Verantwoord vertrouwen

Lees hier het pdf van dit artikel. Nederland is een handelsland. Onze handel is niet gebaat bij zware grenscontroles. Maar in hoeverre kunnen we producten van over de grens vertrouwen? Yao-Hua Tan pleit voor ‘verantwoord vertrouwen’ waarbij bedrijven zelf de informatie aanleveren waarop de overheid moet controleren. Dat scheelt tijd en geld. Door Yao Hua-Tan Nederland vervult een sleutelrol in de internationale handel. Door de Rotterdamse Haven en Schiphol zijn we de gateway naar Europa. Er worden ruim 10 miljoen containers per jaar overgeslagen in de Haven van Rotterdam. Deze handelsstroom is een belangrijke motor voor het economisch herstel van Nederland. Maar de risico’s (fraude, drugssmokkel, etc.) die bij deze belangrijke handelspositie horen, zijn ook heel groot. Dat maakt goede grenscontroles belangrijk. In dit artikel laat ik zien dat een nieuwe manier van controles, geworteld in verantwoord vertrouwen, nodig is om het open karakter van Nederland Handelsland te behouden. Deze vorm van ‘horizontaal toezicht’ zou kunnen dienen als een leidraad voor de nieuwe uitvoering van toezichtstaken van de overheid. Verzwaarde grenscontroles In de afgelopen jaren zijn er twee bijzondere ontwikkelingen geweest, die hebben geleid tot een enorme verzwaring van grenscontroles. Ten eerste zijn de grenscontroles, sinds de 9/11 terroristische aanslag in New York, enorm verzwaard door extra antiterrorisme maatregelen. Dat deze strenge controles niet nutteloos zijn, blijkt uit de onderschepping in Europa van inktpatronen met explosieven die verzonden werden vanuit Jemen naar Amerika. Ten tweede zijn de grenscontroles verzwaard, omdat er meer bezorgdheid is ontstaan bij de consumenten over voedselveiligheid. Om een paar voorbeelden te noemen: de verontreinigde melk met melamine in China, wat tot babysterfte heeft geleid; de bse-vleescrisis in Europa enkele jaren geleden; en onlangs nog het ongeluk in Japan met de kernreactor in Fukushima, waardoor de Voedselen Warenautoriteit de beslissing heeft genomen om al het geïmporteerde voedsel vanuit Japan te controleren op radioactiviteit. Dat zijn hele ingewikkelde grenscontroles, die veel extra inspanningen vergen van zowel het bedrijfsleven als de overheid. Verzwaarde grenscontroles, dichte grenzen; het draait uiteindelijk allemaal om een gebrek aan vertrouwen. Gaan we Nederland dichttimmeren met steeds zwaardere grenscontroles? Blijft Nederland een open handelsland en een sociaal open samenleving, of wordt het een gesloten samenleving, met de blik naar binnen gekeerd? Kortom, gaat de overheid in de ‘100% controle modus’, of wil ze haar burgers en bedrijven juist vertrouwen? Geen blind vertrouwen, maar verantwoord vertrouwen. Verantwoord vertrouwen  Bij verantwoord vertrouwen kan overheidstoezicht worden verminderd door meer te vertrouwen op het zelfcontrolerend vermogen van bedrijven. Hierbij kan ict een belangrijke rol spelen. Als bedrijven kunnen laten zien dat ze hun eigen it-systemen voor interne controle goed op orde hebben, en als ze dat zo inrichten dat er niet mee gesjoemeld kan worden, dan is er een basis voor vertrouwen. Alle grote bedrijven hebben tegenwoordig een systeem voor hun bedrijfsprocessen en logistiek, waarin informatie te vinden is over welke container waar naartoe verscheept is. Bedrijven zoals Heineken, FrieslandCampina en Unilever weten door deze systemen bijvoorbeeld van elk flesje bier of potje yoghurt waar het zit en waar het vandaan komt. Als er ergens in de supermarkt wordt geconstateerd dat er iets mis is met hun product, dan weten ze binnen een paar uur waar de fout is gemaakt, en waar de rest van de partij staat. Op deze it-systemen en data kan de overheid slim meeliften. Dit meeliften op bedrijfseigen systemen en gegevens, wordt het piggy-back principe genoemd. ict vervult twee essentiële functies voor het piggy-back principe. Ten eerste, bedrijven kunnen hun ict-systemen gebruiken om zichzelf beter te controleren. Ten tweede, bedrijven kunnen, met behulp van ict-innovaties zoals cloud computing en social media (Google, Facebook, Twitter etc.) de operationele gegevens in deze ict-systemen beter delen met de overheid. Je zou kunnen stellen: door deze vorm van piggy-backen worden bedrijven hun eigen douane-inspecteur. Deze vorm van verantwoord vertrouwen wordt horizontaal toezicht genoemd door de Belastingdienst en Douane. Een concreet voorbeeld van horizontaal toezicht is het zogenaamde Authorised Economic Operator (aeo) certificaat van de douane, dat in het Nederlands ook wel het certificaat Douanevereenvoudiging wordt genoemd. Bedrijven moeten dit certificaat zelf verdienen. Bedrijven kunnen het aeo-certificaat krijgen als ze kunnen aantonen dat ze een betrouwbare partner zijn voor de douane, doordat ze zelf volledige controle hebben over hun eigen bedrijfsprocessen. Als tegenprestatie geeft de douane een green lane behandeling aan aeo-bedrijven, wat neerkomt op verminderde inspectie van goederen aan de grens.  Maar wat het maar zo eenvoudig… Dit ‘verantwoord vertrouwen’ klinkt goed en kan veel controles (en dus geld) schelen. Het probleem is echter dat de implementatie van het certificeringsproces, en horizontaal toezicht in het algemeen, erg moeilijk blijkt te zijn voor zowel het bedrijfsleven als de overheid, en wel om de volgende twee redenen: het eerste probleem is dat het moeilijk is om de bedrijfsgegevens te identificeren waar de overheid goed op kan meeliften. Een producent in de voedingsmiddelenindustrie bijvoorbeeld heeft zijn hele ict-volgsysteem ingericht op voedselveiligheid. Voor de overheid gaat het echter bij de inspectie van de container om een heel ander soort veiligheidsrisico’s, zoals de vraag of er een bom of drugs in verstopt zit. Uit welk stukje ict moet de overheid dan de gegevens halen voor het afdekken van deze veiligheids-risico’s? Het tweede probleem is de economische aspecten van deze ict-innovatie. De overheid kan bijvoorbeeld wel graag willen dat op iedere container een slim elektronisch slot zit met daarin alle gegevens over de lading, maar dat is voor het bedrijfsleven onbetaalbaar. Daarom moeten overheid en bedrijf onderhandelen om tot een economisch redelijke oplossing te komen die voor het bedrijf niet teveel kosten oplevert en voor de overheid voldoende veiligheid geeft. De overheid kan dit niet verplichten, omdat dit in strijd zou zijn met Europese regelgeving. Een succesvolle implementatie van aeo vraagt dus om een combinatie van technische en sociaal-economische oplossingen. Om bedrijven, douane en Belastingdienst te ondersteunen bij het oplossen van deze socio-technische problemen van horizontaal toezicht, wordt veel onderzoek verricht door verschillende Nederlandse kennisinstellingen. 1 De uitdaging is om uit te zoeken of vormen van ict-gebaseerd verantwoord vertrouwen ook toegepast kunnen worden op andere toezichtsrollen van de overheid zoals inspectiediensten voor gevaarlijke stoffen, voedsel- en productveiligheid of het toezicht op de banken, verzekeraars en pensioenfondsen, waarover de laatste jaren zoveel discussie is geweest. Een ander domein waarop horizontaal toezicht van toepassing zou kunnen zijn is het internet. De recente incidenten met internet hacks en cybercrime, en de kwetsbaarheid van organisaties zoals Diginotar die het internet voor ons zouden beveiligen, laten zien dat het traditionele overheidstoezicht op deze organisaties verbeterd moet worden. Hier liggen misschien kansen voor verbeterd toezicht op basis van verantwoord vertrouwen. Tot slot  Het succes van Nederland als handelsland heeft historisch veel te maken met het open karakter van de Nederlandse samenleving, waarin migranten vanuit allerlei culturen nieuwe kennis en kunde meebrengen. Daardoor heeft Nederland een vertrouwdheid opgebouwd met andere culturen, en daarmee ontwikkelde het een unieke expertise en een wereldwijd netwerk voor internationale handel. Handel is per definitie het verkennen van nieuwe mogelijkheden, en niet alle risico’s van tevoren willen dichtregelen. Een goede handelaar is diegene die hiervoor de geschikte vorm van verantwoord vertrouwen heeft ontwikkeld. In deze tijden, waarin China, Brazilië en Afrika net zulke belangrijke handelspartners worden van Europa als Amerika, kunnen we onze positie als gateway voor Europa niet vasthouden als we niet leren om, naast op blauwe ogen, ook te vertrouwen op mooie donkere ogen.   Yao-Hua Tan is hoogleraar Information and Communication Technology aan de Faculteit Techniek, Beleid en Management van de Technische Universiteit Delft. Hij verricht socio-technische onderzoek op het gebied van ICT-innovatie voor internationale handel en elektronische overheid. Hij is tevens vice-voorzitter van de Handelscommissie van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties in Geneve.   Referenties Voor een overzicht van dit onderzoek zie: Tan, Y.H., Technieken voor Verantwoord Vertrouwen, Oratie, Technische Universiteit Delft, 2011. http://www.ict.tbm.tudelft.nl/. Voorbeelden van Europese onderzoekprojecten op dit gebied zijn cassandra (http://www.cassandra-project.eu/) en itaide (http://www.itaide.org/).   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. -- Dit artikel verscheen in idee nr. 2 2012: Vertrouwen, tussen vrijheid en controle, en is te vinden bij het onderwerp transparantie.