Woord vooraf: idealen & realpolitik

Door Daniël Schut

De wereldpolitiek bevindt zich in stormachtig weer. In de jaren negentig van de vorige eeuw dachten we even dat we naar een ‘einde van de geschiedenis’ toe bewogen, dat er geen alternatief was voor een liberale wereldorde gebouwd op een gemeenschap van democratische rechtsstaten en dat oorlogen in de achteruitkijkspiegel zouden verdwijnen wanneer mensen maar in vrijheid en vrede met elkaar konden handelen.

Niets bleek minder waar. Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 leek het radicale islamisme dé uitdager van de liberale wereldorde. Nu, na de Russische inval in Oekraïne, de verkiezing van anti-democratische autoritaire leiders in de Europese Unie en de opkomst van een steeds zelfverzekerder China, lijkt het belangrijkste alternatief een regeervorm waartegen liberalen zich al sinds de Franse Revolutie hebben willen verzetten: de autocratie.

Tegelijkertijd zijn de sociaal-liberale waarden voor de geopolitiek misschien wel uit het zicht verdwenen, maar niet vergeten. Zo is het nog steeds zo dat democratieën onderling minder vaak oorlog voeren, vertelt Wolfgang Wagner in een interview. Als Nederland zijn we misschien maar een kleine speler wereldwijd, maar via de Europese Unie kunnen we zelfs op een grootmacht als China effectief invloed uitoefenen, zoals Julia Bader in haar essay stelt. En de invloed die we onder andere via de Europese Unie wereldwijd hebben, kunnen we vergroten zo lang we zelf maar het goede voorbeeld blijven geven. En trouw blijven aan onze principes van de democratische rechtsstaat en respectvol multilateralisme, zo maant Hylke Dijkstra in zijn essay ons aan.

Wat verder in deze editie blijkt: een sociaal-liberale kijk op geopolitiek móet op een andere manier naar de wereldpolitiek kijken dan het klassieke liberale internationalisme. Die stroming begon ooit met de Amerikaanse president Woodrow Wilson, vlak voordat zijn land zich in de Eerste Wereldoorlog mengde. Hij riep landen – soevereine natiestaten – op om toch vooral samen te werken, verdragen te sluiten en open en eerlijk afspraken te maken.

Maar een analyse van wereldpolitiek die begint en eindigt met verhoudingen tussen slechts natiestaten, mist de belangrijkste ontwikkelingen en institutionele innovaties. Dat betoogt onder andere Petra Stienen in een interview over nut en noodzaak van een feministisch buitenlandbeleid – de grondslag daarvan zijn de mensenrechten zoals die 75 jaar geleden zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Jaap de Wilde laat zien dat we óók uit kunnen gaan van steden, en Jaap Hoeksma laat zien dat de Europese Unie als internationale organisatie bij uit- stek het soort organisatie is dat de klassieke vraagstukken van pure machtspolitiek en internationale betrekkingen tussen soevereine staten – vaak aangeduid met de term ‘realpolitik’ – transcendeert.

Wat deze editie van Idee laat zien is dat de zachte krachten, de waarden van het sociaal-liberalisme, nog steeds een lichtend baken zijn op de onstuimige zeeën van de wereldpolitiek. Dat het woeste weer het licht aan ons zicht onttrekt, betekent niet dat het er niet meer is. We kunnen er nog steeds op varen.