Veiligheid kinderopvang meest gediend met afschaffen VOG

Knuppel in het hoenderhok: Als idealen geen dogma’s moeten worden en standpunten niet in steen gehouwen, is kritische reflectie onontbeerlijk. Een goed gemikte knuppel in het hoenderhok kan hierbij behulpzaam zijn, zeker als die de randen van de discussie opzoekt. Wat vindt u van deze kwestie? Permanente screening in de kinderopvang creëert een schijnveiligheid. Ouders moeten zich weer primair verantwoordelijk voelen voor het welzijn van hun kind. Door Mark Sanders Sinds de zedenzaak in het Amsterdamse kinderdagverblijf Het Hofnarretje en de Commissie- Gunning (2011) die daarop adviseerde hoe de veiligheid in de kinderopvang te vergroten, is het er niet veel beter op geworden. Dat zien we vaker in Nederland. Voor de hand liggende oplossingen maken het probleem alleen maar groter. Bureaucraten drukken lang gekoesterde wensen door, omdat we er niet over nadenken en omdat kritische geluiden – als het veiligheid betreft – na een incident taboe zijn. Dat zie je bij treinen, banken, terreur en zeker ook in de kinderopvang. De schok die Robert M. teweeg bracht, was enorm. Mensen reageren dan heel primitief. Zo snel mogelijk, zo veel mogelijk doen om het gevaar op zo groot mogelijke afstand te plaatsen van het eigen, veilig gewaande leven (en dat van de kinderen natuurlijk). De illusie van controle en veiligheid moet hersteld. Op de maatregelen volgt de veronderstelling dat er geleerd is van het verleden en dat het nu toch echt beter is. Margo Trappenburg (2010) noemt dit de ‘risico-regelreflex’. Hoe extreem sterk deze is in Nederland komt goed naar voren in een vergelijking met België. Daar was enkele jaren geleden in Antwerpen een minstens even schokkend incident op een kinderopvang. De reactie van de verantwoordelijk bewindspersoon op de roep om actie was: “Hier gaan we geen beleid op maken. Want dat zou betekenen dat we van onze crèches bunkers moeten maken en dat willen we niet. Dit is een risico dat we lopen.” (Helsloot & Scholtens 2015, casus 27) Die Belgische reactie spreekt me erg aan. Hoe anders was de reactie op Robert M. en het advies van de Commissie-Gunning. Als direct gevolg van haar onderzoek staan nu in Nederland ruim 70.000 mensen onder permanente screening bij Justitie. En wat heeft dat opgeleverd? In anderhalf jaar tijd 124 meldingen (szw, 2014), waarvan veel meldingen (88) van bij gastouders ingeschreven huisgenoten. Slechts 23 meldingen gaan over werknemers in de kinderopvang. De meesten daarvan zijn inmiddels ontslagen, sommige misschien terecht. 20 procent van de meldingen betreft zedendelicten), al vallen daar ook heel andere dingen onder dan ontucht met minderjarigen. De meerderheid is echter geweldpleging en drugsdelicten, en dan dus vooral van ingeschreven huisgenoten van gastouders. Meestal wordt dat opgelost door ze gewoon uit te schrijven. Het lijkt vooralsnog dus allemaal marginaal. Misschien komen er nu meer meldingen met het recente besluit van staatssecretaris Dijkhof dat ook bij vermelding in politierapporten een vog ingetrokken kan worden. Vanaf komend jaar is dus een beschuldiging of verdenking al genoeg voor een beroepsverbod. Alle risico’s de wereld uit. Volgens de statistieken is je kind nergens veilig – zelfs de eigen ouders zijn soms betrokken bij misbruik. De permanente screening legt (noodgedwongen) arbitrair een grens. Wat erger is: om alle risico uit te sluiten wordt mensen een beroepsverbod in de kinderopvang opgelegd zonder dat zij een risico vormen. Slachtoffers van onze angst, maar vooral van onze weigering om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Als ouder ben je en blijf je immers zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van je kind. Niet de overheid, de crèchehouder of de toezichthouder. Die ouder moet dan wel alle instrumenten krijgen (of eisen) om die verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Voorlichting, webcams maar ook vooral: terug naar je gezond verstand. Je laat je kind niet achter bij mensen die je niet vertrouwt. Als je niet rustig op je werk zit zonder camera in de verschoonruimte (het bestaat echt) dan moet je misschien op je intuïtie vertrouwen, en niet op permanente screening. En als mensen je vertrouwen beschamen, heb je je in eerste plaats als ouder vergist. Je hebt dan uiteraard het recht aan je zijde. Maar dan is het kwaad geschied. Voorkomen is in dit soort gevallen niet beter dan genezen. Het individuele verantwoordelijkheidsbesef lijdt namelijk sterk onder de schijnveiligheid. Het gezond verstand en de alertheid van ouders en professionals bieden de beste garantie op veilige kinderopvang. De overheid is op voorhand kansloos. Al het getoeter dat er kordaat wordt opgetreden doet de alertheid die er echt toe doet, afnemen. Ouders moeten zich (weer) realiseren dat ze hun kwetsbare kind achterlaten bij voor hen (en hun kinderen) volstrekte vreemden. En die vreemden, de professionals, moeten zich realiseren dat zij primair dat vertrouwen dienen waar te maken. Daar is af en toe een breed uitgemeten incident helaas voor nodig. Als je geen risico wilt lopen, moet je de opvang anders regelen. Het schuldgevoel en onbehagen dat ouders voelen moet de regering (en onze partij) niet met veel verbaal geweld wegredeneren, met het oog op arbeidsparticipatie en vrouwenemancipatie. Ze zet er immers maar weinig echte garanties voor in de plaats. Doen alsof een Robert M. in het huidige systeem van permanente screening niet meer kan toeslaan, is bijna crimineel en onverantwoord. De eerste en belangrijkste verantwoordelijkheid van ouders (ook vaders!) is het welzijn van hun kinderen. Die verantwoordelijkheid mag zwaar wegen. Arbeidsmarktparticipatie, financiële zelfstandigheid en het betalen van belasting komen daar pas op heel grote afstand achteraan. Ik daag u allen uit het hiermee oneens te zijn.   Mark Sanders is werkend vader en lid van de redactieraad van idee.  

Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen.