Van Mierlo Symposium 2016: Big data – tussen markt en democratie

DSC_0454Op 27 mei 2016 vond het Van Mierlo Symposium ‘Big data: tussen markt en democratie’ plaats in het Utrechtse Ottone. Op deze dag spraken Dimitri Tokmetzis, Marjolein Lanzing en Kees Verhoeven over de grenzen van big data en de politieke en maatschappelijke gevolgen van ontwikkelingen in digitale techniek. Hieronder volgt een verslag van deze middag. Voorzitter van de Mr. Hans van Mierlo Stichting Jan Willem Holtslag opent de middag en heet het publiek welkom, waarna directeur Joost Sneller het thema inleidt. De impact van big data, zo stelt hij, is even ingrijpend als ongrijpbaar. Het lijkt op dit moment alsof alles wat technisch mogelijk is, ook gebeurt. Maar wie houdt onze belangen in de gaten?  De markt kan morele vragen niet beantwoorden. Daar gaan mensen onderling over, en daar heeft ook de overheid een rol. Eén  ding is zeker: de toekomst van big data is te belangrijk om alleen aan de overheid of alleen aan de markt over te laten. Met dit symposium wil de Van Mierlo Stichting uitgebreid stil staan bij de uitdagingen die dit met zich mee brengt en een aanzet geven voor verdere discussie. Dimitri Tokmetzis, datajournalist van De Correspondent, duidt als eerste spreker het technische verhaal achter big data. Hij laat zien hoe metadata, de data die onbewust worden verzameld als een ‘bijproduct’ van technologie, toch veel kunnen zeggen over iemand. Alle met internet verbonden technologie produceert metadata. In deze gegevens, die op het eerste gezicht weinig lijken te zeggen, kunnen patronen worden ontdekt: bijvoorbeeld je slaapritme, door te kijken wanneer iemand elke dag voor het eerst en het laatst Whatsapp gebruikt. Door verschillende gegevens, ook geanonimiseerde, te combineren kan een incompleet, maar gedetailleerd beeld van iemands leven ontstaan. Hierbij kunnen ook gevoelige data in verkeerde handen komen; het  gebruik van de homo-dating app Grindr in Rusland, bijvoorbeeld. Volgens Tokmetzis hebben we de ‘crypto-oorlog’ om sterke online privacy en veiligheid al verloren. Maar we moeten en kunnen wel meer doen om metadata beter te beschermen. Hierbij is ook de overheid aan zet om in te zetten op dataminimalisatie. DSC_0488De tweede spreker, techniekfilosoof Marjolein Lanzing, plaatst big data in een morele context door in te gaan op het idee van privacy. Zij stelt dat het weliswaar universeel is om de behoefte te hebben bepaalde zaken wel of juist niet te delen, maar dat de scheiding tussen privé en publiek gefundeerd is in de ideologie van het liberalisme en de liberale rechtsstaat. Zonder privacy, zo stelt zij, is er geen sprake van autonomie, van vrijheid. Daarbij is  privacy essentieel voor de democratie en de vrije meningsuiting. Afwijken van de norm wordt lastiger als alles zichtbaar is. Bovendien is de uitspraak ‘ik heb niets te verbergen, dus waarom zou ik mij hier druk om maken?’ volgens Lanzing onjuist:  Wie niets te verbergen heeft, heeft geen sociaal leven. Kees Verhoeven, Tweede-Kamerlid voor D66, gaat in op de politieke implicaties van big data. Vaak is het pas achteraf duidelijk hoe invloedrijk technologie is en hoezeer het onze levens verandert. Dan is het soms te laat om te sturen of ontwikkelingen te beïnvloeden. Big data heeft ons veel goeds gebracht: Kansen in de zorg, energiebesparing, landbouw, enzovoorts. Maar niet alles wat technisch mogelijk is, is wenselijk of menselijk.  Er is hier een rol weggelegd voor de overheid. Belangrijk vindt hij dat de baten van technologie eerlijk verdeeld worden, door al vroeg in te zetten op goed onderwijs gericht op technologie. Ook pleit hij voor het vergroten van de macht van gebruikers tegenover grote bedrijven, bijvoorbeeld door de werking van algoritmes bekend te maken en inzage te geven in hoe data worden gebruikt. Tegelijkertijd moet de overheid volgens hem zelf voorzichtig zijn met het verzamelen van data.  In de steeds grotere bergen data verliezen we het zicht op wat we willen vinden en ontstaat steeds meer risico dat gevoelige data in verkeerde handen komt. In plaats van bij te dragen aan dat risico, zou de overheid juist de beschermheer van de burger moeten zijn op dit gebied. De sprekers gaan aan het einde van de middag in gesprek met het publiek. Hierbij komen vragen aan bod als: “Van wie zijn die metadata eigenlijk?” en “Waarom geven we wel data vrij aan bedrijven als Google maar liever niet aan de overheid?” Ook wordt er gesproken over wat nodig is om de schijnbaar onbeperkte inzameling van data op het moment in te perken tot wat we echt belangrijk vinden. Het symposium wordt afgesloten door Jan Willem Holtslag. Hij bedankt de sprekers en het publiek voor hun bijdrage en noemt dit een zeer goed begin van een nieuw project over big data binnen de Van Mierlo Stichting waarvan dit symposium het startsein was. Wilt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen rondom dit project en andere projecten en activiteiten van de Van Mierlo Stichting, meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.