenwerking, en Willeke Slingerland wijst op hoe het gevaar van ‘netwerkcorruptie’ ingetoomd kan worden. In een interview vertelt Carla Hoetink wat nu precies die infameuze ‘politieke cultuur’ is waar iedereen het over heeft en welke rollen de Tweede Kamer meer kan oppakken in de toekomst.
Naast een nieuwe kijk op de waarden die we centraal stellen, en een nieuwe kijk op de democratie, is er ook ruimte voor een nieuwe kijk op onze economie. Rutger Claassen volgt de lijn die is ingezet door Martijn Visser en pleit voor een radicale democratisering van de economie. Marthe Hesselmans en Danique François laten zien dat het bedrijfsleven en de overheid niet op gespannen voet hóeven te staan – en sterker nog, dat grote maatschappelijke problemen beter opgelost kunnen worden in het samenspel tussen die twee.
Het huidige tijdsgewricht is dus een moment vol van mogelijkheden en nieuwe ruimte, op drie gebieden: waarden, democratie en economie. Laten we deze kans benutten om eens écht een ideeënstrijd te voeren, op de inhoud.