Interview Helene Landemore

Gezamenlijk weten en kunnen wij meer dan alleen’

Hélène Landemore is pleitbezorger van een democratisch systeem waarbij burgers de bevoegdheid krijgen om persoonlijk en rechtstreeks de wetten en regels vast te stellen die hen besturen. Het belangrijkste kenmerk van ‘haar’ concept is de open mini-public waarbij een willekeurig gekozen groep burgers samenkomt om te debatteren en besluiten te nemen over kwesties van algemeen belang. Landemore, recentelijk van Yale University in Oxford aangekomen, spreekt met Idee en legt, met geduld en passie, haar concept uit voor een ‘open democratie’. Een systeem dat in haar ogen het beste en meest rechtvaardige is voor alle burgers. 
 
Door Cécile Insinger

Wanneer ben je begonnen met het ontwikkelen van het concept van een ‘open democratie’? ‘Het is een lang proces geweest; ik bestudeer de democratie al vijftien jaar. Eerst geloofde ik in het gangbare verhaal: over de heropleving van de democratie in de achttiende eeuw en dat de huidige vorm van democratie superieur is aan de Griekse vorm van rond 550 voor Christus die wij als ‘exclusief’ beschouwen. In de oude Griekse filosofie was de ongelijkheid van mensen de norm. In het huidige democratische systeem worden alle burgers als gelijken beschouwd en is de democratische structuur ‘inclusief’, met inbegrip van bijvoorbeeld vrouwen, de lagere sociaaleconomische klassen, etnische en religieuze minderheden.
Op een zeker moment las ik literatuur over ‘collectieve intelligentie’, een proces waarbij individuen samenkomen om hun kennis en vaardigheden met elkaar te delen om maatschappelijke problemen beter op te kunnen lossen. Gezamenlijk weten en kunnen wij meer dan alleen. Als je het leven van vrouwen of van arme mensen wilt verbeteren, dan moet je horen wat zij willen, en je moet het van hen zélf horen. Wanneer men alleen vertrouwt op de uitkomst van verkiezingen, dan blijft er een grote kloof bestaan tussen de mensen die het land besturen en de mensen wiens levensomstandigheden je probeert te verbeteren. 

Besef je dat het politieke landschap in Nederland anders is dan in de Verenigde Staten, of zelfs in Frankrijk? Wij hebben hier zeventien politieke partijen. ‘Zelfs als je een veelheid aan partijen hebt, dan zijn verkiezingen een fundamenteel ongelijke manier om macht te verdelen. Je zult nooit iemand die erg verlegen is of een dakloze aan de macht krijgen of een verkiezing laten winnen. Of een oudere, gepensioneerde vrouw, of iemand die op het autisme spectrum zit. De situatie in Canada of Nederland is misschien beter dan in de VS, maar met het kiesstelsel stuit je nog steeds op de grenzen van de machtsverdeling.
 
Ik heb het met eigen ogen gezien, bij de Convention Citoyenne pour le Climat [dat in Frankrijk werd gehouden van oktober 2019 tot juni 2020, red.]. Een, wat verlegen, oudere vrouw die stotterde deed haar zegje tijdens de derde sessie van de Conventie. Tijdens deze sessies werd niet gewacht tot iemand het woord nam, iedereen werd verzocht iets te zeggen, dus toen het haar beurt was om te spreken, nam zij het woord. Het was erg ontroerend. Haar aanwezigheid op de Conventie was het gevolg van de zogenaamde ‘willekeurige’ selectiemethode die werd toegepast. Daardoor namen mensen deel aan dit debat die daar normaliter niet zouden zijn. De volledige Convention Citoyenne pour le Climat besloeg zeven sessies, gedurende zeven weekends. Op de allereerste zitting overheerste bij de deelnemers het gevoel van wantrouwen, hoewel men ook wel hoopvol was. Ik was erbij als waarnemer, het was goed te merken. Tijdens de derde sessie vond er echter een vrij dramatische ommekeer plaats. Er ontstond een sfeer van wederzijds vertrouwen, van enthousiasme en zelfs van opwinding. Het gevoel van wantrouwen verdween.’
 
Dit politieke experiment van een burgerconventie over het klimaat in Frankrijk, de hele organisatie, het selectieproces, al het personeel, dat moet heel wat tijd en geld gekost hebben? ‘Natuurlijk is dat zo. Honderdvijftig burgers namen er aan deel. Zij werden allemaal betaald en hun onkosten werden gedekt. Alhoewel ik denk dat veel betrokkenen gratis hebben gewerkt, zoals de vele deskundigen die door de burgers werden geraadpleegd bijvoorbeeld. De totale kosten bedroegen ongeveer zes miljoen euro. Waarom vinden wij dat democratie niets zou mogen kosten? Onze democratie is toch iets waard, wij moeten daar juist in investeren. Bovendien, mensen werken steeds minder, banen verdwijnen. Het geeft het leven van veel mensen weer zin als zij in staat blijken te zijn om hun eigen lot te bepalen. Men zou hen, na hun deelname, een diploma of ‘democratische punten’ kunnen geven die hen, bijvoorbeeld, een belastingvermindering zou kunnen opleveren. Bovendien leert men van de deelname aan deze bijeenkomsten, men ontwikkelt een zekere knowhow en leert vaardigheden. Dankzij deze ervaring zouden degenen die deelnemen aan debatten en discussies bij eventuele toekomstige vergelijkbare bijeenkomsten kunnen meehelpen in de organisatie.

Na afloop van deze Conventie waren de deelnemers enthousiast dat zij onderdeel waren van deze zogenaamde ‘beraadslagingen’. Voor een groot aantal van hen was het de spannendste ervaring van hun leven. Zij waren in de gelegenheid gesteld om andere mensen met een volledig andere achtergrond te ontmoeten en met hen van gedachten te wisselen. Die gelegenheid krijgen ze anders nooit en te nimmer.

Wat de hoeveelheid tijd betreft: deze nationale conventie heeft de deelnemers zeven weekends van hun leven gekost. Men zou ook op kleinere schaal een vorm van burgeroverleg kunnen houden, bijvoorbeeld in gemeenten. Dat zou minder tijd en geld kosten. Burgemeester Anne Hidalgo van Parijs geeft Parijzenaren elk jaar de mogelijkheid om te stemmen over gemeentelijke investeringen, het zogenaamde Budget Participatif. Onlangs heeft zij ook een Conseil de Paris opgericht waarin 163 willekeurig gekozen burgers zitting hebben om het gemeentelijk beleid mee te helpen sturen en vormen.’
 
Hoe zit het met mensen die niet echt van de schijnwerpers houden? Hoe zou je juist hen ervan kunnen overtuigen om ook deel te nemen aan een burgervergadering? ‘Deze mensen zouden inderdaad geneigd kunnen zijn te weigeren. Het is, denk ik, geen goed idee om deelname verplicht te stellen, daarvoor is het engagement te groot. Toch moet men proberen hen te overtuigen om deel te nemen. Door hun nieuwsgierigheid te prikkelen, door hen te betalen voor hun tijd en eventueel voor hun kinderopvang. Voor veel mensen uit de kleinere plattelandssteden is het heel aantrekkelijk om naar de grote stad te komen en daarvoor betaald te krijgen. Door daaraan mee te doen, krijgen zij toegang tot een nieuwe wereld.’
 
Vind je dat politieke partijen eigenlijk afgeschaft zouden moeten worden? ‘Er zitten nog steeds goede mensen in de politiek. Maar ook al zijn de persoonlijke bedoelingen goed, politici als groep functioneren niet meer. Ik denk dat politieke partijen zijn geëvolueerd tot verenigingen voor gelijkgestemden, maar ik betwijfel of zij zouden moeten dienen als toegangspoort tot de macht. Partijen moeten ernaar streven om een visie te ontwikkelen in het belang van de burgers en om die visie vervolgens in de publieke ruimte ter discussie te stellen. Dat gebeurt niet meer. In plaats daarvan gaat het alleen nog maar om winnen en toegang tot de macht, veel verheffender dan dat is het eigenlijk niet. Als je dus die machtsaspiratie wegneemt, kunnen de partijen weer een plek worden voor reflectie en visievorming.
Wat ik zou willen is de kiesstelsels zodanig verbeteren dat de wetgevende macht weer bij de burgers komt te liggen. Nu worden we geregeerd door gekozen elites enerzijds en technocraten en bureaucraten anderzijds. Ik denk dat we ook de bureaucratieën moeten hervormen. De macht moet gelijkmatiger verdeeld worden. We moeten democratiseren en de-oligarchiseren.’
 
Wat zouden wij in Nederland moeten doen? ‘Iets wat Frankrijk nog niet heeft durven doen, maar de Duitse gemeenschap in België wel: creëer een permanent orgaan van willekeurig gekozen mensen en geef hun de macht om de wetgevende agenda vorm te geven. Voeg dus een extra speler aan het democratische stelsel toe die de diversiteit van de mensen in het land vertegenwoordigt. Een mengvorm van de bestaande modellen met ‘mijn’ model van de open mini-public. Selecteer, zeg, driehonderd willekeurig gekozen burgers, voor een periode van één jaar. Laat hen de agenda bepalen en beslissen welke nationale kwesties moeten worden aangepakt. Dit zou een volledig betaalde baan zijn. Als je ze langer zou laten aanblijven dan één jaar, dan zou je ervoor moeten waken dat zij niet tot ‘reguliere’ politici worden met alle risico’s van dien.’
 
Hoe zouden we deze mensen selecteren? ‘Door middel van een zogenaamde gestratificeerde aselecte steekproeftrekking, om die categorieën van de bevolking te krijgen die men opgenomen wil zien, bijvoorbeeld gecategoriseerd naar geslacht, geografische herkomst, leeftijd, opleidingsniveau en sociaaleconomische achtergrond. In Frankrijk had men voor de Convention Citoyenne pour le Climat een adviesbureau ingehuurd dat een algoritme gebruikte om willekeurige telefoonnummers te genereren. Deze mensen werden vervolgens opgebeld en gevraagd of zij bereid waren deel te nemen en als zij daarmee instemden, werden ze gevraagd leeftijd, geslacht, adres enzovoort op te geven. Deze verzamelde data werden dan in aparte ‘emmers’ gedeponeerd en later werden de namen dan weer uit die emmers geplukt om de uiteindelijke willekeurig gekozen groep te vormen. Het is misschien geen ideale methode, maar het genereert zeker meer diversiteit dan de selectie van partijleden die na een verkiezing een Kamerzetel krijgen.’
 
In de open mini-public krijgen de deelnemers, de willekeurig gekozen burgers die elk jaar rouleren, niet alleen de bevoegdheid om de agenda te bepalen, maar ook om wetsvoorstellen te initiëren en daarover te beslissen. Kunnen deze deelnemers ooit ter verantwoording worden geroepen voor hun daden en besluiten? ‘Het is waar dat in het lottocratische systeem de mensen niet op de traditionele manier ter verantwoording kunnen worden geroepen omdat zij maar een korte periode in de assemblee zitten en geen individuele verantwoording aan het publiek kunnen afleggen. Toch wekt de groepsdruk en het normale verantwoordelijkheidsgevoel, een gevoel van plichtsbesef bij de leden, zoals dat bijvoorbeeld ook bij juryleden in het Angelsaksische rechtssysteem het geval is. Misschien dat er een Ethische Commissie aangesteld zou kunnen worden die toezicht houdt op het functioneren van de assemblee en die alert is op signalen van mogelijke corruptie.’
 
Ik dacht eerder aan onbekwaamheid dan aan corruptie. Deze willekeurig gekozen burgers zijn misschien slecht toegerust voor de taak die hun wordt opgedragen. ‘Er zijn methoden om dergelijke risico’s te minimaliseren. Bijvoorbeeld door het proces te vertragen en zich van de goedkeuring van de bevolking te verzekeren door middel van een referendum. Dat is wat er in Ierland is gebeurd met de kwestie van het verwijderen van de strafbaarstelling van abortus in de Grondwet. Het voorstel voor een grondwetsherziening met betrekking tot abortus werd ingediend door een willekeurig gekozen burgervergadering van 99 mensen, het parlement schreef vervolgens een landelijk referendum uit over dat voorstel. Vervolgens werd het wijzigingsvoorstel voor de Grondwet in juni 2018 door 67 procent van de natie goedgekeurd.

Mensen maken nu eenmaal fouten, dat is in een democratisch systeem niet anders. In een open democratie zou het echter veel gemakkelijker en sneller mogelijk moeten zijn om gemaakte fouten te herstellen. Als een wet niet werkt zoals hij bedoeld was, dan kunnen burgers zelf het initiatief nemen tot een herziening van die wet via een open mini- public. Als zij genoeg handtekeningen verzamelen, kunnen zij besluiten de wet te herzien. Ze hoeven niet vier jaar te wachten tot er iets verandert.’
 
Wie moet besluiten dat een wet überhaupt moet worden herzien? ‘Dit zou een taak kunnen zijn voor de politieke partijen; het in de gaten houden van de deugdelijke werking van wetten. Aangezien politieke partijen geen toegang meer hebben tot de macht – er zijn geen verkiezingen in mijn systeem – zouden zij kunnen optreden als aanjagers van de debatten in het publieke domein, het overtuigen van de burgers en het verzamelen van handtekeningen. Het is waar dat je leden van een assemblee niet kunt ontslaan op dezelfde manier als wij nu soms onze politici ontslaan. De verantwoordingsmechanismen zijn anders. In Athene werden de leden van de Raad van Vijfhonderd aan het eind van hun ambtstermijn gecontroleerd en als er onregelmatigheden waren begaan, werden zij gestraft en beboet, soms werden zij zelfs uit de gemeenschap verstoten. Ik denk dat wij van de oude Grieken kunnen leren.’
 
Denk je dat technologie een rol zal spelen bij het bevorderen van een open democratie?
‘Ja, hopelijk wel, als er op de juiste manier gebruik van wordt gemaakt. We zouden in staat moeten zijn om veel meer online beraadslagingen te organiseren bijvoorbeeld. Ik kan je twee voorbeelden geven. Het eerste is dat van Taiwans minister van Digitale Technologie, een echte visionair. Zij creëerde digitale instrumenten en platforms waarop zij de gemeenschap de gelegenheid gaf te discussiëren en beslissen over wat te doen aan de problemen die Airbnb veroorzaakte voor de lokale hotels en de problemen die Uber veroorzaakte voor de lokale taxi’s. Zij loste het op, en nog relatief snel ook, door via deze online platforms contact te leggen met het publiek. Taiwan heeft een bevolking van 27 miljoen mensen.

Het tweede, recente, voorbeeld is Chili. In maart 2020 heeft de Chileense regering een burgervergadering van vierhonderd mensen georganiseerd om drie dagen lang online te discussiëren over pensioenen en de nationale gezondheidszorg. Om de discussie tussen vierhonderd afgevaardigden te modereren werd de hulp ingeroepen van James Fishkin en zijn team van het Center of Deliberative Democracyvan Stanford University in Californië. Fishkin had een algoritme voor kunstmatige intelligentie ontwikkeld om online discussies te modereren. Zowel in kleine groepen als in een plenaire vergadering. Dit systeem beheerde de spreektijd van de mensen op een volledig objectieve wijze, we weten dat menselijke moderators soms bevooroordeeld kunnen zijn en bovendien vrij duur zijn. Artificiële intelligentie deed dit gratis – het was een groot succes.’
 
Zou een open democratie, of aspecten ervan, ook moeten worden toegepast op de instellingen van de Europese Unie? ‘De Europese Unie is gebaseerd op een technocratisch en bureaucratisch model. Om eerlijk te zijn ziet het er niet goed uit. Het is een ondoorzichtige megastructuur, met een vrij zwakke legitimiteit. Dat gezegd hebbende, denk ik dat de jongere generatie Europese parlementsleden, onder invloed van wat er in Griekenland en met Brexit is gebeurd, een en ander probeert te veranderen. Op dit moment is de Conferentie over de Toekomst van Europa aan de gang, die wellicht is gemodelleerd naar Macrons’ Grand Débat National. Ik denk dat weinig mensen dit weten, domweg omdat te weinig mensen geïnteresseerd zijn in de Europese politiek. Alle Europese burgers hebben de mogelijkheid om het online te volgen, deel te nemen aan de discussie en kwesties aan te dragen die zij belangrijk vinden. Dit is een goede zaak en hopelijk zal Europa zich langzaam beginnen open te stellen voor zijn burgers.
 
Je noemt een groot aantal landen en steden over de hele wereld waar bepaalde vormen van open democratie al zijn of worden toegepast. Brazilië, IJsland, Canada en Frankrijk om er maar een paar te noemen. Ben je optimistisch over de koers die jouw concept zal volgen? ‘Alle mensen die hebben deelgenomen aan een of andere vorm van open democratie en aan wie achteraf wordt gevraagd of zij in de toekomst weer zouden deelnemen, antwoorden dat zij willen blijven deelnemen aan politieke participatie, sommigen zelfs door hun eigen vereniging op te richten. Ik denk dat het een transformerende ervaring is, dus ja, ik denk dat dit concept zal blijven aanslaan.’  
 
lène Landemore is hoogleraar politieke wetenschappen aan Yale University. In haar boek Open democracy: Reinventing popular rule for the 21st century (2020, Princeton) bespreekt ze de voordelen, maar noemt ze ook de zwakke punten van haar concept van een ‘open democratie’.

Cécile Insinger is freelance redacteur, beëdigd vertaler Engels en redactielid van Idee.