Utopia in de praktijk

Lees hier het pdf van dit artikel. Een utopie is een ‘niet bestaande plaats’. In het verleden hebben mensen echter wel degelijk geprobeerd hun theoretische utopie in de praktijk te brengen. In de jaren ’60 hadden we bijvoorbeeld hippiecommunes die het (utopische) idee van vrede, liefde en broederschap probeerden uit te leven. Veel utopische gemeenschappen zijn klein en lossen zichzelf (vaak) na een bepaalde tijd op. In dit Intermezzo enkele wat minder bekende, hedendaagse utopische gemeenschappen. Samenstelling: Eline van der Mast, Mirjam Noorduijn en Simon de Wilde Utopia 1 Transition towns: lokaal anarchisme (in Brummen) Wat hebben Clara Wichmann, Ferdinand Domela Nieuwenhuis en Karl Marx nog meer gemeen behalve dan dat ze alle drie in de 19de eeuw geboren zijn? Het antwoord is anarchisme, want alle drie waren zij in zekere mate gecharmeerd van deze politieke ideologie die ook als een utopie beschouwd kan worden. Alex Buttersworth schreef het boek De wereld die er nooit kwam. Een geschiedenis van het anarchisme. Daarin zet hij uiteen hoe de theoretische basis van deze ideologie in de 19de eeuw werd gelegd door Michael Bakoenin en Peter Kropotkin. Het doel was om de centrale macht af te schaffen en autonome gemeenschappen te laten floreren in een geweldloze samenleving. Is daar nu werkelijk niets van terecht gekomen? En zijn er nog hedendaagse voorbeelden? Volgens de gangbare verklaring heeft het anarchisme nooit echt voet aan de grond gekregen vanwege het gebrek aan leiderschap en programmapunten. Dat is ook de analyse van Dick Pels in zijn essay Radicale anarchie in de Hobbitstee in de Groene Amsterdammer (04-04-2012). Als voorbeeld noemt hij de huidige Occupy-beweging. Op de meeste plaatsen zijn de tentenkampen al weer opgedoekt. Toch zorgt de anarchistische ideologie of utopie voor veel inspiratie. Na de Provo’s, de punkers, de Anti-globalisten en de Occupiers is het nu de beurt aan een meer praktische variant:Transition Towns. Het fenomeen Transition Towns ontstond in Engeland in 2005. In tegenstelling tot de anarchisten kunnen zij zich wel organiseren. Alleen in Nederland telt deze grassroots beweging al 83 initiatieven. Het zijn lokale gemeenschappen die zonder hulp van het bedrijfsleven of de overheid aan de slag zijn gegaan om hun leven in te richten op een manier waarbij zij toe kunnen met minder (fossiele) brandstoffen. Transition Towns gaan uit van de kracht van de lokale gemeenschap zonder dat gepoogd wordt de centrale macht af te schaffen. In zekere zin wordt deze simpelweg genegeerd of omzeild door een lokale ruileconomie of energiecooperatie op te richten. In het Gelderse dorp Brummen bijvoorbeeld hebben bewoners beiden gedaan. Zo is de Eerste Brummense Energie Maatschappij opgericht. Bewoners uit de gemeente kunnen lid worden van de energiecooperatie die in eerste instantie alleen groene stroom zal inkopen. Met het geld dat de cooperatie uitspaart worden in de toekomst zonnepanelen aanschaft zodat lokaal energie opgewekt kan worden. Daarnaast kunnen inwoners van Brummen lid worden van de lets-kring die als doel heeft om onderling diensten uit te wisselen. lets staat voor Lokaal Economisch Transactie Systeem en deze variant van lokale ruileconomie vindt wereldwijd navolging. Leden van de kring kunnen aangeven wat zij goed kunnen of wat zij graag zouden willen doen. Bijvoorbeeld oppassen of schoonmaken. De leden kunnen dan diensten van elkaar afnemen. Ze betalen elkaar niet met geld maar met een alternatief ruilmiddel waar je weer een dienst van kunt afnemen bij een ander lid. Zo ontstaat een systeem van gesloten beurzen. Het ontstaan van deze lokale autonome gemeenschappen zijn een voorbeeld van praktisch utopisme. Komt de wereld die Buttersworth beschrijft er dan misschien alsnog? Utopia 2 Eco-villages: duurzaam en harmonieus Een gerelateerd voorbeeld van een utopische gemeenschap is een zogenaamde eco-village. Begonnen in de jaren ’80, zijn dit soort gemeenschappen volledig gestoeld het idee van duurzaam samenleven, in harmonie met de natuur. In 1995 werd in Findhorn, Schotland, de eerste conferentie gehouden over eco-villages en inmiddels is er de Global Ecovillage Network. Op dit moment bestaan er honderden eco-villages verspreid over de hele wereld. Utopia 3 Mondragon: de herontdekking van samenwerking Het televisieprogramma Tegenlicht maakte recent de aflevering ‘Het wonder van Baskenland.’ Daarin wordt de multinational Mondragon Groep, eigenaar van in totaal 255 bedrijven, onder de loep genomen. De vergelijking met Asterix en Obelix is snel gemaakt omdat het Baskische dorp Mondragon relatief weinig last lijkt te hebben van de zware recessie die Spanje momenteel teistert. Managers van allerlei internationale bedrijven, politici en studenten komen van heinde en verre om antwoord te krijgen op de vraag: wat is geheim van dit kleine dorp dat zo dapper stand houdt? Op het eerste gezicht lijkt de Mondragon Groep een normaal bedrijf. In 2010 had het bedrijf 83.000 werknemers in dienst, een omzet van 14,7 miljard euro en de winst bedroeg 176 miljoen euro. De verschillende bedrijven zijn in allerlei sectoren actief. De bouwgroep realiseerde het Guggenheimmuseum in Bilbao en het eigenaar van de Spaanse supermarktketen Eroski. Wie echter goed kijkt naar de Groep ziet dat de organisatie anders is. De Mondragon Groep is namelijk het grootste coöperatieve bedrijf ter wereld. Coöperatie staat voor samenwerking en het idee is niet nieuw. Al in de 18de eeuw waren er fabrieken in Engeland waar de arbeiders ook eigenaar waren. In Nederland is de Rabobank waarschijnlijk het bekendste voorbeeld van een coöperatie. In Mondragon staan principes als solidariteit, zelfbestuur en democratie voorop. Voor de leden van de coöperatie in Baskenland geldt dan ook bij belangrijke beslissingen over de bedrijfsvoering het principe: een man, een stem. Zo kozen de arbeiders van Fagor, een witgoedfabriek die onder andere vaatwassers produceert en een van de 255 bedrijven is, voor loonmatiging in plaats van gedwongen ontslagen. De grondlegger van het sociaaleconomisch imperium in Mondragon is de Spaanse journalist en priester Jose Maria Arizmendiarrieta (1915-1976). Hij kwam in 1941 in het door de Spaanse burgeroorlog verscheurde dorp. Arizmendiarrieta wilde een coherente christelijke gemeenschap smeden die moest zijn gestoeld op een vitale economie. Om dit ideaal of deze utopie te verwezenlijken greep de priester terug op oude Baskische cultuur van samenwerking. De kiem werd gelegd toen Arizmendiarrieta in 1943 de basis legde voor wat nu de Mondragon-universiteit is. Met geld dat werd ingezameld onder de dorpelingen zette hij de school op. Studenten richtten in 1956 de eerste coöperatie op. Uit de aflevering van Tegenlicht blijkt dat dit principe anno 2012 nog steeds geldt. Studenten zetten nieuwe bedrijfjes op die op coöperatieve leest geschoeid zijn. De priester is verworden tot een lokale godheid en er is een groep bezig om hem heilig te laten verklaren. De boodschap van Arizmendiarrieta’s ideaal of utopie kan nu rekenen op warme belangstelling uit de rest van de wereld. Iedereen wil het wonder van Mondragon aanschouwen. De huidige financiële en economische crisis leidt tot existentiële vragen. Er wordt naarstig gezocht hoe de koers binnen ons kapitalistische systeem verlegd kan worden. Het voorbeeld van samenwerking, solidariteit en zelfbestuur uit Mondragon laat zien dat het ook anders kan en het lijkt dan ook geen toeval dat de Verenigde Naties 2012 hebben uitgeroepen tot International Year of Cooperatives. Utopia 4 Denemarken: het meest gelukkige land ter wereld Uit het World Happiness Report van 2012 blijkt dat we in Nederland niet zo klaaglijk zijn als vaak wordt gedacht. We zijn namelijk, samen met de Scandinaviers, het gelukkigste groepje mensen op aarde (veel Amerikaanse media hadden als reactie op dit nieuws dat de ‘socialistische landen’ aan kop stonden). De ongelukkigste landen op aarde zijn Sierra Leone, Benin, de Centraal Afrikaanse Republiek en Togo. In 1972 introduceerde de koning van Bhutan het begrip Bruto Nationaal Geluk, omdat zijn land er economisch slecht voor stond en hij de nadruk op iets anders/positiefs wilde leggen. Bhutan is niet meegenomen in het World Happiness onderzoek, maar heeft hetzelfde onderzoek zelf aan haar burgers voorgelegd en zou op ongeveer de 32e plaats komen. Utopia 5 Longo mai: tussen opstand en utopie De revolutie die er nooit is geweest: zo wordt meer dan eens verwezen naar de Parijse studentenrevolte in mei ’68 toen studenten mensen massaal wisten te mobiliseren en zich fel keerden tegen het oude gezag en de traditionele moraliteit. De roep om vrijheid, om een opener, meer libertaire maatschappij en democratische economie was groot. Er klonken communautaire ambities in door. Liefde en verbeelding leken heel even aan de macht. Inderdaad, heel even: wie de wereld nu aanschouwt moet toegeven dat van bovengenoemde idealen weinig terecht is gekomen. De libertaire droom van ’68 is verworden tot een naar binnen gekeerd individualisme dat veel burgers heeft veranderd in veeleisende consumenten die denken dat behoud van koopkracht hetzelfde is als individuele vrijheid. Enkele revolutionairen bleven echter geloven in hun idealen en besloten buiten de bestaande overheden en machtshebbers om hun sociale utopie daadwerkelijk vorm te geven, onder het motto dat het niet interessant is een revolutionaire beweging te zijn als er alleen maar geprotesteerd wordt. Dat resulteerde in december ’72 – op initiatief van zo’n twintig jongeren uit tien Europese landen – tot de oprichting van Longo mai (dat in het Provencaals zoveel betekent als ‘dat het lang mag duren’). Doel was het vormen van (jeugd)gemeenschappen die zich zouden vestigen in onderontwikkelde, economisch en sociaal bedreigde regio’s. Agrarische zelfvoorziening die uitgaat van de menselijke basisbehoeften en begrensde natuurlijke omstandigheden, zelfbestuur en samenwerken in de vorm van een arbeidscollectief, dienden als uitgangpunten. Nomen est omen, zo is gebleken: Longo mai duurt al veertig jaar lang en bewijst dat ‘anders’ soms toch mogelijk is. Inmiddels bestaat Longo mai uit negen (landbouw)cooperaties in Europa en een project in Costa Rica, waar zo’n 200 volwassenen wonen en werken. Vier boerderijen en een wolspinnerij liggen in Frankrijk. De andere coöperaties bevinden zich in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Oekraïne. De grond, gebouwen, productiemiddelen en inkomsten zijn gemeenschappelijk bezit, maar iedere coöperatie beheert zichzelf. Vanzelfsprekend bestaat intensieve uitwisseling tussen de verschillende coöperaties en hun directe omgeving. Zo worden overschotten op de lokale markt afgezet. Alle coöperaties zijn samengebracht in de Zwitserse stichting Europees Landfonds, zodat de uitgangspunten juridisch gewaarborgd zijn. De kracht van Longo mai is de pioniersgeest die aan de beweging ten grondslag ligt. Nergens is een strikte, gedetailleerde theoretische beschrijving terug te vinden die dicteert hoe de maatschappij ingericht moet worden. Longo mai is niet als ‘gelukkig eiland’ gedacht, waarop men zich terugtrekken kon, maar heeft zichzelf altijd gezien als deel van de samenleving, aan de rand van het heersende economische systeem: een beetje anarchistisch, een beetje volgens de vroeg socialistische denkbeelden van Charles Fourier (1772-1837), maar vooral realistisch zonder de idealen te verliezen. Solidariteit, antikapitalisme, intellectuele en morel autonomie, zelfbestuur, gezamenlijk eigendom en een internationale houding zijn anno 2012 nog steeds de basisprincipes. Maar wetende dat de wereld onophoudelijk verandert, is er het bewustzijn van de noodzaak van voortdurend herijken. Veelzeggend is het citaat van Oscar Wilde in Longo maï, opstand en utopie na ’68 van Beatriz Graf, dat over de geschiedenis van de veertigjarige Europese landbouwcooperatie vertelt: ‘De mensen zeggen telkens weer/ hoe mooi het is om zekerheden te hebben./ Ze zijn de veel subtielere schoonheid/ van het twijfelen helemaal vergeten./ Geloven is zo middelmatig, twijfelen zo boeiend./ Waakzaam blijven, betekent leven;/ in zekerheden verzinken betekent sterven’. Een mooi uitgangspunt voor een geslaagde experimentele utopie: dat het nog lang mag duren.   Heeft dit artikel uw interesse gewekt? Klik hier voor meer info en abonnementen. – – Dit artikel verscheen in idee nr. 3 2012: Utopia: wat is wenselijk? Wat is haalbaar?, en is te vinden bij het onderwerp feiten en cijfers.