Wat is waar?

Lees hier het pdf van dit artikel. Met de opkomst van met name internet is de hoeveelheid informatie die tot onze beschikking staat bijna eindeloos. Een uurtje googelen levert een schat van feiten en gegevens op. Maar wat is waar en wat niet? Er is steeds meer behoefte aan een ‘informatie-curator’, meent Jan Otten. Door Jan Otten In september vorig jaar heerste er veel chaos en verwarring op internet. Is er nu wel of niet een verjaardagsfeest van de 16-jarige Merthe uit Haren? Na per ongeluk de uitnodiging voor haar verjaardag openbaar te hebben gemaakt op Facebook, was het hek van de dam. Verwijderen van de uitnodiging hielp niet meer. Binnen korte tijd groeide het verjaardagfeestje uit tot ‘Project X Haren’, met duizenden mensen die aangaven te zouden komen. Hoe het ‘feest’ vervolgens verliep op 21 september weten we allemaal. Het uit de hand lopen van ‘Project X’ in Haren is een duidelijke uitwas van, wat wordt genoemd, uncurated data: informatie die niet is gefilterd of gewaardeerd op waarheidsgehalte. De ogenschijnlijke objectieve informatie over een ‘feest’ is door subjectieve extra informatie uitgegroeid tot een uit de hand gelopen ‘Project X’. Overheid en hulpdiensten konden geen grip krijgen op deze verkeerde informatie en het daaropvolgende sneeuwbaleffect. Om dit soort uitwassen in de toekomst te voorkomen, moet de overheid het voortouw nemen in het ‘curaten’ van informatie, vooral binnen de social media. Complexiteit van informatie Informatie komt op allerlei manieren tot ons en het is een ware kunst om deze goed te verzamelen en de juiste stukjes aan elkaar te leggen om een stelling te onderbouwen. Voorheen ging men vooral naar de bibliotheek om informatie te zoeken in boeken en geschreven artikelen. Men zocht gericht naar een speldje in een op subject georganiseerde hooiberg. Tegenwoordig komt informatie veel meer naar ons toe, vooral via internet. Soms beschouwen we dit zelfs als een informatie-overflow. Bij het zoeken via internet worden we geconfronteerd met een ongeorganiseerde hooiberg van informatie en vallen er min of meer aanverwante spelden uit. Deze ongeorganiseerde hooiberg aan informatie heeft aanzienlijke voordelen, omdat de ordening van informatie vooraf mogelijk een vernauwing kan geven in de zoekactie. De zoektocht zou wel eens iets kunnen opleveren wat van te voren niet was verwacht. Het nadeel is wel dat de vrager van informatie vooraf zijn vraag duidelijk moet articu­leren alvorens te gaan zoeken. De zoektocht zou anders wel eens veel irrelevante informatie kun­nen opleveren. Bovendien neemt ook het risico op verkeerde of onbetrouwbare informatie toe. Bij individuen, maar vooral ook bij bedrijven, ontstaat steeds meer de behoefte aan een check op de betrouwbaarheid en waarde van informatie. Vooral informatie die via internet wordt verspreid. Om orde te scheppen in deze complexiteit komt er vanuit vele hoeken van de wereld ‘informatie-curating’ actief opzetten. Informatie wordt hier­bij op waarde beoordeeld. Vergelijkbaar met een museum, waar een curator (in het Nederlands: conservator) de kunststukken op waarde schat. Hij doet dit door onderzoeken van gekwalificeer­de onderzoekers en andere informatie bij elkaar te brengen en te duiden. De waarde zegt hierbij echter niet zozeer iets over de ‘subjectieve’ schoonheid of kunstigheid van een schilderij, maar wel over de ‘objectieve’ kunstnijverheid, tijdsrelatie en het reliëf van omstandigheden van de totstandkoming van het kunstwerk. Maar hoe ‘objectief ’ is deze waarde eigenlijk? ‘Meten is weten’ is de meest gebezigde uitdruk­king om objectiviteit uit te drukken. Maar de waarde die informatie heeft voor de ontvanger is nauwelijks meetbaar. Beleving speelt altijd een rol, bijvoorbeeld bij schilderijen, maar ook bij feitelijke informatie. Een temperatuur van 13 graden Celsius is voor de een koud, maar voor de ander heerlijk. Curating van beschikbare informatie is dan ook een vermenging van een ‘objectief ’ en een ‘subjectief ’ waardeoordeel. Een goed voorbeeld van ‘curating’ in het bedrijfsleven zijn de keur-of handelsmerken. In Nederland zeggen de afkortingen TNO, TUV, CE veel over een keur­merk. Maar ook bepaalde handelsmerken zoals Heineken, Nike en Apple, geven het gevoel dat een product ‘waardevol’ is. Het aureool dat rond deze merknamen hangt geeft een kwaliteitsoor­deel. De objectiviteit en subjectiviteit daarvan wordt waargenomen en vermengt met eigen subjectieve beleving. Intersubjectiviteit Dit ‘curaten’ van informatie is dus in eerste in­stantie een activiteit tussen mensen onderling, bedrijven en instituties. En het vindt niet alleen in het bedrijfsleven plaats. Neem bijvoorbeeld een proefschrift van een promovendus die wordt onderbouwd met onderzoek van andere wetenschappers. De waarheidsvinding wordt gefundeerd door diverse bronnen en is een stapeling van voorgaande bewijsvoeringen. Wikipedia kan worden gezien als een nieuw soort uitwerking van dit informatie-curating. Geplaatste informatie die niet geheel juist is, wordt binnen een korte tijd aangepast door anderen in het Wikipedia-netwerk. In veel omstandigheden werkt deze intersubjectieve waarheidsvinding dus goed, maar vaak is ook een meer ‘objectieve’ graadmeter nodig. De kans blijft immers bestaan dat de waarheid van stellingen, ook op Wikipedia, in twijfel wor­den getrokken. In sommige gevallen kunnen de consequenties daarvan groot zijn. Neem bijvoor­beeld de Milieudienst Rijnmond, die in heel Rijnmond zogeheten ‘elektronische neuzen’ heeft hangen die een signaal naar de meldkamer sturen wanneer een ‘aparte stof ’ zich verspreidt. Indien de Milieudienst deze stof als ongevaarlijk kwalificeert en dit doorgeeft aan de burgers, wordt dit doorgaans als een objectieve waardering gezien. Echter, als vlak daarna drie mensen twitteren dat het ongelofelijk stinkt en dat ze zich misselijk voelen is die objectieve waarde van de waarne­ming ineens veel minder waard. Objectief lijken­de informatie is dan aan subjectieve discussie onderhevig. In dit soort gevallen is ‘curating’ van informatie op, met name internet, wenselijk. Curator Om dit soort problemen op te lossen en te voorkomen, moeten overheidsdiensten als de milieu­dienst een zogeheten ‘curator status’ krijgen, die door de ontvanger van informatie als dusdanig wordt erkend. Dit geldt niet alleen voor de inspecties of andere overheidsdiensten, maar ook voor belangrijke instituten zoals het Centraal Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statis­tiek. Dit vraagt om een andere houding tot infor­matie van dit soort instituten. Het verspreiden van objectieve informatie na bijvoorbeeld het meten van een waarde is nu nog veelal reactief: ‘Het onderzoek constateert dat …’. Curating is daarentegen juist een actieve houding. De inspec­tie of de overheid moet eerst actief de status van informatie curator verdienen voordat informatie wordt verspreid. De overheid zal hierop een actief beleid moeten gaan voeren. Zeker in de social media omgeving is het van belang om tijdig betrouwbaarheid van informatie te kunnen duiden. Dit geldt voor zowel het verspreiden van eigen gegenereerde informatie als het omgaan van informatie ver­spreid door anderen. In het bedrijfsleven is dat reeds usance. Branding van merken heeft alles te maken met curating. Branding komt erop neer dat de informatie over producten en diensten die verspreid wordt binnen jouw ethische en bedrijfs­economische normen en waarden blijft. Hoewel dit misschien lijkt op het censureren van infor­matie, draait het de facto om zich te behoeden tegen de vermenging van negatieve subjectieve informatie met objectieve waarden. En van dat laatste kan ook de Nederlandse overheid nog iets leren.   Jan Otten is ondernemer en oprichter van Public Safety Innovation BV, een bedrijf dat zich richt op innovatieve initiatieven voor een veilige werk- en leefomgeving.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 1 2013: De complexe samenleving, en is te vinden bij het onderwerp media.