Toespraak Bas Heijne D66-congres 121

Essayist Bas Heijne gaf op zaterdag 12 april 2025 een toespraak op het D66-congres in Breda. Lees hier de tekst. 


Beste D66-ers,

Toen ik onlangs aan een volle zaal vroeg wie van de aanwezigen zich ernstige zorgen maakte over wat ons in de nabije toekomst te wachten staat, gingen vrijwel alle handen omhoog. Ik zal die vraag hier vandaag niet herhalen. Omdat ik ervan uitga dat het bij u vandaag niet anders zal zijn. Tenminste, dat hóóp ik. Om de grote Nederlandse historicus Johan Huizinga te citeren, uit een essay uit de jaren dertig: ‘We leven in een bezeten wereld – en wij weten het.’ 

Bezorgd zijn over de nabije toekomst kan niet langer worden afgedaan als doemdenken of paniek zaaien – het lijkt mij eerder een morele plicht. 

Want te lang hebben we gedacht dat het allemaal min of meer vanzelf de goede kant op zou gaan. Te lang hebben we gedacht dat onze waarden en onze vrijheid vanzelf spraken. Anders gezegd, we gingen ervan uit dat de liberale democratie de default mode van onze almaar meer verlichte samenleving was. Na de Val van de Muur leek het een kwestie van tijd dat de meeste mensen het licht zouden zien en net zo redelijk en rationeel en vooruitstrevend zouden worden als wij onszelf vinden. Achteraf kun je dat naïef of hoogmoedig vinden, of zelfgenoegzaam – feit is dat die die overtuiging zo sterk was, dat signalen die op het tegendeel wezen te vaak werden genegeerd of gebagatelliseerd. 

Daardoor heeft het bar lang geduurd voordat het kwartje viel, voordat liberaal- progressieven zich realiseerden dat de wereld om hen heen misschien toch niet geneigd was zich te voegen naar hun o-zo goede bedoelingen. Door die onoplettendheid werden onrustbarende signalen genegeerd, wake-up callsniet gehoord, waarschuwingen in de wind geslagen. De antiliberale reactie kon zich internationaal organiseren – zoals Marijn Kruk beschrijft in zijn recente boek Opstand – en zich bedienen van de mogelijkheden van nieuwe technologieën om haar gedachtegoed te verspreiden, terwijl de middenpartijen in West-Europa meewarig het hoofd schudden, hun schouders ophaalden.

Hoe vaak heb ik een partijgenoot van u niet heb horen zeggen: ach, het gaat altijd maar om hoogstens 15 procent van de kiezers…

Zulke bezweringen hoor je niet langer. Drie recente gebeurtenissen hebben een einde gemaakt aan die zalige onwetendheid.  Ik zal ze even kort afgaan. 

Imperiale ambities

Allereerst de invasie van Oekraïne door Rusland, nu ruim drie jaar geleden. De imperiale ambities van Poetin werden in het westen te lang niet serieus genomen, omdat men er domweg geen logica inzag. In een postideologische wereld was geen plaats voor virulent nationalisme. Laat staan voor oorlog. Het halve leger werd wegbezuinigd, grotendeels door regeringen onder de huidige chef van de NAVO. Antiliberale tendensen in Rusland dacht men lange tijd in toom te houden door een pacificerend geloof in handel. Zolang het westen en Rusland maar goed aan elkaar verdienden, was het in niemands belang de boel ernstig te laten ontsporen. Integendeel, er zou zelfs een weldadige invloed uitgaan van westerse invloed – het postcommunistische Rusland leek het westerse consumentisme volledig te omarmen, het centrum van Moskou stond vol flagship-stores van luxemerken. Consumenten zijn individuen, zo ging de gedachte, en waarom zouden ze niet ook verleid worden door democratische waarden? Handel durch wandel, zoals dat in Duitsland werd genoemd.

Die gerieflijke overtuiging maakte blind voor wat er werkelijk aan de hand was. Niet alleen werd de politiek van Poetin gestuurd door revanchisme – het ongedaan maken van de vernederingen die de ineenstorting van de Sovjet-Unie de Russen hadden doen ondergaan. Het zijn het liberalisme en de liberale democratie zélf die als een existentiële bedreiging worden gezien – en die dus vernietigd moeten worden. 

Antiliberale tendensen

De twee andere gebeurtenissen die definitief een einde aan onze democratische bedaardheid hebben gemaakt, ik hoef ze u eigenlijk niet te noemen, zijn de onverwachte grote winst van de PVV bij de verkiezingen in november 2023 en de herverkiezing van Donald Trump een jaar later. Daaruit bleek dat de antiliberale tendensen in het westen zelf niet alleen niet bezworen konden worden, zoals voorheen vaak werd gedacht, maar dat ze juist aan de winnende hand zijn – ook aan onze eigen kant, ook in ons eigen land. Het gaat allang niet meer om kortstondige oprispingen, tijdelijke ontsporingen. Het gaat om een seismische schokken, een aardverschuiving. 

Maar het feit dat de meeste mensen zich dat inmiddels wel bewust zijn, betekent helaas niet men zich ook overal bewust is van wat van ons wordt gevraagd. Het liberalisme richt zich van oudsher op het bewerkstelligen van zoveel mogelijke persoonlijke vrijheid. Dat is waar het de afgelopen decennia bij liberale partijen over ging: het gewoon jezelf kunnen zijn, mensen – om maar weer een die vreselijke slogan te herhalen – ‘in hun eigen kracht zetten.’ Een uitloper van dat ideaal van zelfverwezenlijking is overigens het neoliberalisme – als je jezelf mag bepalen hoe jij je leven wilt inrichten, mag je ook beslissen dat je zo rijk mogelijk wil worden. Wij gaan daar niet over.

Maar die nadruk op het individu had een groot nadelig, misschien wel fataal effect – het individu kwam steeds losser te staan ten opzichte van zijn omgeving, alle traditionele banden werden doorgesneden, het idee van wat een gemeenschap is, een samenleving, verwaterde. Het liberalisme heeft daar tot op heden geen aansprekend antwoord op gevonden. 

Misschien, zou je kunnen zeggen, heeft men ook verzuimd serieus naar een antwoord te zoeken. En juist daarom is het antiliberalen zo gemakkelijk schieten op liberalen zoals u. Waar hedendaagse liberalen nog altijd gefocust zijn op het garant staan voor persoonlijke vrijheid, persoonlijke ontwikkeling, persoonlijke zelfverwezenlijkingen, brengen de radicaal-nationalisten dat verloren gevoel van gemeenschap in stelling, het gebrek aan maatschappelijke samenhang. Hun beschuldigende vinger wijst naar zogenaamde globalisten, mensen zoals u en ik, die deel uitmaken van kosmopolitische elite die zou neerkijken op mensen die zich níet gezien voelen. Iedere hatelijke tweet, iedere scheldmail die u waarschijnlijk regelmatig ontvangt, sommige van u dagelijks, voert terug op dat ene refrein: de arrogantie en het egoïsme van het bevoorrechte individu die anderen hautain beleert over hun gebrek aan progressieve waarden.

De onverzoenlijke haat en rancune die uit zulke boodschappen spreekt, maakt het wellicht gemakkelijk om ze weg te wuiven, om je niet af te vragen of de haters niet ergens een punt hebben. Bovendien wordt het u door het ontzagwekkende amateurisme en geruzie van een regering met de PVV als grootste partij wel erg gemakkelijk gemaakt om rustig te wachten tot de boel in elkaar klapt en men weer aanklopt bij mensen die wél verstand van zaken hebben. Uw partij gaat vast en zeker weer deel uitmaken van een volgende regering. Uiteindelijk hebben de meeste Nederlanders toch liever een bedachtzame technocraat dan een struikelende amateur.

Progressieve idealen

Maar mijn boodschap aan u vanmiddag is dat dat te gemakkelijk is. Een liberaal in 2025, u dus, lijkt maar in heel weinig opzichten op een liberaal uit 1966. Een liberaal van D25 ziet zich geconfronteerd met twee reusachtige uitdagingen. 

Allereerst is er de uitdaging om de progressieve idealen waar u voor wilt staan, de idealen van vrijheid en gelijkwaardigheid weer echt handen en voeten te geven in die, zoals Huizinga het noemde, bezeten wereld. Ze spreken immers niet meer vanzelf. Daarbij zult u ook de dwalingen onder ogen moeten zien die het liberalisme zelf op zijn geweten heeft: het wegvallen van het idee van de publieke zaak, het omschrijven van de verantwoordelijkheid die het individu draagt voor de samenleving waar hij deel van uitmaakt. Mensen in hun kracht zetten was wellicht altijd al een schaamlap voor bezuinigingen. Maar als ideaal schiet het ook te kort.

De tweede uitdaging hangt hiermee samen. De democratie zélf is voor veel mensen een zwaktebod geworden, iets dat als een hinderlijk obstakel wordt gezien – of iets dat zelfs als een bedreiging van persoonlijke vrijheid wordt beschouwd. In handen van radicaal-rechtse exploitanten lopen daardoor ook onze democratische vrijheden gevaar. Niet alleen in Rusland, Hongarije of Turkije, maar ook in de Verenigde Staten, en ja, ook in Nederland. Rustig wachten tot radicaal-rechts tegen de grenzen van zijn eigen onvermogen aanloopt, is daardoor niet genoeg. Uw gedachtegoed is niet langer aan de winnende hand, erken dat, zie dat onder ogen – u zult de bezeten wereld het hoofd moeten bieden.

Daar is strijdlust voor nodig. Ik denk aan de woorden van de grote Atheense staatsman Perikles, een van de aartsvaders van de democratie. Vijf eeuwen voor Christus sprak hij de bewoners van Athene toe in een rede die klassiek zou worden. Hij roemde de democratie – maar hij wreef zijn gehoord ook in dat de autonomie van de burgers in een democratie allesbehalve vanzelf sprak. Terwijl hij voor de Akropolis stond en neerkeek op de verzamelde burgers van Athene, zei hij: “Vrijheid is het zekere bezit van hen die de moed hebben haar te verdedigen.’’ 

Ik wens u veel strijdlust toe.