Sociaal-liberaal in… Turkije

Sociaal-liberalen kijken met open blik over grenzen heen. Ons streven naar vrijheid voor ieder individu houdt niet op bij de landsgrenzen. Maar wat betekent ‘sociaal-liberaal’ in de context van een ander land, andere cultuur en ander politiek systeem? Met welke dilemma’s of uitdagingen worden sociaal-liberalen in een ander land geconfronteerd?    

Turkije: van ogenschijnlijk liberaal naar overduidelijk autoritair

Een streng nationalistische cultuur, een president met autoritaire neigingen en een keiharde aanpak van demonstranten: het leven in Turkije wordt er ook voor een Nederlandse sociaal-liberaal niet gemakkelijker op. Istanbul  is een fantastische stad. Ze heeft een mix van eeuwenoude kerken, synagogen en moskeeen met rooftop-terrassen, van Ottomaanse paleizen met vermaarde nachtclubs aan de Bosporus, van zeven heuvels krioelend van kleine steegjes en buurtjes en een zakendistrict met wolkenkrabbers en chique malls. Zo op het oog heeft Istanbul alles, en kan er alles. Culturele tolerantie is wellicht het kenmerkende element in de geschiedenis van de stad. Iedereen was welkom, zo lang hij zich maar aan de wetten en regels van de sultan hield en belasting betaalde. Daarom heeft Istanbul Genuese, Albanese, Joodse, Armeense, Griekse en Slavische wijken. Ondanks de oproep tot gebed, vijfmaal per dag, zitten de terrassen en trappen in de stad vol met Turken die genieten van hun Efes-bier of raki. In de buurt waar ik woon stikt het van de hippe koffi ezaakjes, kunstgaleries en boetiekjes van Turkse designers. Het publiek is veelal jong, hip en zeer Europees in doen en laten. Het leven oogt vrij, de maatschappij lijkt open en pluriform. Toch kan Turkije nauwelijks een liberaal land genoemd worden. Dat zal niemand verbazen, zeker na de laatste maanden waarin het land met grote regelmaat de Nederlandse media haalde. Fundamentele elementen van het liberalisme als politieke rechten van burgers, de scheiding van kerk en staat en de rechtsstaat staan in Turkije onder druk. En er is het nationalisme van de Turken en de Turkse staat. De kern van het liberalisme is het streven naar de vrijheid van het individu; dat streven staat op gespannen voet met nationalisme. Immers, voor een nationalist is niets belangrijker dan de groep, de natie. Het nationalisme bevordert en benadrukt de eigenschappen van het eigen volk. Maar wie zijn de Turken? HET GRONDGEBIED VAN het huidige Turkije is veroverd geweest door Hittieten, Grieken, Romeinen, Perzen, Arabieren, Seljoeken, Mongolen en Ottomanen. Al deze volken lieten genetische en culturele sporen na. In de Ottomaanse tijd kwamen mensen van heinde en verre naar Istanbul. Het Ottomaanse keurkorps, de janitsaren, bestond uit christelijke jongens uit de Balkan die in Istanbul werden opgeleid en zich – al dan niet gedwongen – bekeerden. De favoriete vrouw van sultan Suleiman de Grote, Roxelana, kwam uit de Kaukasus. Kortom, Anatoliers zelf waren een etnische mix, en de etniciteit van nieuwkomers was onbelangrijk. Turken zijn dus genetisch verwant aan Armeniers, Koerden, Slaven uit de Balkan, Circassiers uit de Kaukasus, Mongolen, Perzen, Arabieren en Turkse broedervolken in Azerbeidzjan en Turkmenistan. Maar na het uiteenvallen van het multireligieuze en multi-etnische Ottomaanse Rijk vond Ataturk, de vader van de moderne Turkse republiek, het nodig om Turkse eenheid te creeren. Daartoe stelde hij in de jaren twintig een ambitieuze nationalistische agenda op. Iedere burger van de nieuwe Turkse republiek werd erkend als Turk, onafhankelijk van etniciteit of religie. In de grondwet werd opgenomen dat verraad de enige manier was om de Turkse nationaliteit te verliezen. De Turkse taal werd gezuiverd van Arabische en Perzische elementen; in Turkije werd voortaan nog maar een taal gesproken. Tradities, klederdracht, muziek en gewoontes die tot een andere cultuur of natie behoorden, werden ongewenst. In de afgelopen honderd jaar heeft deze streng nationalistische ideologie geleid tot etnische zuiveringen onder Grieken, Armeniers en Koerden. Deze ‘turkifi catie’ heeft ertoe geleid dat alle grote politieke partijen en stromingen nationalistisch zijn. In het Turkse parlement zijn vier partijen vertegenwoordigd: islamitische nationalisten (akp), Kemalistische nationalisten (chp), rechts-extreme nationalisten (mhp) en Koerdische nationalisten (hdp). De liberaal-democratische partij (ldp) haalt met 0,06 procent van de stemmen bij lange na niet de kiesdrempel van 10 procent. Alle media zijn nationalistisch en de trots op Turkije klinkt door in elk artikel, of het nu gaat over economie, politiek, cultuur of sport. Moderne, jonge mensen, zeer kritisch over het huidige Turkije, houden het vrijwel nooit bij de feiten wanneer het gesprek komt op de ‘Armeense kwestie’ of het ‘Koerdische probleem’. Zij hebben jarenlang op school geleerd, van hun ouders gehoord, in de krant gelezen en op het journaal gezien dat Koerden terroristen of tenminste onrustzaaiers zijn. En dat Armeniers de Turken in de Eerste Wereldoorlog verraden hebben waarna ze ‘gepast’ gestraft zijn. Het valt Turkse jongeren bijna niet te verwijten, zelfs niet als je weet dat ze hoogopgeleid zijn, meerdere talen spreken en internet literate zijn. VOOR EEN SOCIAAL-LIBERAAL in Turkije betekent dit dat zo nu en dan Whatsapp, YouTube of Google worden platgelegd. Als vrouw krijg je regelmatig geen hand bij een ontmoeting en in sommige buurten kun je je beter conservatief kleden. Theaterproducties worden gecensureerd, het verkopen van alcohol wordt allengs strenger gereguleerd en meer en meer vrouwen dragen een hoofddoek. President Erdog˘an zei onlangs: “Democratie, vrijheid en de rechtsstaat hebben absoluut geen enkele waarde meer”. Deze verklaring heeft vooral te maken met de terroristische dreiging in Turkije. Maar deze woorden van Erdog˘an hebben ook veel te maken met zijn eigen streven naar een presidentieel systeem, waarin hij als president oppermachtig en onaantastbaar is. Tegelijkertijd heeft hij de immuniteit voor parlementariers opgeheven. Vooral de Koerdische partij (hdp) lijkt hiervan het slachtoffer te worden; nu al liggen er meer dan tweehonderd aanklachten tegen hdp-parlementariers. In het afgelopen jaar is er vrijwel iedere maand een aanslag gepleegd, meestal op politiedoelen en militaire doelen. Maar ook op het centrale plein in de oude stad van Istanbul, tussen de Blauwe Moskee en de Hagia Sofi a, en in de drukste winkelstraat in de moderne stad. De Turkse regering heeft een oplossing gevonden voor de onrust die voortkomt uit terroristische dreiging, maar ook vanuit kritiek op de huidige regering. Nieuwe wetgeving stelt de politie in staat om demonstranten 48 uur vast te houden zonder aanklacht. Demonstranten die hun gezicht bedekken, bijvoorbeeld om zich te beschermen tegen traangas, kunnen vijf jaar gevangenisstraf opgelegd krijgen. De politie mag mensen beschieten die verdacht worden van het dragen van explosieven of die een gebouw of voertuig aanvallen. Zo wordt protesteren wel heel riskant. En toch blijven Turken protesteren, tegen de regering, tegen machtsmisbruik, tegen het rücksichtslos volbouwen van bossen en andere groene gebieden, tegen de censuur, voor vrede, homorechten en betere sociale wetgeving. EEN PAAR JAAR GELEDEN werd Turkije nog als voorbeeld gezien van een schijnbaar succesvol samengaan van een islamitische politieke ideologie en een democratie. Maar zo langzamerhand vallen de schellen ook bij de grootste optimisten van de ogen. Academici, journalisten en andere opiniemakers die Erdog˘an lang gesteund hebben, keren zich nu tegen hem. De kritiek van de Nederlandse professor Erik-Jan Zurcher was groot nieuws in zowel Turkije als Nederland. De ontwikkelingen in Turkije lijken ook op een andere manier ongeevenaard. In de afgelopen decennia dachten analisten dat een democratie met een bruto nationaal product per hoofd van de bevolking van meer dan 8.000 dollar veilig is voor autoritaire tendensen. Turkije, met een bnp van 10.000 dollar, lijkt dit te logenstraffen en is daarmee een prachtvoorbeeld voor de wereldwijde beweging naar meer autoritarisme. Overigens staat de economische groei in Turkije onder druk, door sterk teruglopend toerisme, achterblijvende buitenlandse investeringen en een Russische boycot op onder andere toerisme en agrarische producten. Maar maakt de regering zich hier zorgen over? Ik vraag het me af. Een minister vond het onlangs gepast om na een verloren wedstrijd tegen een Russisch basketbalteam te tweeten: “dan schieten we toch gewoon nog een Russische straaljager neer!” Symboliek en nationale trots gaan inmiddels boven werkgelegenheid en economische groei. En dat terwijl die economische groei juist kenmerkend is geweest voor het eerst decennium onder Erdog˘an. Met economische voorspoed heeft hij zijn machtsbasis gebouwd, maar tegenwoordig appelleert hij vooral aan nationale trots en de grootse geschiedenis van het Ottomaanse Rijk. Het Turkse model lijkt zeer in tune te zijn met deze tijd: een model gebaseerd op angst, spanning, turbulentie en volatiliteit. Democratie staat onder druk en dit gaat samen met een neerwaartse beweging van liberalisme en tolerantie. Wat betekent dit concreet voor mij als liberaal? Op ‘dreigingsdagen’ reis ik niet met de metro en mijd ik pleinen en drukke straten. Ik mail via een vpn-verbinding en kan mijn politieke affi niteit en activiteit niet bekendmaken op mijn werk. Vorige week nog ging ik met hoofddoek en zonnebril naar de locatie waar ik had afgesproken met de kritische journalist Can Dundar – hij wordt immers gevolgd. En het betekent helaas ook dat mijn naam niet onder dit artikel staat.   De naam van de auteur is bekend bij de redactie.