‘Is Europa een democratie als niemand begrijpt wat er speelt?’
Er schort nog veel aan de Europese democratie, constateert ook journalist Lise Witteman. Witteman wil daar met het journalistieke platform Follow the Money in Brussel wat aan veranderen. Volgens haar ligt er een belangrijke opgave voor de politiek én journalistiek: ‘De democratische kloof tussen Europese burgers en Brussel is in de eerste plaats een informatiekloof. Die zorgt ervoor dat mensen hun democratische rol, stemmen, heel moeilijk kunnen vervullen.’
Door Sara Visser
Hoe houden we het Brusselse machtsbolwerk in toom? Het is de prangende vraag die journalist Lise Witteman, chef Bureau Brussel van Follow the Money, opwerpt met haar recent verschenen boek Wie let er op Brussel? Waarom de EU betere waakhonden verdient. De ondertitel verklapt het al: op dit moment lukt het de waakhonden van de macht onvoldoende om door te dringen in het machtscentrum van de Europese Unie. Wie die waakhonden zijn? Witteman somt op: ‘Allereerst: de nationale parlementen. Die moeten de ministers en regeringsleiders controleren als ze naar Brussel afreizen. Dan het Europees Parlement, belast met democratische controle op het Europees beleid. Vervolgens zijn er nog toezichthouders, denk aan de Europese Rekenkamer en de Europese Ombudsman, maatschappelijke organisaties en natuurlijk de media.’ Er zijn veel zwakke plekken, maar zeker de media verwaarlozen hun kerntaak, meent Witteman: ‘De verantwoordelijkheid van de journalistiek wordt verslonsd.’
Is dat ook wat jou als politiek journalist naar Brussel trok?
‘Ja, ik wil begrijpen hoe de macht werkt, dat echt uitpluizen en controleren. Al die macht in Brussel lag voor mij klaar om ermee aan de slag te gaan. Er komen uit Brussel inmiddels meer besluiten die invloed hebben op onze levens dan uit Den Haag. Dus waar moet je zijn om de macht te controleren: in Brussel.’
Voordat Witteman zich in 2018 in Brussel vestigde, was ze politiek verslaggever voor onder meer De Telegraaf en WNL. Maar ze had altijd al affiniteit met het Brusselse reilen en zeilen. Witteman lacht: ‘Van jongs af aan ben ik al EU-nerd, dat zat er gewoon vroeg in.’ Zo schreef ze tijdens haar master Journalistiek en Media (UvA) een scriptie over – jawel – het gebrek aan Europese journalistiek. Een onderwerp dat ze sindsdien niet meer heeft losgelaten.
Met een stuk of twintig journalisten in totaal is de Nederlandse journalistieke vertegenwoordiging in Brussel ver ondermaats, volgens de teamlead van Bureau Brussel. ‘Wij zijn met acht journalisten de grootste Nederlandse redactie in Brussel. De NOS heeft er maar drie. Hoezo stuur je als publieke omroep maar drie mensen naar Brussel? Waar ben je dan voor opgericht? En hoeveel journalisten lopen er wel niet in Den Haag rond? Het is een beetje alsof je honderd journalisten naar Voorburg stuurt, en naar Den Haag een handje vol. Het is totaal uit verhouding.’
Waarom is dit zo’n probleem?
‘Is Europa een democratie als niemand begrijpt wat er speelt? Als het niet lukt een publiek debat over Europese thema’s te faciliteren? Als het niet lukt om publieke druk te organiseren wanneer Europese politici in opspraak komen? Dát is de rol van de media: de macht controleren en bewustwording creëren. Die verantwoordelijkheid wordt verwaarloosd. De democratische kloof tussen Europese burgers en Brussel is in de eerste plaats een informatiekloof. Mensen weten niet hoe beleid hier tot stand komt en wie de belangrijke spelers in Brussel zijn. Een ander belangrijk aspect daarvan: onze ministers en regeringsleiders gaan naar Brussel en nemen daar samen met andere lidstaten besluiten, die invloed hebben op het Europese beleid. Heel veel mensen zijn zich daar amper van bewust. Die denken dat ‘Brussel’ zelfstandig beslissingen neemt. Mensen hebben niet eens een begin van een idee hoe de boel hier werkt.’
Misschien zijn we niet altijd goed geïnformeerd, maar toch – we kunnen wel stemmen.
‘Dat klopt. Maar die informatiekloof maakt dat mensen hun belangrijke democratische rol, stemmen, heel moeilijk kunnen vervullen. Kijk, in Hongarije kun je ook stemmen, maar daar heeft Orbán de media in handen en de kritische journalisten eruit gebonjourd. Daardoor weten mensen niet goed wat er speelt en dus ook niet wat de mogelijkheden zijn. Ja, dan ben je eigenlijk net zo blind als wanneer je in Europa woont en ook geen idee hebt – want je hebt niks meegekregen van Europese politiek. Dat is nog veel treuriger: wanneer de media niet gekneveld worden, maar zichzelf monddood maken doordat ze niet daar zijn waar de macht is. Ik vind dat echt heel erg.’
Welke rol hebben politieke partijen in die democratische kloof?
‘Wat sowieso erg zou helpen, is als de partijen in de Tweede Kamer inzien dat aan ieder dossier ook een belangrijke Europese component zit. En dat Kamerleden daar scherp op zijn en hun minister goed daarop bevragen. Zodat we weten wat er in Europa gebeurt, en dat ook kunnen controleren.’
Oké, meer grip op onze bestuurders in Brussel is nodig. Hoe moeten partijen zich verhouden tot mensen die geen vertrouwen hebben in de EU?
‘Zeker, de pro-Europese partijen zijn lang onvoldoende uitgesproken geweest over dingen die misgaan in Brussel. Zo van: laten we het er maar niet over hebben, want dan spelen we eurosceptici in de kaart. Dit zag je ook lang bij D66: ‘we moeten met z’n allen vooral heel erg voor Europa zijn!’. Dat creëert wantrouwen: mensen voelen ondertussen heus wel dat de dingen niet zo mooi zijn als ze worden voorgespiegeld. Ik denk overigens wel dat dit aan het verschuiven is. Sophie in ‘t Veld – die ondertussen niet meer lid van D66 is – was een van de eersten die kritischer werd en de tekortkomingen van de Europese democratie aankaartte. Dit wordt steeds breder gedeeld. Dat is positief. Want die simpele ‘meer of minder Europa-retoriek’ doet totaal geen recht aan de uitdagingen die er spelen.’
Is die retoriek niet onvermijdelijk, zolang de EU nog een ver-van-mijn-bedshow is voor veel mensen?
‘Je moet de gewone burger niet onderschatten. En ik denk dat je uiteindelijk veel verder komt met uitleggen welke uitdagingen er zijn en hoe je denkt die te kunnen tackelen, dan dat je de kiezer met simplistische leuzen probeert te verleiden. Daar geloof ik totaal niet in. Dat is een kortetermijnstrategie waarmee je op de lange termijn steeds meer mensen verliest. Wat mij daarbij zorgen baart, zijn de autocratische partijen die in eigen land al druk bezig zijn rechtstatelijke mechanismen te ondermijnen, zoals we bijvoorbeeld in Hongarije zien. Het risico bestaat dat steeds meer van hun ideeën ook op Europees niveau geïmporteerd worden. Dat beïnvloedt ook weer andere, gevestigde politieke partijen. Het grootste gevaar van een niet eerlijk discours over de Europese Unie schuilt in de opkomst van zulk soort partijen, die garen spinnen bij het gevoel van burgers dat de boel niet klopt. Daarom is het zo belangrijk om aan de mensen te laten zien wat er speelt in Brussel.’
Wanneer gaat die democratische kloof echt gedicht worden?
‘Naarmate mensen meer begrijpen wat er speelt, mensen meer van zich kunnen laten horen over Europees beleid en er invloed op kunnen uitoefenen, dan zal de Europese Unie ook meer democratische legitimiteit krijgen. Het hangt allemaal met elkaar samen, en de waakhonden kunnen de boel naar beneden trekken – de democratische kloof vergroten – of juist de goede kant op duwen – de kloof dichten. Dat is wat wij proberen met Bureau Brussel. Het is tegen de klippen op werken, om als journalisten aandacht te vragen voor iets waar niemand aandacht voor heeft. Om onderzoek te doen naar iets waar niemand interesse in toont. Maar het alternatief, om het er maar bij te laten zitten, versterkt alleen maar de neerwaartse spiraal. Als alle waakhonden – de volksvertegenwoordigers, de toezichthouders, de maatschappelijke organisaties én de media – echt hun best doen om die neerwaartse spiraal te doorbreken, kan het best snel gaan. Dan kan die weg naar boven worden gevonden. Daar ben ik van overtuigd.’
Sara Visser is redacteur van Idee en journalist bij omroep Human.