Hoe generaties van morgen een stem kunnen krijgen in de democratie van vandaag
Om toekomstige generaties te beschermen tegen vermijdbare ellende, moeten we deze groepen vandaag al een stem geven. Dat kan met burgerberaden, maar ook met andere, toekomstinclusieve vormen van democratie zoals Future Design: een innovatieve dialoogvorm die onze collectieve verbeeldingskracht inzet om de toekomst een stem te geven.
Door Eva Rovers
In het najaar van 2019 gebeurde er iets bijzonders in Frankrijk. 150 inwoners van 16 jaar en ouder uit het hele land, kwamen gedurende een halfjaar iedere maand een weekend bij elkaar in Parijs om president Macron te helpen bij het formuleren van klimaatbeleid. Deze 150 mensen kenden elkaar niet, hadden verschillende achtergronden, opleidingsniveaus en opvattingen, maar deelden twee dingen: geen van hen hoefde herkozen te worden en ze waren allemaal ingeloot voor het nationale burgerberaad. Samen vormden ze een afspiegeling van de Franse samenleving. Ze gingen in gesprek met wetenschappers, ervaringsdeskundigen, belangengroepen en legden hun eigen ideeën voor aan factcheckers en juristen.
De magie van de zeven bijeenkomsten vond plaats aan kleine tafels, waar zes à zeven deelnemers gezamenlijk tot aanbevelingen rond een deelvraag moesten komen. Hoewel ze het regelmatig hardgrondig met elkaar oneens waren, ontaardden de gesprekken niet in ruzie of verdeeldheid. Aan die tafels werd namelijk geen debat gevoerd, maar een dialoog. En wat blijkt? Als mensen de ruimte krijgen om op deze manier met elkaar in gesprek gaan, kunnen ze niet alleen voorbij politieke of culturele verschillen kijken, maar ook voorbij hun eigen belang én hun eigen generatie. De deelnemers bleken namelijk ook bereid om keuzes te maken in hun gezamenlijke belang en dat van toekomstige generaties.
Na zeven maanden overhandigde het Franse burgerberaad 149 aanbevelingen aan president Macron, die samen ruim voor 2030 tot de gewenste afname van CO2 zouden moeten leiden – iets waar Franse regeringen in drie decennia niet in waren geslaagd.
De verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties
De klimaatcrisis laat zien dat langetermijnproblemen zelfs in goed functionerende democratieën net zo lang blijven sudderen tot ze onbestuurbare crises worden, met desastreuze gevolgen voor de samenleving. Dat staat haaks op de verplichting en verantwoordelijkheid van democratische volksvertegenwoordigers om inwoners te beschermen – en niet alleen stemgerechtigde of belastingplichtige inwoners. Kinderen hebben geen stemrecht en betalen geen belasting, maar slechts weinig volksvertegenwoordigers zullen zeggen dat ze daarom niet de verantwoordelijkheid hebben om kinderen te beschermen. Hetzelfde zou ook voor toekomstige inwoners moeten gelden.
Toekomstige generaties worden nauwelijks beschermd en hebben niets te zeggen over de vele besluiten die in het heden worden genomen – of juist niet worden genomen – en die meer invloed hebben op hun leven dan op het onze. Dat druist niet alleen in tegen het democratisch ideaal om inwoners te beschermen en een stem te geven, maar ook tegen mensenrechten zoals het recht op leven en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Hoe kunnen we de democratische besluitvorming verbeteren zodat we toekomstige inwoners kunnen beschermen tegen vermijdbare ellende? Dat kan door de generaties van morgen vandaag al een stem geven. En dat is geen toekomstmuziek, zoals het voorbeeld uit Frankrijk laat zien.
Dialoog voor de lange termijn: burgerberaden
Door electorale partijpolitiek, een focus op economische kortetermijnwinst en de snelheid van het hedendaagse dagelijks bestaan ontstaat een democratische kortzichtigheid die zowel het idee van intergenerationele rechtvaardigheid ondermijnt als toekomstgerichte besluitvorming. Burgerberaden, mits deze goed worden uitgevoerd, kunnen een medicijn zijn tegen die kortzichtigheid.
Zo hebben deelnemers aan burgerberaden geen last van verkiezingsdruk, omdat ze niet herkozen hoeven te worden of ervoor moeten zorgen dat hun partij bij de volgende verkiezingen meer stemmen haalt. Dat geeft ze de vrijheid om tot beleidsvoorstellen te komen die nu al om investeringen of veranderingen vragen, maar die pas over langere tijd voordelen opleveren. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de ideologie van groei en marktwerking veel minder leidend is voor deelnemers aan een burgerberaad: inwoners vinden ‘genoeg’ belangrijker dan ‘groei’. Deelnemers kunnen bovendien nauwelijks ‘belobbyd’ worden, omdat een burgerberaad te kort duurt voor lobbyisten om een langdurige relatie op te bouwen en omdat de deelnemers vaak anoniem blijven.
Tot slot activeren burgerberaden de verbeelding doordat deelnemers de tijd nemen voor dialoog, wat de kern vormt van deze vorm van democratie. Tijd en dialoog geven mensen de kans om tot conclusies te komen vanuit hun ‘langzame’ analytische brein, in plaats van via het snelle (online) debat dat gestuurd wordt door ons intuïtieve brein. De dynamiek van de dialoog stimuleert op die manier deelnemers om rekening te houden met toekomstige generaties.
Inmiddels hebben meerdere landen burgerberaden gehouden over klimaat, naast talloze burgerberaden over andere onderwerpen. Telkens weer blijkt dat inwoners tot constructieve, haalbare aanbevelingen komen mét oog voor toekomstige generaties. Burgerberaden laten daarmee zien dat mensen niet van nature kortzichtig of egoïstisch zijn. Ze moeten alleen de kans krijgen om perspectieven uit te wisselen en, minstens zo belangrijk, gezamenlijk tot conclusies te komen.
Het intergenerationele gesprek: Future Design
Het toekomstinclusieve effect van burgerberaden kan nog versterkt worden als deelnemers niet alleen rekening houden met toekomstige generaties, maar ook namens die toekomstige anderen kunnen spreken. Dit gebeurt met Future Design, een innovatieve dialoogvorm die onze collectieve verbeeldingskracht inzet om de toekomst een stem te geven. Future Design werd ongeveer tien jaar geleden ontwikkeld door de Japanse econoom Tatsuyoshi Saijo, die naar een methode zocht om de ‘toekomstvaardigheid’ van mensen te vergroten.
Hij paste dit voor het eerst toe in 2015, toen de Japanse stad Yahaba samen met inwoners het plan voor stedelijke ontwikkeling tot 2060 wilde vormgeven. Twintig deelnemers van alle leeftijdsgroepen uit de hele stad werden in twee groepen verdeeld, waarbij de ene groep de inwoners in het hier en nu vertegenwoordigde en de andere groep de vraag kreeg zich in te beelden dat ze leefden in 2060.
In de eerste sessies spraken de groepen alleen onderling met elkaar over de stedelijke ontwikkeling. Zonder externe sturing of inbreng concentreerde het gesprek van de ‘toekomstgroep’ zich al snel op de kwaliteit van leven van de inwoners in 2060. In de volgende bijeenkomsten formuleerden beide groepen een lijst met beleidsmaatregelen en gaven daar een prioritering aan. De uitkomsten waren opvallend. De ‘hedengroep’ richtte zich op plannen en maatregelen die bestaande systemen stapsgewijs verbeteren, waarbij de prioriteit lag bij maatregelen met effect op het heden. De toekomstgroep daarentegen, ontwikkelde een creatievere en meer innovatieve visie, gericht op langetermijnoplossingen. Hun maatregelen benadrukten bijvoorbeeld het belang van lokale productie en energieopwekking, van het gebruik van lokale grondstoffen in plaats van import, en ze hielden rekening met sociaaleconomische en demografische veranderingen, wat de andere groep nauwelijks deed. Daarbij gaf de toekomstgroep prioriteit aan maatregelen die tijdig langetermijnproblemen konden oplossen, zonder het heden uit het oog te verliezen.
Uiteindelijk bespraken de groepen samen hun verschillende beleidsvoorstellen. Het merendeel van de voorstellen van de toekomstgroep bleek toen van de gehele groep prioriteit te krijgen. Naar eigen zeggen waren de deelnemers uit de hedengroep zich dankzij de toekomstgroep bewust geworden van nieuwe mogelijkheden en vonden ze die uiteindelijk relevanter dan hun eigen voorstellen. Door ruimte te geven aan verbeelding kunnen mensen kennelijk niet alleen hun denkpatronen veranderen en hun toekomstvaardigheid vergroten, maar ook anderen toekomstvaardiger maken.
Inmiddels wordt Saijo’s methode op steeds meer plekken ter wereld gebruikt door overheden, bedrijven en in het hoger onderwijs. Idealiter wordt Future Design binnenkort een vast onderdeel van burgerberaden, zodat toekomstige generaties (bijna) letterlijk kunnen meepraten en meebeslissen.
De toekomstvaardige samenleving
Future Design lijkt bijna te simpel om effectief te zijn. Maar blijkbaar is er niet veel nodig om bij mensen empathie te ontwikkelen voor toekomstige anderen. Zowel burgerberaden als Future Design laten zien dat mensen best in staat zijn om rekening te houden met verre toekomstige generaties.
Iedereen heeft de verbeeldingskracht en empathie die nodig is om oog te hebben voor de lange termijn, alleen zijn deze vermogens de afgelopen veertig jaar nauwelijks gestimuleerd. Gelukkig kunnen we die verbeelding en empathie wel trainen, zodat we toekomstvaardiger worden. Kunst, cultuur en onderwijs stimuleren de verbeelding en leren ons vooruit te kijken. Ook als samenleving kunnen we ons hierin oefenen. Burgerberaden en Future Design zijn de gewichten waarmee we onze democratische spieren kunnen versterken en de maatschappij als geheel toekomstgerichter kunnen maken. Wanneer je beide combineert en herhaaldelijk inzet, ontstaat een krachtig medicijn tegen democratische kortzichtigheid en de mogelijkheid om de toekomst echt een stem te geven.
De toekomst is te belangrijk om alleen aan beroepspolitici en bestuurders over te laten. Alle inwoners hebben een rol te spelen, willen we als samenleving een goede voorouder worden.
Dit artikel is een verkorte en licht bewerkte versie van de bijdrage van Eva Rovers aan de bundel De stem van de toekomst. Waarom onze democratie kortzichtig is en wat we daaraan kunnen doen van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, die dit najaar is verschenen bij uitgeverij Boom.
Over de auteur:
Eva Rovers is schrijver, cultuurhistoricus en directeur van Bureau Burgerberaad. Ze doet internationaal onderzoek naar burgerberaden en manieren om de democratie ‘toekomstinclusief’ te maken. Over deze onderwerpen hield ze onder meer een TEDx-talk en schreef ze voor De Correspondent het boek Nu is het aan ons. Oproep tot echte democratie.