‘Niemand staat er ooit bij stil wat een drama gedwongen zwangerschap is’

Beeld: Herman Wouters

De definities van de begrippen ‘zwangerschap’ en ‘abortus’ zijn ongemerkt opgerekt, en dat heeft invloed op de rechten van vrouwen. Dat stelt Trudy Dehue, emeritus hoogleraar en auteur van het boek Ei, foetus, baby, over de geschiedenis van gewenste en ongewenste zwangerschap. Progressieve politici zijn zich bovendien veel te weinig bewust van de geschiedenis. ‘Abortus verwijst naar iets medisch, dat tegelijk crimineel en dus strafbaar is. Daar moeten we van af, mede door te beseffen hoe mensonterend verplicht uitdragen en baren is.
 
door Puck Rouffaer & Sara Visser
fotografie Herman Wouters

‘Aantal abortussen in Nederland spectaculair gestegen’, kopte De Volkskrant in november vorig jaar. Uit het jaarlijks rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over abortuszorg in Nederland was gebleken dat het aantal zwangerschapsafbrekingen in 2023 voor het tweede jaar op rij hoger was dan het jaar ervoor.

Reden tot zorgen? Voor SGP, BBB en ChristenUnie in ieder geval wel. Zij reageerden hierop met een reeks moties die opriepen de motivatie van vrouwen die een abortus ondergaan te registreren en het effect van de afschaffing van de verplichte bedenktijd te onderzoeken. NSC diende samen met de ChristenUnie een motie in om de Wet afbreking zwangerschap eerder dan gepland te laten evalueren. Alleen de motie over de motivatie van vrouwen werd verworpen.

‘Maar als je goed naar de cijfers kijkt, is er helemaal geen reden voor paniek’, stelt Trudy Dehue. ‘De cijfers van de IGJ tonen immers juist een lichte daling vanaf de achtste zwangerschapsweek. De stijging zit ‘m alleen in de eerste acht zwangerschapsweken, dat wil zeggen de eerste zes weken na een bevruchting. En in die periode heetten vrouwen tot voor kort zelfs niet zwanger.’
 
Vrouwen zijn dus niet onvoorzichtiger geworden met voorbehoedsmiddelen, zoals velen opperden in reactie op de cijfers?
‘Nee, en ze zijn ook niet veel meer op TikTok-voorlichting over natuurlijke methoden gaan varen. Het is precies andersom: ze zijn juist verstandig gebruik gaan maken van nieuwe technologie. Sinds enkele jaren bestaat de Clearblue-test die al vóór een uitgebleven menstruatie en voordat de bevruchte eicel volledig ingenesteld is, een bevruchting kan registreren. Als dat ongewenst is, mag je dat volgens de WHO meteen zelf met pillen ongedaan maken. Maar onze wet schrijft voor dat ook dit in een abortuskliniek moet gebeuren, en die zorgt weer voor een stijging van de cijfers van de Inspectie. Dat de abortusarts sinds kort ook een huisarts mag zijn, verandert daar niet veel aan. Veel belangrijker is dat ongeveer twintig procent van de net bevruchte eicellen in de eerste drie maanden spontaan wordt afgestoten. Vrouwen die met de gloednieuwe test al zo vroeg kunnen weten dat ze ongewenst bevrucht zijn, gokken uiteraard niet op zo’n miskraam. Ze gaan meteen naar de wettelijk verplichte arts. Zo verandert de combinatie van nieuwe technologie samen met onze wetgeving de spontane miskramen in uitgelokte abortussen. Ook daardoor stijgen uiteraard de abortuscijfers – tenminste in alleen dit allervroegste stadium.

Tot kortgeleden kon je nog niet ‘zwanger’ heten in zo’n hele vroege fase, zelfs niet tot zes weken ná het uitblijven van je menstruatie. Zolang er geen tests waren die in deze periode al een bevruchting konden signaleren, kon de menstruatie immers net zo goed door andere oorzaken zijn uitgebleven.

Moet je meteen al ‘zwanger’ heten zodra er een zaadcel in je eicel doorgedrongen is? De fabrikant van de nieuwe ultravroege test had deze ook ‘bevruchtingstest’ kunnen noemen, maar hij liet er een blauw met roze verpakking voor ontwerpen en daar het woord ‘zwangerschapstest’ op zetten. De definitie van zwangerschap is dus ongemerkt veranderd en daarmee die van een abortus. Als er straks een nog vroegere ‘zwangerschapstest’ komt, dan gaan de ‘abortuscijfers’ waarschijnlijk wéér omhoog, want dan zijn vrouwen er opnieuw vroeger bij. En dan moet je strikt genomen ook een spiraaltje als een abortus gaan classificeren.’
 
Waarom is dit zo belangrijk?
‘Eeuwenlang hadden vrouwen pas enige zekerheid over een zwangerschap als ze een opmerkelijke kriebel voelden. ‘Alsof je een vlieg in je hand houdt, maar dan in je buik’, lichtte een vroedvrouw dat speciale gevoel eens toe. Dan wist de vrouw zelf: dat is een zwangerschap. Dat gebeurde zo rond de vierde en vijfde maand. Waren vrouwen ongerust na het uitblijven van een of meer menstruaties, dan gebruikten ze methoden om deze op te wekken.

Betrouwbare zwangerschapstests waren er niet voor begin 20ste eeuw, de eerste thuistest dateert van de vroege jaren zeventig. Dergelijke tests gaven pas ongeveer zes weken na het uitblijven van een menstruatie aan dat een bevruchting de oorzaak was. Bij onzekerheid daarover werd ook in die tijd nog gesproken over ‘het opwekken van de menstruatie’, of in destijds nieuw medisch jargon ‘een overtijdbehandeling’.

Ook de abortuswet van 1984 kende de ‘overtijdbehandeling’. Daarvoor gold de verplichte bedenktijd niet en de uitvoering ervan was ook gemakkelijker, en dus goedkoper. Al had de nieuwe wet de vrijheid van vrouwen ingeperkt, bij de overtijdbehandeling was deze wel groter dan bij een echte abortus. Op abortus rustte ook een groter taboe. Maar een tijd na de legalisering van de abortusklinieken begonnen vele daarvan ook de overtijdbehandelingen administratief en financieel als uitgevoerde abortussen mee te tellen. En nadat in 2023 de verplichte bedenktijd verviel, leek er nog minder reden te zijn om het onderscheid te blijven maken. Toen is de categorie ‘overtijdbehandeling’ opgeheven en sinds kort wordt ook in Nederland gesproken van een VEMA, een very early medical abortion. Met de huidige ultravroege test kun je nu in principe zo’n behandeling krijgen zelf als er nog helemaal geen menstruatie is uitgebleven. Terwijl dit volgens het oude jargon in feite om een ‘voortijdbehandeling’ gaat – en ooit een eigen handeling was om de menstruatie op te wekken – wordt hierbij nu ook gesproken van een abortus en telt het dus mee met de abortuscijfers. Met de definitie van een zwangerschap is die van een abortus flink opgerekt.’
 
En dat heeft invloed op het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen.
‘Precies. Het gaat bepaald niet om een woordspelletje, maar om fundamentele vrouwenrechten. Er is een voortgaande medicalisering gaande van wat ooit een eigen handeling van vrouwen was. In de oudheid hadden vrouwen al hun manieren om een uitgebleven menstruatie uit te lokken. Deze konden effectief zijn, maar ze waren tegelijk vaak gevaarlijk, bijvoorbeeld doordat de veilige dosis van een kruid niet bekend was en de vrouwen zichzelf dus vergiftigden. Bij andere methoden was er het gevaar van perforaties en infecties.

Rond het begin van de 20ste eeuw kregen artsen methoden en middelen voor verdoving en infectiebestrijding bij wat zij een abortus provocatus noemden. Die term sloeg vooral op vergevorderde zwangerschappen waarbij zowel de vrouw als het kind in levensgevaar was. Dat gebeurde vaak tijdens de bevalling doordat de vrouwen vernauwde bekkens hadden of andere vergroeiingen. In de heftige strijd van artsen met de kerk om bij zo’n drama tenminste de vrouw te mogen redden, hebben artsen ook de term abortus provocatus criminalis ingevoerd. Die diende om serieus medisch ingrijpen te onderscheiden van het beëindigen van zwangerschappen op initiatief van en uitgevoerd door iemand anders dan een arts.

Deze abortus provocatus criminalis raakte afgekort tot onze huidige term ‘abortus’, een behandeling die nog steeds in het Wetboek van Strafrecht staat. Vaak wordt ook gesproken van abortus ‘plegen’. Hoezo ‘plegen’? Daarin zit een verwijzing naar criminaliteit verweven die niet bij medische ingrepen past. Een arts pleegt toch ook geen prostaatverkleining of borstvergroting? En een patiënt net zo min. Je ‘pleegt’ alleen een misdaad.’
 
Wat zegt het eigenlijk dat vrouwen al vanaf de oudheid enorme risico’s hebben gelopen om te voorkomen dat een bevruchting op een bevalling uitliep?
‘Zoals seks fijn kan zijn als je het wilt maar onverdraaglijk als het opgedrongen is, zo geldt dat ook voor zwangerschap. Ik las tijdens mijn onderzoek over de jonge Amerikaanse vrouw Dina Zirlott. Zij was op haar zeventiende door verkrachting zwanger geraakt, en dat ook nog van een kind dat voor de geboorte al zwaar gehandicapt bleek. Ze wilde een abortus, maar kreeg hier geen toestemming voor. Ze heeft hier ook zelf artikelen over gepubliceerd. Het meest bijzondere aan Zirlott is dat ze het opneemt voor álle vrouwen, die om wat voor reden dan ook een abortus willen. Ik heb dat interview met haar wel twintig keer bekeken, omdat ze tegelijk heel precies en erg ontroerend vertelt hoe het is om een ongewilde zwangerschap gedwongen uit te dragen.

Niemand staat er ooit bij stil wat een drama gedwongen zwangerschap is. Iedereen focust alleen maar op de vrucht die zich ontwikkelt, maar niet op wat het betekent om tegen je wil te moeten dragen en baren. 

Je kunt zwangerschap ook als een ontwikkelingsproces zien dat de vrouw doormaakt, en niet als een kind dat alleen nog maar in haar lichaam opgesloten zit. Maar door de eeuwen heen hebben mannen voortdurend pogingen gedaan om vooral dat laatste beeld te steunen. Lang hebben ze gedacht dat het kind al in de zaadcel zit en slechts tijdelijk tot ontwikkeling wordt gebracht in een vrouw. Die had dus de rol van een matig betrouwbare hospita. De katholieke kerk stelde ook dat er meteen na een bevruchting een nieuwe ziel ontstond, zodat haar zielzorgers, altijd mannen, er meteen zeggenschap over kregen. Dat lijkt nu achterhaald, maar tegenwoordig spreken we wel van een ‘kloppend hartje’, wat anderen eveneens zeggenschap geeft over de zwangere vrouw. Dat ‘hartje’ is net zo’n verzinsel als die ziel, want het is een resultaat van technologie die ultrasone geluiden door weefsel heen stuurt en deze vertaalt in beeld en geluid. De notie van het kloppende hartje negeert dus opnieuw de vrouw die de zwangerschap vooral met háár hart in stand houdt.’
 
Moeten we helemaal van het woord abortus af?
‘Ja, graag. Ik vind dat echt een verkeerd woord. Het is rond de vorige eeuwwisseling ingevoerd in verband met gevorderde zwangerschappen en is later voor iets strafbaars gaan staan, en op zijn best iets medisch-ethisch. Bedenk daarbij dat vrouwen die niet zwanger willen zijn, daar vanzelf al heel vroeg bij zijn. Want hoe langer ze wachten, hoe zwaarder de ingreep wordt.

Artsen en politici die het woord abortus gebruiken bij zelfs de allerprilste ‘ontvruchting’ laten zich meevoeren in een denkkader dat ooit is bedacht door mannen die meenden de rechtmatige eigenaar van de vrucht in ontwikkeling te zijn. Ook vrouwelijke deskundigen en politici laten zich hiermee klemrijden in de discussie over ‘het ongeboren leven’.’
 
Wat kunnen progressieve politici doen om van die oude manier van praten af te komen?
‘Ze kunnen er een andere manier van spreken tegenin brengen. Daarvoor moeten ze allereerst gaan begrijpen waar de classificatie ‘abortus’ vandaan komt en welke consequenties deze heeft. Dan heb je een beter weerwoord tegen conservatieve partijen, zoals de BBB, ChristenUnie en SGP. De abortuscijfers zijn gestegen? Kunnen jullie eigenlijk wel grafieken lezen? En hoe komt het dat zelfs die vroege ingrepen abortussen zijn gaan heten?

Mijn voornaamste hoop is misschien wel gericht op vrouwen zelf. Zij hebben altijd al een behendig kat-en-muisspel met bemoeizuchtige autoriteiten gespeeld. De veilige en gemakkelijke vacuümmethode voor een overtijdbehandeling is buiten het medische circuit ontwikkeld, en vrouwen ontdekten ook als eersten het goedkope maagmiddel Cytotec, dat misoprostol bevat. De huidige ‘abortuspil’ kun je ook gewoon via internet bestellen, hè, bijvoorbeeld bij Women on Waves die er schriftelijk en online doktersbegeleiding bij biedt. Natuurlijk moet je voorzichtig omgaan met dit soort middelen. Maar dat is met meer dingen zo. Mensen zeggen: hij is gevaarlijk, die abortuspil, het kan misgaan. Ja, gebruik van pijnstillers en autorijden ook. En bovendien eindigt twintig procent van de zwangerschappen in een spontane miskraam, wat evengoed met krampen gepaard kan gaan. Vrouwen zijn wel wat gewend. Ze zijn zelfs bevallingen gewend. Wat denk je, dat zij niet tegen buikpijn kunnen?’
 
Worden de risico’s van het vrijgeven van de abortuspil overschat?
‘Ja, dat gaat altijd zo. Toen de eerste zwangerschapstest net op de markt was, zeiden artsen: ‘Die mogen vrouwen echt niet zelf gebruiken.

Die zijn emotioneel onevenwichtig, daar komen ongelukken van.’ Vrouwen zouden ‘seksuele problemen voor de dokter proberen te verbergen’ en het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde meende dat zo’n test ‘de draagkracht van de verantwoordelijkheid’ van vrouwen ‘zou overschrijden’. Dat was in 1972, en hetzelfde soort betutteling zien we nu weer als het over de abortuspil gaat.

Een handeling blijft iets anders dan een behandeling. En de meeste mensen willen liever zelf een handeling uitvoeren dan een behandeling ondergaan. Maar wie zich prettiger of veiliger voelt bij een abortuskliniek, of liever een vacuümaspiratie ondergaat, moet daarvoor natuurlijk kunnen blijven kiezen.’

Is abortus dan eigenlijk wel een medisch-ethische kwestie?
‘De term abortus is ingevoerd om zwangerschapsbeëindiging uit te roepen tot een medisch-ethische aangelegenheid. Bij vergevorderde zwangerschap spelen er inderdaad ethische dilemma’s die we niet alleen aan de zwangere vrouw mogen overlaten. In Nederland ligt de grens bij 24 weken – in de praktijk voor alle zekerheid bij 22 weken – maar de suggestie dat daar veel gebruik van wordt gemaakt, is totaal onjuist.

Ook in dit opzicht is het staafdiagram van de Inspectie juist geruststellend. Terwijl het aantal abortussen na de twaalfde week altijd al miniem was, laat het staafdiagram zelfs voor die vanaf de 20ste week een daling zien. Op zo’n laat moment gebeurt de ingreep alleen in zeldzame gevallen van laat gebleken, zeer zwaar gehandicapte foetussen waar diepgaand moreel beraad met deskundigen aan voorafgaat. Ongewild zwangere vrouwen gaan ook echt niet uit luiheid of onverschilligheid wachten tot de 22ste week.

Waarom gaat de discussie dan de hele tijd over die uiterste gevallen? Aan het begin van dit decennium had de ChristenUnie op haar webpagina over abortus een foto van een hoogzwangere vrouw staan. Dat was misleiding, en na een klacht door een gynaecologe is de foto gelukkig verwijderd.’

Zwangerschapsafbrekingen in Nederland
87 procent van alle abortussen in Nederland wordt in het eerste trimester uitgevoerd. Tussen 2021 en 2023 is het aantal zwangerschapsafbrekingen met 27 procent gestegen, van 31.049 naar 39.332. Afbrekingen in het eerste trimester zijn verantwoordelijk voor 94 procent van die toename. Bijna tweederde van de toename komt zelfs voort uit de stijging van afbrekingen gedurende de eerste zes zwangerschapsweken. Het aantal abortussen in het tweede trimester (13 tot 24 weken) is in Nederland tussen 2011 en 2023 met bijna 20 procent gedaald, al is er ten opzichte van 2021 een kleine stijging van zo’n 5 procent gemeten.

Moeten we ons zorgen maken over de toekomst van het abortusrecht?
‘Dat er nu door die zogenaamd gestegen cijfers weer over de herinvoering van de vijf dagen bedenktijd gesproken wordt, vind ik heel zorgelijk. Het zal ook weer meer latere ingrepen veroorzaken. En dat partijen weer opperen om vrouwen door te zagen over hun motieven is een gotspe. Die zijn al bekend en we voelen mensen ook niet aan de tand over hun motieven als ze wel kinderen willen. Dat het conservatisme overal in de wereld terrein wint, is schrikbarend voor de mensenrechten in het algemeen, maar voor vrouwenrechten nog meer.

De abortuswet van 1984 wordt in de praktijk niet naar de letter uitgevoerd. Een abortusarts gaat bijvoorbeeld niet na of de vrouw haar beslissing heeft genomen in het besef van haar verantwoordelijkheden jegens anderen. Maar als partijen zoals de ChristenUnie en BBB groter worden, zouden zij een striktere naleving van de bestaande abortuswet kunnen gaan eisen. Dus allereerst moet zwangerschapsbeëindiging uit ons Wetboek van Strafrecht worden geschrapt. Het is ook wel erg vreemd dat iets wat in Frankrijk in de Grondwet is verankerd, bij ons nog als een misdaad wordt geclassificeerd.’
 
Trudy Dehue is emeritus hoogleraar theorie en geschiedenis van de psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze publiceerde in 2023 het boek Ei, foetus, baby: Een nieuwe geschiedenis van zwangerschap.
 
Puck Rouffaer is projectmedewerker bij de Mr. Hans van Mierlo Stichting en redactielid van Idee.

Sara Visser is journalist bij omroep Human en redactielid van Idee.